Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 oktober 2014 in de zaak tussen
Trias Zorgkantoor B.V., verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
mr. M. Lammerse, griffier.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 10 oktober 2014 uitspraak gedaan in een geschil over de verantwoording van een persoonsgebonden budget (pgb) op grond van de Algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ). Eiser, geboren op 13 juni 1996 en gediagnosticeerd met een autistische stoornis, had een pgb ontvangen voor begeleiding en logeerweekenden. Verweerder, Trias Zorgkantoor B.V., had bij besluit van 2 januari 2013 een bedrag van € 2.060,- afgewezen voor de verantwoording van het pgb over de periode van 1 januari 2012 tot en met 30 juni 2012. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, wat leidde tot een gedeeltelijke gegrondverklaring van het bezwaar door verweerder op 21 juni 2013.
Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. Tijdens de zitting op 3 juli 2014 zijn zowel eiser als zijn gemachtigde, alsook vertegenwoordigers van verweerder verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser geen procesbelang meer heeft bij een oordeel over de vergoeding van individuele begeleiding tijdens logeerweekenden, aangezien hij sindsdien geen gebruik meer maakt van deze zorg. De rechtbank heeft de vraag of deze begeleiding voor vergoeding in aanmerking komt onbeantwoord gelaten.
In het bestreden besluit heeft verweerder het primaire besluit herroepen en het tarief voor de geboden begeleiding gekwalificeerd als begeleiding gespecialiseerd PSY, waarvoor een vergoeding tot het maximumtarief van € 91,45 per uur kan worden toegekend. De rechtbank oordeelt dat de door Eddee in rekening gebrachte kosten voor begeleiding niet voor vergoeding in aanmerking komen, omdat er geen arbeidsrelatie bestaat tussen de budgethouder en de zorgverlener. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.