ECLI:NL:RBROT:2014:7380

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 september 2014
Publicatiedatum
3 september 2014
Zaaknummer
10/765040-13 (minderjarig)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cybercrime en computervredebreuk door minderjarige verdachte met ernstige inbreuk op persoonlijke levenssfeer

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 4 september 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, geboren in 1994, die zich schuldig heeft gemaakt aan verschillende vormen van cybercrime. De verdachte werd beschuldigd van het inbreken op computers, het verspreiden van een naaktfilmpje van een jong meisje op haar Facebookaccount, en het veranderen van wachtwoorden van sociale media-accounts. De feiten vonden plaats tussen 2011 en 2012, waarbij de verdachte gebruik maakte van kwaadaardige software om toegang te krijgen tot de computers van zijn slachtoffers. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, door zijn daden, een ernstige inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer, wat leidde tot aanzienlijke schade voor het slachtoffer. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot 107 dagen jeugddetentie, waarbij de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn verminderd toerekeningsvatbaarheid als gevolg van een stoornis van Asperger. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij, die schadevergoeding eiste, gedeeltelijk toegewezen. De rechtbank heeft de verdachte ook veroordeeld tot betaling van wettelijke rente over de toegewezen bedragen. De uitspraak benadrukt de ernst van cybercriminaliteit en de impact ervan op slachtoffers, vooral wanneer het gaat om minderjarigen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team Jeugd

Parketnummer: 10/765040-13 (minderjarig)
Datum uitspraak: 4 september 2014
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[naam verdachte],

