ECLI:NL:RBROT:2014:8550

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 juni 2014
Publicatiedatum
20 oktober 2014
Zaaknummer
C/10/13/136 R
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling wegens benadeling van schuldeisers

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 juni 2014 uitspraak gedaan over de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van een schuldenaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenaar opzettelijk informatie heeft verzwegen die relevant was voor de boedel, waaronder een pensioenuitkering van € 1.947,51. De rechter-commissaris had eerder op 26 februari 2014 een voordracht gedaan om de schuldsaneringsregeling te beëindigen, omdat de schuldenaar zijn informatieverplichting niet naar behoren nakwam en had geprobeerd zijn schuldeisers te benadelen. Tijdens de zitting op 13 juni 2014 heeft de schuldenaar, bijgestaan door zijn advocaat, verklaard dat hij de pensioenuitkering niet had doorgegeven aan de bewindvoerder en dat hij in paniek was geraakt door het ontstaan van nieuwe schulden. De bewindvoerder heeft voorgesteld om de schuldenaar nog een kans te geven, maar de rechtbank oordeelde dat de gedragingen van de schuldenaar onaanvaardbaar waren. De rechtbank heeft de toepassing van de schuldsaneringsregeling beëindigd op grond van artikel 350, derde lid, onder c en e van de Faillissementswet. Tevens is het salaris van de bewindvoerder vastgesteld op € 717,81, exclusief omzetbelasting. De uitspraak biedt inzicht in de strikte eisen die aan schuldenaren worden gesteld binnen de schuldsaneringsregeling en de gevolgen van het niet naleven van deze verplichtingen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team Insolventie
tussentijdse beëindiging schuldsaneringsregeling
insolventienummer: [nummer]
uitspraakdatum: 20 juni 2014
Bij vonnis van deze kamer van 8 februari 2013 is de toepassing van de
schuldsaneringsregeling uitgesproken ten aanzien van:
[naam],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres], [woonplaats],
schuldenaar,
bewindvoerder: J. Lagendaal.

1.De procedure

De rechter-commissaris heeft op 26 februari 2014 een voordracht gedaan om de toepassing van de schuldsaneringsregeling tussentijds te beëindigen. Op 10 juni 2014 heeft mr. I.D.C.J. van Driel namens schuldenaar een verweerschrift toegezonden. Schuldenaar, bijgestaan door zijn advocaat, en de bewindvoerder zijn gehoord ter terechtzitting van 13 juni 2014. De uitspraak is bepaald op heden.

2.De standpunten

Als gronden voor de voordracht tot tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling zijn door de rechter-commissaris aangevoerd dat schuldenaar zijn informatieverplichting niet (naar behoren) nakomt, nalaat zijn inkomen boven het vastgestelde vrij te laten bedrag (volledig) af te dragen aan de boedelrekening en dat schuldenaar heeft getracht zijn schuld- eisers te benadelen. Schuldenaar heeft namelijk getracht een aan hem uitbetaalde pensioen- uitkering te verzwijgen. Schuldenaar heeft de bewindvoerder per email van 3 februari 2014 kopieën van bankafschriften toegestuurd, met daaruit verwijderd een bijschrijving van een pensioenuitkering van € 1.947,51 en een daarop volgende pintransactie van € 1.500,00. Dit is de bewindvoerder gebleken na vergelijking van de bankafschriften met de later, op verzoek van de bewindvoerder, door schuldenaar in PDF-formaat toegestuurde bank-afschriften.
De advocaat van schuldenaar heeft in zijn verweerschrift aangevoerd dat schuldenaar boetes zijn opgelegd wegens overtredingen van verkeersvoorschriften. Met de aan schuldenaar uitbetaalde pensioenuitkering heeft schuldenaar deze nieuwe schulden voldaan. Schuldenaar heeft niet begrepen dat hij de pensioenuitkering naar de boedelrekening had moeten over- maken. Op de derdenrekening van de advocaat van schuldenaar is een gift ontvangen van € 1.681,22, waarmee de boedelachterstand, die wegens het niet afdragen van de pensioen-uitkering is ontstaan, kan worden ingelopen. De heer [naam], vrijwilliger bij Humanitas, zal schuldenaar in het vervolg begeleiden, onder meer bij het nakomen van de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen. De advocaat van schuldenaar verzoekt de voordracht van de rechter-commissaris af te wijzen.
Schuldenaar heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de bijschrijving van de pensioen-uitkering en de daarop volgende pinopname bewust uit zijn bankafschriften heeft verwijderd en dat hij de bewindvoerder hierover niet eerder heeft geïnformeerd. Schuldenaar is in paniek geraakt na het laten ontstaan van nieuwe schulden. Schuldenaar heeft de opgelegde boetes door zijn broer laten betalen en hiervoor de pinopname van € 1.500,00 aangewend, zodat de bewindvoerder niet van de nieuwe schulden op de hoogte zou raken. Schuldenaar heeft ter terechtzitting zijn excuses aangeboden.
De bewindvoerder heeft ter terechtzitting voorgesteld schuldenaar nog een kans te bieden om de schuldsaneringsregeling tot een goed einde te brengen, nu schuldenaar zijn excuses heeft aangeboden en de boedelachterstand middels de gift kan worden ingelopen.

