Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van het proces
- het exploot van dagvaarding van 27 maart 2014, met producties;
- de conclusie van antwoord, met productie;
- de conclusie van repliek, met productie;
- de conclusie van dupliek.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 26 september 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen de naamloze vennootschap Agis Zorgverzekeringen N.V. en een gedaagde die in persoon procedeerde. Agis vorderde een betaling van € 454,23 aan hoofdsom, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, omdat de gedaagde in gebreke was met de betaling van het eigen risico van zijn ziektekostenverzekering. De gedaagde erkende de betalingsachterstand, maar voerde aan dat er een betalingsregeling was getroffen die stipt werd nagekomen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat Agis onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar vordering. Noch bij dagvaarding noch bij conclusie van repliek heeft Agis een kopie van de relevante nota overgelegd. De kantonrechter merkte op dat de door Agis overgelegde sommatie en brief niet voldoende onderbouwd waren om de vordering te rechtvaardigen. De gedaagde had daarentegen wel bewijs geleverd van de betalingen die hij had gedaan in het kader van de betalingsregeling.
Gelet op het gebrek aan bewijs van Agis en de onderbouwing van het verweer door de gedaagde, heeft de kantonrechter de vordering van Agis afgewezen. Tevens is Agis veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die op nihil zijn begroot, aangezien de gedaagde de procesvoering in eigen hand heeft gehouden. De beslissing van de kantonrechter is een belangrijke uitspraak in het civiele recht, waarbij de noodzaak van een duidelijke onderbouwing van vorderingen door eisers wordt benadrukt.