ECLI:NL:RBROT:2014:8921
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- A.J.P. van Essen
- O.E.M. Leinarts
- M.G.L. de Vette
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter na eindvonnis in civiele procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 3 november 2014 een wrakingsverzoek van een verzoeker behandeld. Het wrakingsverzoek was ingediend op 18 oktober 2014, na de uitspraak van het eindvonnis door de rechter op 3 oktober 2014 in een civielrechtelijke procedure. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek tot wraking niet ontvankelijk is, omdat de rechter in kwestie, mr. V.F. Milders, al een eindbeslissing had genomen in de zaak, waardoor de behandeling door de rechter was geëindigd. De rechtbank heeft in haar beslissing benadrukt dat het doel van wraking is om de onpartijdigheid van de rechter te waarborgen, maar dat dit niet meer mogelijk is als de rechter al een uitspraak heeft gedaan. De rechtbank heeft het verzoek tot wraking buiten behandeling gesteld op grond van kennelijke niet-ontvankelijkheid, met verwijzing naar artikel 9.1 van het Wrakingsprotocol. Tevens heeft de rechtbank opgemerkt dat eventuele grieven van de verzoeker met betrekking tot het vonnis van 3 oktober 2014 aan de orde moeten worden gesteld in een hoger beroep tegen dat vonnis. De beslissing is genomen door de meervoudige kamer voor wrakingszaken, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.