Uitspraak
Beschikking van 1 april 2014 betreffende de echtscheiding
Het verdere verloop van de procedure
- de tussenbeschikking van 28 november 2012;
- de rapporten van de raad voor de kinderbescherming, gedateerd 2 oktober 2013 en 4 januari 2013;
- de brieven (met bijlagen) van de zijde van de vrouw, gedateerd 18 januari 2013, 5 december 2013, 27 december 2013 en 3 januari 2013;
- een afschrift van de brief van de zijde van de vrouw aan de raad voor de kinderbescherming van 1 oktober 2013;
- de brieven (met bijlagen) van de zijde van de man, gedateerd 10 juli 2013 en 3 januari 2014.
- de brieven van de raad voor de kinderbescherming, gedateerd 7 augustus 2013;
- een afschrift van de brief van de raad voor de kinderbescherming aan de vrouw van 8 oktober 2013;
- de man met zijn advocaat mr. M.S. Clarenbeek;
- de vrouw met haar advocaat mr. J.A.M. Schoenmakers;
- de raad voor de kinderbescherming (hierna ook: de raad), vertegenwoordigd door mevrouw J.F. Timmermans;
- Bureau Jeugdzorg Stadsregio Rotterdam (hierna ook: BJZ), vertegenwoordigd door de heer R. Breugelmans.
De verdere beoordeling
- de minderjarigen zullen in een periode van drie weken de eerste twee weekenden van vrijdag na school tot zondag 18:00 uur bij de vrouw verblijven, waarbij de vrouw de minderjarigen op vrijdag ophaalt uit school en de man de minderjarigen op zondag ophaalt bij de vrouw;
- de minderjarigen verblijven voorts de helft van de feest- en vakantiedagen bij de vrouw, in onderling overleg tussen partijen nader te bepalen.
De beslissing
en alvorens verder te beslissen:
1 juli 2014,teneinde partijen in de gelegenheid te stellen ten aanzien van deze geschillen tot overeenstemming te komen, met het verzoek aan de advocaten van partijen uiterlijk twee weken vóór laatstgenoemde datum schriftelijk aan de rechtbank te berichten omtrent de resultaten van de onderhandelingen.