2.3.Bij brief van 28 augustus 2014 heeft verweerder zijn eerder ingenomen standpunt op een aantal onderdelen aangepast. Het opsporen en aanhouden van daders van diefstallen uit parkeermeters viel buiten de taakomschrijving van eisers functie, maar hij verrichtte deze werkzaamheden wel en heeft daarvoor een gratificatie gekregen. Ook vervulde eiser in opdracht van verweerder de, oorspronkelijk buiten zijn taakomschrijving vallende, rol van agressiecoördinator ten behoeve van de klantmanagers van het Werk- en Zorgplein. Tot slot heeft eiser als ondernemer in opdracht van verweerder de ‘[x]’ training in december 2013 gegeven.
3. Op grond van artikel 8:13 van de van de voor de sector gemeenten geldende Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst (CAR/UWO) kan als disciplinaire straf aan de ambtenaar ongevraagd ontslag verleend worden.
Op grond van artikel 16:1:1, eerste lid, van de CAR/UWO kan de ambtenaar die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich overigens aan plichtsverzuim schuldig maakt dan wel bij herhaling aanleiding geeft tot toepassing te zijnen aanzien van maatregelen van inhouding, beslag of korting, als bedoeld in de tweede titel van de Ambtenarenwet, deswege disciplinair worden gestraft.
Op grond van het tweede lid omvat plichtsverzuim zowel het overtreden van enig voorschrift als het doen of nalaten van iets dat een goed ambtenaar in gelijke omstandigheden behoort na te laten of te doen.
Op grond van artikel 15:1 van de CAR/UWO is de ambtenaar gehouden zijn betrekking nauwgezet en ijverig te vervullen en zich ook overigens te gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt.
Op grond van artikel 15:1:b, aanhef en onder c, van de CAR/UWO is het de ambtenaar verboden, behoudens toestemming verleend door of namens het college in bijzondere gevallen, ten eigen bate gebruik te maken van hetgeen hem in of in verband met zijn betrekking ter kennis is gekomen.
Op grond van artikel 15:1:e, eerste lid, van de CAR/UWO is de ambtenaar verplicht aan het college, op een door dit orgaan te bepalen wijze, opgave te doen van de nevenwerkzaamheden die hij verricht of voornemens is te gaan verrichten, die de belangen van de dienst, voor zover deze in verband staan met zijn functievervulling, kunnen raken.
Op grond van artikel 15:1:g, eerste lid, van de CAR/UWO is het de ambtenaar verboden middellijk of onmiddellijk deel te nemen aan aannemingen en leveringen ten behoeve van de openbare dienst.
4. Volgens vaste jurisprudentie dienen bij een strafontslag in verband met plichtsverzuim de volgende vragen te worden beantwoord:
allereerst dient te worden beoordeeld of de gedragingen vaststaan, dan of die gedragingen plichtsverzuim opleveren. Dan dient de vraag te worden beantwoord of sprake is van toerekenbaar plichtsverzuim en of de opgelegde disciplinaire sanctie niet onevenredig is aan het plichtsverzuim.