ECLI:NL:RBROT:2014:8871

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 september 2014
Publicatiedatum
31 oktober 2014
Zaaknummer
458182 / HA RK 14-697
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter wegens gebrek aan specifieke feiten en omstandigheden

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 23 september 2014 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoeker die stelde dat de rechter, mr. A.J.M. van Breevoort, onderdeel uitmaakte van een corrupte rechtbank. De verzoeker had geen specifieke feiten of omstandigheden aangevoerd die zouden wijzen op vooringenomenheid van de rechter in zijn zaak. Tijdens de behandeling van het wrakingsverzoek op 9 september 2014, heeft de verzoeker zijn standpunt toegelicht, waarbij hij zijn wantrouwen jegens de rechterlijke macht als geheel naar voren bracht. De rechter heeft in zijn verweer aangegeven dat er geen aanwijzingen waren voor partijdigheid en dat de verzoeker zijn wrakingsverzoek had ingediend zonder dat er op dat moment sprake was van feiten die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel zouden kunnen trekken.

De wrakingskamer heeft in haar beoordeling benadrukt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden kunnen weerleggen. De verzoeker heeft echter geen zwaarwegende aanwijzingen kunnen aanvoeren die zouden duiden op een vooringenomenheid van de rechter. De wrakingskamer concludeerde dat het wrakingsverzoek ongegrond was en heeft het verzoek tot wraking van mr. A.J.M. van Breevoort afgewezen. Deze beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. E.M. Beumer.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Meervoudige kamer voor wrakingszaken
Zaaknummer / rekestnummer: 10/458182 / HA RK 14-697
Beslissing van 23 september 2014
op het verzoek van
[naam verzoeker],
wonende te [woonplaats],
verzoeker,
strekkende tot wraking van:
mr. A.J.M van Breevoort, rechter in de rechtbank Rotterdam, afdeling publiekrecht, team Straf 1 (hierna: de rechter).

1.Het procesverloop en de processtukken

Ter zitting van 19 augustus 2014 is door de rechter behandeld de tegen verzoeker aanhangig gemaakte strafzaak. Die procedure draagt als parketnummer 10-072532-12.
Bij gelegenheid van die behandeling heeft verzoeker wraking van de rechter verzocht.
De wrakingskamer heeft kennisgenomen van het proces-verbaal van de hiervoor bedoelde zitting.
Verzoeker, de rechter en de officier van justitie, mr. F.A. Hut, zijn verwittigd van de datum waarop het wrakingsverzoek zou worden behandeld en zijn voor de zitting uitgenodigd.
De rechter is in de gelegenheid gesteld voorafgaand aan de zitting schriftelijk te reageren. De rechter heeft van die gelegenheid gebruik gemaakt bij brief van 29 augustus 2014.
Ter zitting van 9 september 2014, waar het wrakingsverzoek is behandeld, zijn verschenen verzoeker, de rechter en mr. F.A. Hut, officier van justitie. Verzoeker heeft zijn standpunt nader toegelicht aan de hand van een pleitnota.

2.Het verzoek en het verweer daartegen

Ter adstructie van het wrakingsverzoek heeft verzoeker het volgende aangevoerd - verkort en zakelijk weergegeven - :
De rechtbank is corrupt. In 2012 was er een zaak van verzoeker tegen het bestuur [naam]. Verzoeker is toen veroordeeld en moest een boete van € 100.000,- betalen. Een maand later moest dezelfde rechter door het stof. Alle rechters van de rechtbank Rotterdam zijn letterlijk en figuurlijk niet onafhankelijk. Het is één grote corrupte bende.
2.2
De rechter heeft niet in de wraking berust.
De rechter bestrijdt deels de feitelijke grondslag van het verzoek en heeft overigens te kennen gegeven dat niet sprake is van een omstandigheid die grond tot wraking kan opleveren. Daarbij is – verkort en zakelijk weergegeven – het volgende aangevoerd: Verzoeker heeft zijn wrakingsverzoek direct gedaan, nadat naar zijn personalia was gevraagd en hem de cautie was gegeven. Aangezien het onderzoek ter terechtzitting nog niet verder was gekomen dan het vragen naar de personalia van verzoeker en het geven van de cautie, waren er op dat moment geen feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou hebben kunnen leiden. Van enige vooringenomenheid jegens verdachte is geen sprake geweest. Gezien de toelichting die verzoeker op zijn verzoek heeft gegeven, lijkt het er eerder op dat hij een wantrouwen koestert tegen de rechterlijke macht als geheel.
2.3
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek en heeft daar ter gelegenheid van de mondelinge behandeling van het onderhavige wrakingsverzoek voor aangevoerd dat tijdens de korte zitting niet gebleken is van feiten en omstandigheden die duiden op partijdigheid van de rechter.

3.De beoordeling

3.1
Wraking is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Bij de beoordeling van een verzoek tot wraking dient voorop te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens verzoeker een vooringenomenheid koestert, althans dat de door verzoeker geuite vrees voor vooringenomenheid van de rechter door objectieve factoren gerechtvaardigd is.
3.2
Aan de door verzoeker aangevoerde omstandigheden valt geen aanwijzing te ontlenen voor het oordeel dat de rechter door zijn persoonlijke instelling en overtuiging niet onpartijdig is. Ook overigens is voor een zodanig oordeel bij het onderzoek ter zitting geen houvast gevonden.
3.3
Te onderzoeken staat vervolgens of de aangevoerde omstandigheden, voor zover aannemelijk geworden, niettemin een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het oordeel dat de door verzoeker geuite vrees dat de rechter jegens hem een vooringenomenheid koestert - objectief - gerechtvaardigd is.
3.4
De wrakingskamer is van oordeel dat dit niet het geval is en overweegt daartoe als volgt. Verzoeker heeft aangevoerd dat de rechter onderdeel uitmaakt van een corrupte rechtbank, bij welke alle rechters niet onafhankelijk zijn. Nu een wrakingsverzoek voldoende specifiek gericht moet zijn tegen de rechter die de zaak behandelt en verzoeker geen feiten en omstandigheden heeft aangevoerd ter zake van vooringenomenheid van deze specifieke rechter, is het wrakingsverzoek ongegrond en dient het te worden afgewezen.

4.De beslissing

De wrakingskamer
wijst af het verzoek tot wraking van mr. A.J.M. van Breevoort.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.N. van Zelm van Eldik, voorzitter, mr. O.E.M. Leinarts en mr. W.J. Roos-van Toor, rechters en door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op 23 september 2014 in tegenwoordigheid van mr. E.M. Beumer, griffier.
Verzonden op:
aan:
- [naam verzoeker];
- mr. A.J.M. van Breevoort;
- mr. F.A. Hut, officier van justitie.