ECLI:NL:RBROT:2014:8538

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 oktober 2014
Publicatiedatum
20 oktober 2014
Zaaknummer
C/10/460638 / FT EA 14/2370
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing faillietverklaring vennootschap onder firma door gebrek aan medewerking van vennoten

Op 14 oktober 2014 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de afwijzing van een aangifte tot faillietverklaring van een vennootschap onder firma en haar vennoten. De aangifte was ingediend door één van de vennoten, [vennoot 2], op 30 september 2014, maar was ondertekend door slechts deze vennoot. De andere vennoot, [vennoot 1], weigerde uitdrukkelijk haar medewerking aan de aangifte, wat leidde tot juridische complicaties.

Tijdens de mondelinge behandeling op 7 oktober 2014 werd [vennoot 2] gehoord, vergezeld van een advocaat, terwijl [vennoot 1] ook aanwezig was. [vennoot 2] verklaarde dat de vennootschap een schuldenlast van € 22.000 had en dat zij sinds 2 juli 2014 niet meer werkzaam was. Tevens gaf zij aan uit de vennootschap te willen treden, maar er was geen overeenstemming met [vennoot 1]. Deze laatste betwistte de betalingsonmacht van de vennootschap en weigerde haar medewerking aan de aangifte.

De rechtbank oordeelde dat de aangifte tot faillietverklaring niet rechtsgeldig was, omdat de medewerking van alle vennoten vereist is. De rechtbank verwees naar de relevante jurisprudentie en het Procesreglement, dat vereist dat alle hoofdelijk aansprakelijke vennoten de aangifte ondertekenen. Aangezien de handtekening van [vennoot 1] ontbrak en er geen machtiging was gegeven, werd de aangifte afgewezen. De rechtbank concludeerde dat er geen reden was om de behandeling aan te houden, gezien de duidelijke weigering van [vennoot 1].

De beslissing van de rechtbank was om de aangifte tot faillietverklaring af te wijzen, en deze beschikking werd gegeven door mr. A.J. van Spengen, rechter, in aanwezigheid van mr. J. Nagtegaal, griffier. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open voor de partijen die daartoe recht hebben volgens de Faillissementswet, binnen acht dagen na de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team Insolventie
Rekestnummer: [nummer]
BESCHIKKING op het verzoek van:
1. de vennootschap onder firma
[naam],
gevestigd aan de [adres]
[plaats],
hierna: de vennootschap,
alsmede haar vennoten:
2)
[naam vennoot 1],
wonende aan de [adres]
[woonplaats]
hierna: [vennoot 1],
en
3)
[naam vennoot 2],
wonende aan de [adres]
[woonplaats]
hierna: [vennoot 2],
strekkende tot hun faillietverklaring op eigen aangifte.

1.De procedure

Op 30 september 2014 heeft [vennoot 2] een aangifte tot faillietverklaring van de vennootschap alsmede haar beide vennoten ingediend. De aangifte is op 23 september 2014 ondertekend door [vennoot 2]. De rechtbank heeft zowel de vennootschap alsmede haar beide vennoten opgeroepen voor de mondelinge behandeling in raadkamer.
Op 7 oktober 2014 zijn in raadkamer gehoord [vennoot 2], vergezeld van de heer [naam] en [vennoot 1], bijgestaan door mr. N. Claassen, advocaat.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De standpunten

[vennoot 2] heeft verklaard dat de vennootschap een totale schuldenlast heeft van € 22.000,- en dat zij sedert 2 juli 2014 niet meer werkzaam is in de vennootschap. Zij heeft tevens verklaard uit de vennootschap te willen treden en hierover tot op heden met [vennoot 1] geen overeenstemming te hebben bereikt.
[vennoot 1] heeft betwist dat de vennootschap dan wel zijzelf in privé in de toestand verkeert dat zij heeft opgehouden te betalen. [vennoot 1] heeft uitdrukkelijk haar medewerking aan onderhavige aangifte geweigerd.

3.De beoordeling

Het faillissement van een vennootschap onder firma houdt in beginsel tevens in het faillissement van de afzonderlijke vennoten, aangezien deze hoofdelijk voor het geheel van de schulden van de vennootschap aansprakelijk zijn. De eigen aangifte tot faillietverklaring van een vennootschap onder firma is op grond van haar niet-zelfstandigheid niet een handeling die elk der vennoten bevoegd is namens de vennootschap te verrichten. De medewerking van alle vennoten is dus vereist. Verwezen zij hierbij naar het arrest van de Hoge Raad van 19 juli 1921, gepubliceerd in
NJ1921, p. 1032. De aangifte dient, in overeenstemming hiermee, door ieder der hoofdelijk aansprakelijke vennoten te zijn ondertekend, tenzij de aangever door de overige vennoten is gemachtigd tot de aangifte.
Bovendien dient op grond van artikel 1.2.2.6 van het Procesreglement verzoekschriftprocedures insolventiezaken rechtbanken bij de eigen aangifte tot faillietverklaring een origineel uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie van elke vennoot te worden gevoegd.
De rechtbank stelt vast dat in onderhavige aangifte de handtekening dan wel machtiging van één beider vennoten ontbreekt. Tevens ontbreekt een origineel uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie van de betreffende vennoot. De rechtbank ziet geen aanleiding de behandeling aan te houden, nu [vennoot 1] in raadkamer uitdrukkelijk haar medewerking aan de aangifte heeft geweigerd.
De aangifte tot faillietverklaring wordt daarom afgewezen.

4.De beslissing

De rechtbank:
- wijst af de aangifte tot faillietverklaring.
Deze beschikking is op 14 oktober 2014 gegeven door mr. A.J. van Spengen, rechter, in aanwezigheid van mr. J. Nagtegaal, griffier. [1]
De griffier is buiten staat deze
beschikking mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.