3.De beoordeling

De rechtbank stelt vast dat schuldenaar bewust een bijschrijving van een pensioenuitkering van € 1.947,51 en een daarop volgende pinopname van € 1.500,00 uit zijn aan de bewind-voerder toegestuurde bankafschriften heeft verwijderd. Hiernaast stelt de rechtbank vast dat schuldenaar de bewindvoerder hierover niet uit eigen beweging heeft geïnformeerd. Ook heeft schuldenaar de bewindvoerder niet tijdig geïnformeerd over het ontstaan van boven- matige nieuwe schulden. Schuldenaar heeft zelfs verklaard dat hij de nieuwe schulden voor de bewindvoerder verborgen wilde houden.
Hiermee is komen vast te staan dat schuldenaar heeft getracht zijn schuldeisers te benadelen, door baten voor de boedel te verzwijgen. Ook is schuldenaar zijn informatieverplichting niet naar behoren nagekomen. De schuldsaneringsregeling biedt een schuldenaar in een problematische schuldensituatie de mogelijkheid om na drie jaar een schone lei te krijgen, waardoor zijn schuldeisers de resterende schuldenlast niet langer kunnen opeisen. In dit kader acht de rechtbank het onaanvaardbaar dat schuldenaar op genoemde wijze heeft getracht zijn schuldeisers baten te onthouden en de bewindvoerder niet tijdig volledige openheid van zaken heeft gegeven. Dat de boedelachterstand, die is ontstaan wegens het niet afdragen van de pensioenuitkering, middels een gift kan worden ingelopen, maakt dit niet anders.
De toepassing van de schuldsaneringsregeling wordt daarom beëindigd op grond van artikel 350, derde lid, onder c en e van de Faillissementswet.
De rechtbank stelt vast dat er geen baten beschikbaar zijn om daaruit vorderingen geheel of gedeeltelijk te voldoen. Er is daarom geen sprake van een faillissement van rechtswege, zodra deze uitspraak in kracht van gewijsde gaat.
De rechtbank stelt het salaris van de bewindvoerder en de door deze gemaakte kosten vast conform het bepaalde in het Besluit salaris bewindvoerder schuldsanering.

4.De beslissing

De rechtbank:
  • beëindigt de toepassing van de schuldsaneringsregeling;
  • stelt het salaris van de bewindvoerder vast op € 717,81 (exclusief de daarover verschuldigde omzetbelasting).
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. van Kalmthout, rechter, en in aanwezigheid van mr. M. van der Veer, griffier, in het openbaar uitgesproken op 20 juni 2014. [1]

Voetnoten

1.