ECLI:NL:RBROT:2014:7923

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 september 2014
Publicatiedatum
29 september 2014
Zaaknummer
KTN-2994694
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering zorgverzekeraar wegens onduidelijke onderbouwing en verweer

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 26 september 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen de naamloze vennootschap Agis Zorgverzekeringen N.V. en een gedaagde die in persoon procedeerde. Agis vorderde een betaling van € 454,23 aan hoofdsom, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, omdat de gedaagde in gebreke was met de betaling van het eigen risico van zijn ziektekostenverzekering. De gedaagde erkende de betalingsachterstand, maar voerde aan dat er een betalingsregeling was getroffen die stipt werd nagekomen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat Agis onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar vordering. Noch bij dagvaarding noch bij conclusie van repliek heeft Agis een kopie van de relevante nota overgelegd. De kantonrechter merkte op dat de door Agis overgelegde sommatie en brief niet voldoende onderbouwd waren om de vordering te rechtvaardigen. De gedaagde had daarentegen wel bewijs geleverd van de betalingen die hij had gedaan in het kader van de betalingsregeling.

Gelet op het gebrek aan bewijs van Agis en de onderbouwing van het verweer door de gedaagde, heeft de kantonrechter de vordering van Agis afgewezen. Tevens is Agis veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die op nihil zijn begroot, aangezien de gedaagde de procesvoering in eigen hand heeft gehouden. De beslissing van de kantonrechter is een belangrijke uitspraak in het civiele recht, waarbij de noodzaak van een duidelijke onderbouwing van vorderingen door eisers wordt benadrukt.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 2994694 \ CV EXPL 14-18307
uitspraak: 26 september 2014
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de naamloze vennootschap
AGIS ZORGVERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd te Amersfoort,
eiseres,
gemachtigde: GGN Mastering Credit, gerechtsdeurwaarder A. Lodder,
tegen
[gedaagde],
wonende te Rotterdam,
gedaagde,
in persoon procederend.
Partijen worden hierna aangeduid als Agis en [gedaagde].

1.Het verloop van het proces

1.1
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter heeft kennisgenomen:
  • het exploot van dagvaarding van 27 maart 2014, met producties;
  • de conclusie van antwoord, met productie;
  • de conclusie van repliek, met productie;
  • de conclusie van dupliek.
1.2
De datum van deze uitspraak is door de kantonrechter bepaald op heden.

2.Het geschil

2.1
Agis heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen € 454,23 aan hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding, € 82,44 aan buitengerechtelijke kosten en € 3,40 aan verschenen rente tot aan de dag der dagvaarding, waarop in mindering strekt € 15,58, met proceskostenveroordeling.
2.2
Aan haar vordering legt Agis – zakelijk weergegeven – het navolgende ten grondslag. [gedaagde] heeft bij Agis een ziektekostenverzekering afgesloten. [gedaagde] is in gebreke met de tijdige voldoening van het verschuldigde eigen risico conform factuur 115004402918. Door dit verzuim is Agis genoodzaakt haar vordering uit handen te geven, waarvan de kosten op grond van de wet voor rekening van [gedaagde] dienen te komen.
2.3
[gedaagde] erkent dat er een betalingsachterstand is, maar voert als verweer dat partijen in januari 2014 zijn overeengekomen dat de afbetaling van onderhavige factuur wordt meegenomen in een lopende betalingsregeling van € 75,00 per maand. Deze regeling wordt stipt nagekomen door [gedaagde] zodat Agis ten onrechte is overgegaan tot dagvaarden van [gedaagde].

3.De beoordeling van de vordering

3.1
De kantonrechter zal onderhavige vordering afwijzen en overweegt daartoe als volgt.
3.1.1
Noch bij dagvaarding noch bij conclusie van repliek heeft Agis een kopie van onderhavige nota in het geding gebracht die naar de stellingen van Agis ziet op het eigen risico. Door Agis is wel bij dagvaarding in het geding gebracht een sommatie van 24 december 2013, deze sommatie vermeldt als dossiernummer: 1532411 en betreft een hoofdsom van € 454,13 gelijk aan de in deze procedure gevorderde hoofdsom. Bij conclusie van repliek is door Agis in het geding gebracht een brief van 27 december 2013. Deze brief waarin een betalingsregeling van € 75,00 per maand wordt bevestigd, vermeldt de dossiernummers: 1532411 en 1309551 en noemt een hoofdsom van € 670,69. Het vermelden van twee dossiernummers, waaronder kennelijk het dossiernummer dat op de onderhavige vordering ziet, en een verhoogde hoofdsom sluit aan bij de stellingen van [gedaagde] dat onderhavige factuur is meegenomen in een lopende betalingsregeling. Nu Agis onvoldoende gemotiveerd én onderbouwd heeft gesteld dat dit anders is, zal hier dan ook vanuit moeten worden gegaan.
3.1.2
Door [gedaagde] is een rekeningoverzicht in het geding gebracht waaruit blijkt dat er over de periode van september 2013 tot en met maart 2014 maandelijks € 75,00 is overgemaakt door [gedaagde]. Hieruit volgt dat de betalingsregeling in ieder geval tot en met maart 2014 wordt nagekomen. Zonder nadere toelichting van Agis, die ontbreekt, valt niet vast te stellen of de onderhavige vordering nog bestaat en zo ja tot op welke hoogte. Ook valt niet in te zien waarom ondanks de betalingsregeling tot dagvaarden is overgegaan om de onderhavige vordering betaald te krijgen. Immers in de conclusie van repliek wordt slechts in algemeenheden gerept over klaarblijkelijk twee regelingen. Eén regeling die werd nagekomen zodat de vordering is afgelost en één regeling die niet werd nagekomen. Zonder vermelding van concrete dossiernummers of onderliggende factuurnummers is echter niet te achterhalen hoe één en ander zich tot elkaar verhoudt. Nu het verweer van Tegman reeds bij de conclusie van antwoord is gevoerd en dit verweer niet gewijzigd is, is er geen aanleiding Agis nog in de gelegenheid te stellen nog een nadere toelichting te laten geven en dient de vordering te worden afgewezen.
3.2
De nevenvorderingen delen het lot van de afwijzing.
3.3
Als de in het ongelijk gestelde partij wordt Agis in de proceskosten veroordeeld van [gedaagde] welke op nihil worden begroot nu deze de procesvoering in eigen hand heeft gehouden.

4.De beslissing

De kantonrechter:
wijst af de vorderingen van Agis;
veroordeelt Agis in de proceskosten van [gedaagde] welke worden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Verkerk en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
745