ECLI:NL:RBROT:2014:8867
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- H.J.M. van der Kaaij
- A.P. Hameete
- A.A. Kalk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in civiele procedure
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Rotterdam op 2 september 2014 een verzoek tot wraking afgewezen. Verzoeker, die betrokken was bij een civiele procedure, stelde dat de rechter, mr. W.F. Lubberink, niet onpartijdig kon zijn omdat hij verzoeker kende uit een eerdere procedure waarin verzoeker als getuige was opgeroepen. Verzoeker voelde zich hierdoor benadeeld en meende dat de rechter niet objectief kon oordelen in de lopende zaak. De wrakingskamer heeft echter vastgesteld dat er geen bewijs was dat de rechter verzoeker had herkend tijdens de zitting. De rechter ontkende verzoeker te hebben herkend en beide partijen kregen de gelegenheid om hun standpunten toe te lichten. De wrakingskamer oordeelde dat de vrees van verzoeker voor vooringenomenheid niet objectief gerechtvaardigd was. De opmerkingen van de rechter over de lichaamshouding van verzoeker werden niet als partijdig beschouwd, en de wrakingskamer concludeerde dat er geen aanwijzingen waren voor een oneerlijke behandeling. Het verzoek tot wraking werd daarom ongegrond verklaard en afgewezen.