2.4. (De advocaat van) Du Pont heeft op 3 april 2013 het volgende aan (de advocaat van) Stedin schriftelijk bericht:
“(…) Uit de hiervoor genoemde brieven en e-mails maak ik op dat Stedin pas onderhoud en de storingsdienst met betrekking tot de transformatoren, waaronder het noodzakelijke onderhoud aan het besturingspaneel zal uitvoeren, de factuur van Desco inzake bodemsaneringskosten zal betalen en tot creditering van het bedrag aan periodieke aansluitvergoedingen zal overgaan wanneer Du Pont en Desco:
schriftelijk bevestigen dat zij het rechtsgeldige bestaan van de Overeenkomst inzake aansluiting en transport van elektriciteit (“ATO”), de Verhuurovereenkomst Transformatoren (“Verhuurovereenkomst”) en de Vaststellingsovereenkomst (hierna gezamenlijk aangeduid als de “Overeenkomsten”) erkennen en niet langer betwisten en afstand doen van hun eerdere betwistingen;
Du Pont en Desco schriftelijk bevestigen dat het in opdracht van Du Pont uitvoeren van de onderhoudswerkzaamheden aan de transformatoren door Stedin en de betaling daarvan door Du Pont niet betekent dat de transformatoren, inclusief bijbehoren, zoals het besturingspaneel, eigendom zouden zijn of worden van Du Pont (of Desco) en dat Du Pont en Desco het eigendom daarvan nooit zullen vorderen; en
dat Du Pont meewerkt aan de vestiging van een recht van opstal, zoals overeengekomen in artikel 8.3 Verhuurovereenkomst, welk recht van opstal zou moeten worden gevestigd doordat de onderhoudswerkzaamheden aan het besturingspaneel in uitvoering worden genomen.
Met het voorgaande is sprake van (toerekenbare) tekortkomingen in de nakoming door Stedin van de tussen haar en Du Pont en Desco geldende Overeenkomsten.
(…)
Ik wend mij hierbij nogmaals tot u, met een laatste en zeer dringend verzoek aan Stedin om de Overeenkomsten volledig en vrijwillig na te komen.
In dat verband het volgende.
2. Overeenkomsten
Tussen Stedin en Du Pont en Desco zijn de Overeenkomsten van kracht.
(…)
Kortom, er kan geen twijfel over bestaan dat de Overeenkomsten tussen Stedin, Du Pont en Desco van kracht zijn. Stedin, Du Pont en Desco zijn dan ook gebonden aan de Overeenkomsten en moeten deze nakomen. Daarbij werken de ATO en de Verhuurovereenkomst terug tot 1 januari 2000.
Du Pont en Desco hebben in een eerder stadium, voordat zij de Overeenkomsten hebben ondertekend, Stedin een aantal keer er op gewezen dat de Overeenkomsten naar hun mening in strijd zijn met de wet, waaronder de Elektriciteitswet 1998 (“E’98”) en artikel 5:20 Burgerlijk Wetboek (“BW”), en Stedin verzocht om de Overeenkomsten aan te passen. Stedin heeft echter aangegeven daartoe niet bereid te zijn en heeft zelfs meermaals gedreigd Du Pont en Desco te zullen afsluiten indien zij niet tot ondertekening van de Overeenkomsten zouden overgaan. De Overeenkomsten zijn bijgevolg door Du Pont en Desco ondertekend zonder dat zij eerst in overeenstemming met de wet zijn gebracht.
3. Eigendom transformatoren
(…) De eigendom van de transformatoren staat tussen Stedin, Du Pont en Desco echter niet meer ter discussie.
De transformatoren zijn zowel naar het oordeel van Stedin als naar de wens van Du Pont en Desco eigendom van Stedin.
Dat de transformatoren eigendom van Stedin zijn volgt uit artikel 5:20 lid 2 BW en is ook neergelegd in de Overeenkomsten,. (…)
De transformatoren vallen onder de definitie van ‘net’ in de zin van artikel 1 lid 1 onder 1 E’08. Bijgevolg is voor de bepaling van de eigendom niet de hoofdregel van artikel 5:20 lid 2 BW van toepassing en wordt de eigendom van de transformatoren niet verticaal nagetrokken door de grond van Du Pont waarop zij staan.
