ECLI:NL:RBROT:2014:8735
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- A.N. van Zelm van Eldik
- M. Fiege
- M.G.L. de Vette
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 26 juni 2014 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoeker in een bestuursrechtelijke procedure tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brielle. De verzoeker stelde dat de rechter, mr. C.E. Bos, geen uitstel had verleend voor de zitting van 21 mei 2014, wat volgens hem een schending van zijn recht op een eerlijke rechtsgang inhield. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat er wel degelijk uitstel was verleend, zoals blijkt uit een brief van de griffier van 19 mei 2014. In deze brief werd aan de verzoeker en het college meegedeeld dat de behandeling van het beroep was uitgesteld tot een nader te bepalen datum.
De wrakingskamer heeft het verzoek beoordeeld en geconcludeerd dat het ontbrak aan feitelijke grondslag. De verzoeker had geen bewijs geleverd van een uitstelverzoek en de rechter had ook niet geweigerd om uitstel te verlenen. De rechtbank benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden ondermijnen. In dit geval was er geen sprake van dergelijke omstandigheden.
De beslissing om het wrakingsverzoek af te wijzen werd genomen door de meervoudige kamer voor wrakingszaken, bestaande uit de voorzitter mr. A.N. van Zelm van Eldik en de rechters mr. M. Fiege en mr. M.G.L. de Vette. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier J.A. Faaij. De rechtbank concludeerde dat het verzoek tot wraking ongegrond was en dat de procedure kon worden voortgezet zonder verdere vertraging.