ECLI:NL:RBROT:2014:9279

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 oktober 2014
Publicatiedatum
13 november 2014
Zaaknummer
860362-12
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van stelselmatige mishandelingen van kinderen door verdachte

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 22 oktober 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van stelselmatige mishandeling van haar acht eigen kinderen en twee halfbroertjes. De tenlastelegging omvatte ernstige beschuldigingen van mishandeling, waaronder het slaan met diverse voorwerpen en het toebrengen van brandwonden. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de beschuldigingen te ondersteunen. Tijdens de zitting op 8 oktober 2014 werd vastgesteld dat de verklaringen van de kinderen tegenstrijdigheden vertoonden, zowel in hun individuele verklaringen als in de verklaringen onderling. Bovendien gaven de medische rapportages geen eenduidige conclusies over de oorzaak van de geconstateerde letsels. Gezien deze tekortkomingen in het bewijs kon de rechtbank niet met gerede twijfel vaststellen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten had gepleegd. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van de beschuldigingen en hefte het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, met mr. M. van Nooijen als voorzitter, en de uitspraak werd openbaar gedaan op dezelfde dag.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 3
Parketnummer: 11/860362-12
Datum uitspraak: 22 oktober 2014
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Somalië) op [geboortedatum] 1974,
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op het adres:
[adres en woonplaats],
Raadsman mr. M.F. Wijngaarden, advocaat te Amsterdam.

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 08 oktober 2014.

TENLASTELEGGING

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de vordering nadere omschrijving tenlastelegging, waarbij de oorspronkelijke opgave van het feit als bedoeld in artikel 261, derde lid van het Wetboek van Strafvordering op vordering van de officier van justitie is gewijzigd. De tekst van de nader omschreven tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

EIS OFFICIER VAN JUSTITIE

De officier van justitie mr. D. Woei-A-Tsoi heeft gerekwireerd tot:
- bewezenverklaring van het tenlastegelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar.

MOTIVERING VRIJSPRAAK

Verdachte wordt verweten dat zij – al dan niet tezamen met haar echtgenoot – haar acht eigen kinderen en twee halfbroertjes die inwoonden bij het gezin, gedurende een periode van ruim vier jaar heeft mishandeld. Deze mishandelingen zouden onder meer hebben bestaan uit het slaan met diverse voorwerpen (waaronder een bezem, een tafelpoot, een poot van een bed, een paardrijzweepje, een boek, een schoen en het snoer van een telefoonoplader) en de handen, alsmede uit het stompen, duwen en schoppen tegen het hoofd en het lichaam en het branden met een stijltang, hete stokjes en heet water van het gezicht en het lichaam.
De rechtbank overweegt als volgt.
Hoewel in het dossier verschillende aanwijzingen te vinden zijn dat er sprake is geweest van de mishandelingen van de kinderen zoals hiervoor omschreven, staat daar tegenover dat de verklaringen van de kinderen tegenstrijdigheden bevatten. Deze tegenstrijdigheden bevinden zich zowel in de (opeenvolgende) verklaringen van de individuele kinderen alsmede in de verklaringen van de kinderen onderling. Daarbuiten worden in de diverse medische rapportages geen eenduidige conclusies gegeven omtrent de oorzaak van de bij de kinderen waargenomen letsels.
Gelet op het voorgaande kan de rechtbank niet buiten gerede twijfel vaststellen dat hetgeen in de dagvaarding is vermeld ook daadwerkelijk op de aldaar omschreven wijze heeft plaatsgevonden.
Nu de rechtbank van oordeel is dat de ten laste gelegde mishandelingen niet overtuigend bewezen zijn, zal zij verdachte vrijspreken van het ten laste gelegde feit.

BESLISSING

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M. van Nooijen, voorzitter,
mr. P. Joele en mr. drs. D.L. Spierings, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.Y. de Lange, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 oktober 2014.
Bijlage bij vonnis van: 22 oktober 2014

TEKST NADER OMSCHREVEN TENLASTELEGGING.

Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
zij in of omstreeks in de periode van 27 november 2007 tot en met
18 januari 2012
te Oud-Beijerland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging
met anderen of een ander, althans alleen, opzettelijk mishandelend
haar/hun
kind(eren), en/of broertje(s) althans een of meerdere perso(o)n(en) die aan
haar/hun zorg was/waren toevertrouwd, te weten:
-[slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum 1]1998 en/of
-[slachtoffer 2], geboren op [geboortedatum 2]2000 en/of
-[slachtoffer 3], geboren op [geboortedatum 3]2001 en/of
-[slachtoffer 4], geboren op [geboortedatum 4]2002 en/of
-[slachtoffer 5], geboren op [geboortedatum 5]2004 en/of
- [slachtoffer 6], geboren op [geboortedatum 6]2005 en/of
-[slachtoffer 7], geboren op [geboortedatum 7]2008 en/of
-[slachtoffer 8], geboren op [geboortedatum 8]2011 en/of
-[slachtoffer 9], geboren op [geboortedatum 9]2000 en/of
-[slachtoffer 10], geboren op [geboortedatum 10]1999
zijnde haar/hun, verdachtes, zoon(s) en/of dochter(s) en /of broertje(s),
althans een of meerdere perso(o)n(en) die aan haar/hun, verdachtes, zorg
was/waren toevertrouwd,
dagelijks, althans meermalen, althans eenmaal,
heeft/hebben
geslagen (met een of meerdere voorwerp(en)),
te weten met:
- een (gebroken) (houten en/of metalen) bezemsteel en/of
- een (tafel)poot en/of
- de poot van een (oud) bed en/of
- een (paardrij)zweepje, althans een paardenstokje, en/of
- een boek en/of een schoen en/of
- een (dubbelgevouwen) snoer van een (telefoon)oplader,
althans met (een) voorwerp(en) en/of met de hand(en),
en/of gestompt en/of geduwd en/of getrapt en/of geschopt
op/tegen hoofd en/of gezicht en/of romp en/of rug en/of bil(len) en/of
be(e)n(en) en/of knie(en) en/of arm(en) en/of hand(en) en/of voet(en),
althans het lichaam,
en/of gebrand
- met een stijltang en/of (een) (verwarmd(e) /verhit(te)) stokje(s) en of heet
water
op/tegen/bij hoofd en/of gezicht en/of o(o)g(en) en/of romp en/of
schouder(s)
en/of be(e)n(en) en/of arm(en) en/of voet(en),
waardoor deze letsel, te weten:
-een gebroken pink en/of
-(een) litteken(s) en/of
-(een) (brand)wond(en)
heeft/hebben bekomen en/of pijn heeft/hebben ondervonden.
(Wetboek van Strafrecht artikel 300/304 jo. 47)