In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 29 augustus 2014, gaat het om een geschil tussen Individual AE en IT-University B.V. over de ontbinding van een overeenkomst voor het (her)bouwen van een website. AE had in september 2012 de opdracht gekregen van IT om de website te bouwen, met een overeengekomen prijs van € 7.590,00. IT heeft hiervan € 3.905,00 betaald. De overeenkomst was onderworpen aan de 'ICT~Office Voorwaarden', die bepalingen bevatten over leveringstermijnen en de voorwaarden voor ontbinding.
In de procedure heeft IT op 30 december 2012 de overeenkomst ontbonden, stellende dat AE in verzuim was. AE betwistte dit en vorderde betaling van het openstaande bedrag van € 5.075,07, inclusief rente en kosten. IT voerde aan dat AE de website niet tijdig had opgeleverd en dat zij daarom het recht had om de overeenkomst te ontbinden.
De kantonrechter oordeelde dat AE niet in verzuim was geraakt, omdat er geen expliciete ingebrekestelling was gedaan door IT. De veelvuldige e-mails over de voortgang van het project werden gezien als onderdeel van het bouwproces en niet als een formele ingebrekestelling. De rechter concludeerde dat IT niet het recht had om de overeenkomst te ontbinden, waardoor de overeenkomst nog steeds van kracht was. IT werd veroordeeld om het openstaande bedrag van € 3.685,00 aan AE te betalen, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De vordering van IT in reconventie werd afgewezen.