Op grond van de bijzondere eigendomsregeling voor netten in artikel 5:20 lid 2 BW berust de eigendom van de transformatoren bij Stedin als de bevoegde aanlegger van de transformatoren (…).
Daarbij is in artikel 1.1 Vaststellingsovereenkomst vastgesteld dat Du Pont en Desco niet langer het eigendomsrecht van Stedin op de transformatoren betwisten.
Met de Vaststellingsovereenkomst (en de ATO en de Verhuurovereenkomst) is de discussie tussen enerzijds Du Pont en Desco en anderzijds Stedin over de eigendom van de transformatoren waarvan in het verleden sprake was derhalve beëindigd.
(…)
Het feit dat Du Pont, Desco en Stedin het er over eens zijn dat de transformatoren eigendom van Stedin zijn en Du Pont en Desco de eigendom van de transformatoren niet betwisten sluit evenwel niet geheel uit dat de transformatoren tegen de wens van Desco, Du Pont en Stedin toch eigendom van Desco zijn, doordat zij mogelijk door bestanddeelvorming onderdeel van het net van Desco en bijgevolg eigendom van Desco zijn. Daarbij is in de huidige situatie niet uitgesloten dat derden er gerechtvaardigd op kunnen vertrouwen dat de transformatoren eigendom van een ander dan Stedin zijn.
Gelet op de situatie waarin Du Pont, Desco en Stedin zich nu bevinden achten Du Pont en Desco het van groot belang dat de status van de transformatoren – nog verder – wordt verduidelijkt, zodat bestanddeelvorming met het net van Desco is uitgesloten en ook jegens derden duidelijk komt vast te staan dat Stedin geldt als eigenaar van de transformatoren. (…)
Uitdrukkelijk zonder de eigendom van Stedin ten aanzien van de transformatoren ter discussie te willen stellen, merk ik nog op dat anders dan in de Overeenkomsten is bepaald met de vestiging van een recht van opstal het eigendomsrecht van Stedin niet kan worden “bevestigd”. Dat de transformatoren eigendom zijn van Stedin volgt immers uit artikel 5:20 lid 2 BW. Van verticale natrekking op grond van artikel 5:20 lid 1 BW van de transformatoren met de grond van Du Pont is geen sprake. Bijgevolg is geen sprake van een situatie waarin een opstalrecht verticale natrekking kan doorbreken en zo eigendom kan bevestigen. De vestiging van een opstalrecht ter bevestiging van het eigendomsrecht van Stedin is gelet op het voorgaande dan ook niet in lijn met de wet, in het bijzonder artikel 5:20 lid 2 BW, en om die reden niet mogelijk. Gelet op het voorgaande is een vestiging van een opstalrecht ter bevestiging van het eigendomsrecht van Stedin echter ook niet nodig. Door middel van de hiervoor genoemde inschrijving van de eigendom van Stedin in de openbare registers kan de door Stedin en Du Pont en Desco gewenste bevestiging van de eigendom van Stedin worden gerealiseerd.
4. Onderhoud bedieningspaneel
(…)
5. Factuur en creditfactuur
(…)
6. Tot slot
Du Pont en Desco kunnen helaas niet anders dan concluderen dat er sprake is van (toerekenbare) tekortkomingen in de nakoming door Stedin van de tussen Stedin en Du Pont geldende Overeenkomsten. Bovendien maakt Stedin door de wijze waarop zij zich jegens Du Pont en Desco opstelt misbruik van haar (economische) machtspositie. (…)
Du Pont en Desco houden en stellen Stedin daarbij geheel aansprakelijk voor alle schade die voortvloeit uit een (toerekenbare) tekortkoming in de nakoming van haar contractuele verplichtingen onder de Overeenkomsten en/of voortvloeiend uit onrechtmatig handelen van Stedin jegens Du Pont en/of Desco.
Ik benadruk dat Du Pont en Desco evenwel hopen dat Stedin zal overgaan tot ondertekening van de Overeenkomsten en nakoming van al haar contractuele verplichtingen onder de Overeenkomsten en tot inschrijving van haar eigendomsrecht van de transformatoren in de openbare registers (…).”