ECLI:NL:RBROT:2014:8501
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake omgevingsvergunning voor het kappen van schietwilgen in Rotterdam
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 17 oktober 2014 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een omgevingsvergunning voor het kappen van 15 schietwilgen. De vergunning was verleend door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam op 23 juli 2014, waarbij de vergunninghoudster, Bomenwacht Nederland B.V., de bomen wilde kappen in het kader van haar zorgplicht op de sportterreinen aan de Kralingse Zoom en Honingerdijk. Verzoekster, Stichting De Bomenridders, heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 8 oktober 2014 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Verzoekster betoogde dat de vergunninghoudster met deskundige snoei van de schietwilgen had kunnen volstaan, in plaats van kappen. De voorzieningenrechter overwoog dat de APV Rotterdam voorschrijft dat de vergunning moet worden verleend als de zorgplicht van de vergunninghoudster dat vereist. De rechter concludeerde dat er voldoende basis was voor de zorgplicht, gezien de slechte conditie van de bomen en het risico van takbreuk.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de kap van de bomen noodzakelijk was om aan de zorgplicht te voldoen, ondanks de mogelijkheid van snoei. De rechter benadrukte dat de kap gedifferentieerd zou plaatsvinden en dat er voorschriften waren opgenomen om de gevolgen voor flora en fauna te waarborgen. Uiteindelijk werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat het bestreden besluit naar verwachting in bezwaar in stand zal blijven. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, en tegen de uitspraak stond geen rechtsmiddel open.