Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[gedaagde3],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 26 februari 2014
- de conclusie van antwoord in reconventie
- het proces-verbaal van comparitie van 9 september 2014, inclusief de daaraan gehechte brieven van mr. Heijmeriks van 18 september 2014, van mr. Schras van 24 september 2014 en van mr. Dufour van 25 september 2014.
2.De feiten
€ 300 +
/gedeeltelijke aflossing’. Het bedrag van € 28.926,54 betreft de overeengekomen 15% vergoeding voor uw kantoor in deze procedure en kan derhalve naar uw rekening worden overgeboekt.
3.Het geschil
in conventie
- de Gemeente veroordeelt tot betaling van € 90.855,36, vermeerderd met rente vanaf 8 juli 2012;
- [gedaagde2] veroordeelt tot betaling van € 56.493,13, vermeerderd met rente vanaf de dag van de dagvaarding;
- voor recht verklaart dat [gedaagde3] onrechtmatig heeft gehandeld jegens Rabobank;
- [gedaagde3] veroordeelt tot betaling van € 8.333,81;
- onder de voorwaarde dat de Gemeente bevrijdend aan Rabobank heeft betaald door de betaling aan [gedaagde3]: veroordeling van [gedaagde3] tot betaling van € 90.855,36, vermeerderd met rente vanaf de dag der dagvaarding,
4.De beoordeling
in conventie en in reconventie
2.848,00(2,0 punten × tarief € 1.421,00)
768,00(2,0 punten × tarief € 384)
4.000,00(2,0 punten × tarief € 2.000,00)
5.De beslissing
1729]