geboren op [geboortedatum] 1994 te [geboorteplaats],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op het adres: [adres]
raadsman mr. J.C. Spigt, advocaat te Rotterdam.
ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING
Het onderzoek op de terechtzitting heeft plaatsgevonden op 21 augustus 2014.
TENLASTELEGGING
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de vordering nadere omschrijving tenlastelegging, waarbij de oorspronkelijke opgave van de feiten als bedoeld in artikel 261, derde lid van het Wetboek van Strafvordering op vordering van de officier van justitie is gewijzigd. De tekst van de nader omschreven tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
EIS OFFICIEREN VAN JUSTITIE
De officieren van justitie mrs. M. van Solingen en J.M. Bonnes (hierna: de officier van justitie) hebben gerekwireerd tot:
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde;
-
Primair:
- toepassing van artikel 77b van het Wetboek van Strafrecht;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 137 dagen met aftrek van voorarrest, alsmede ter beschikkingstelling (hierna: TBS) van de verdachte met voorwaarden, conform het reclasseringsadvies voorbereiding TBS met voorwaarden van Reclassering Nederland van 19 augustus 2014, waarbij de officier van justitie de rechtbank verzoekt te bepalen dat de TBS met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is.
-
Subsidiair:
Indien de rechtbank van oordeel is dat artikel 77a van het Wetboek van Strafrecht dient te worden toegepast:
- veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 137 dagen met aftrek van voorarrest.
De eis is gebaseerd op de samenhang met de feiten vermeld op de dagvaarding van verdachte als meerderjarige onder hetzelfde parketnummer.
BEWEZENVERKLARING
Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op
een of meertijdstippen in of omstreeks de periode van
12 januari 20127 december 2011 (eerste datum zaak A2)tot en met 14 december 2012 te Rotterdam,
althans in Nederland,(telkens
)opzettelijk en wederrechtelijk in (een) geautomatiseerd werk(en) voor opslag of verwerking van gegevens,
te weten
tenminste negencomputers, toebehorende aan of in gebruik bij de slachtoffers van zaak A2,A4 en A6
althans in een deel daarvan,is binnengedrongen,
waarbij hij, verdachte, toegang tot
dat/die werk
(en
)heeft verworven
door het doorbreken van een beveiliging en/ofdoor een technische ingreep
en/of met hulp van valse signalen en/of valse sleutel en/of door het aannemen van een valse hoedanigheid
waarna hij, verdachte, gegevens, die in
dat/die geautomatiseerd
(e
)werk
(en
)waren opgeslagen
en/of werden verwerkt en/of werden overgedragen door middel van het/de geautomatiseerd(e) werk(en)waarin hij, verdachte, zich wederrechtelijk bevond, voor zichzelf
of een anderheeft overgenomen
en/of afgetapt en/of opgenomen
door gebruikmaking van kwetsbaarheden in genoemd geautomatiseerd werk, te weten door een (kwaadaardig) software -programma ([programma1], [programma2], [programma3],[programma4] en/of [programma5],
althans een Remote Administration Toolkit),
en/of (een) ander(e) software-programma('s), te (doen) verspreiden en/ofte (doen) installeren;
hij op
of omstreeks6 september 2012 te Rotterdam,
in elk geval in Nederland,
één
of meermalenafbeelding
(en),te weten één
of meer foto('s) en/ofvideo
('s) en/
offilm
(s)
heeft
verspreid en/ofaangeboden en
/ofin bezit heeft gehad
door
het verzenden van een e-mail met die afbeelding(en) en/ofhet plaatsen op een
(social-media
)account
en/of internetvan die afbeelding
(en)
terwijl op die afbeelding
(en) (een)seksuele gedraging
(en
)zichtbaar
is/zijn, waarbij
(telkens)een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt (te weten het meisje aangeduid als B1, geboren oktober 1995), was betrokken
of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het (met een voorwerp
en/of de hand) betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen
en/of de billenen/of de borsten van dat meisje B1
, althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt;
hij
op één of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van 8 tot en met 9 september 2012 te Rotterdam,
althans in Nederland, (telkens)opzettelijk en wederrechtelijk gegevens die door middel van een geautomatiseerd werk of door middel van telecommunicatie zijn opgeslagen, worden verwerkt of overgedragen, heeft veranderd en
/of
gewist en/of
onbruikbaar gemaakt en
/of
ontoegankelijk heeft gemaakt en
/of
andere gegevens daaraan heeft toegevoegd,
immers, heeft hij, verdachte,
door gebruikmaking van kwetsbaarheden in
eengenoemdgeautomatiseerd werk, te weten door een (kwaadaardig) software -programma (
[programma1],[programma2]
, [programma3],[programma4] en/of [programma5], althans een Remote Administration Toolkit),
en/of (een) ander(e) software-programma('s), te (doen) verspreiden en/ofte (doen) installeren,
- ten aanzien van aangever zaak B2 en ten aanzien van aangevers zaak B3, passwords van Twitter en Facebook accounts verkregen en deze passwords vervolgens gewijzigd en
/of(vervolgens) wederrechtelijk een of meer berichten op die accounts geplaatst;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
BEWIJSMOTIVERING
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan is gegrond op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende daartoe redengevende feiten en omstandigheden.
Aangezien de verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor bewezenverklaard, op de zitting heeft bekend, wordt ten aanzien van die feiten volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen. Deze opgave van de bewijsmiddelen is als bijlage II aan dit vonnis gehecht. Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis.
STRAFBAARHEID FEITEN
De bewezen feiten leveren op:
1.
computervredebreuk, terwijl de dader vervolgens gegevens die zijn opgeslagen door middel van het geautomatiseerde werk waarin hij zich wederrechtelijk bevindt, voor zichzelf overneemt, meermalen gepleegd;
2.
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, aanbieden en in bezit hebben;
3.
opzettelijk en wederrechtelijk gegevens die door middel van een geautomatiseerd werk en door middel van telecommunicatie zijn opgeslagen, worden verwerkt en worden overgedragen, veranderen, onbruikbaar maken, ontoegankelijk maken en daar andere gegevens aan toevoegen, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.
STRAFBAARHEID VERDACHTE
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.
STRAFMOTIVERING
Inleiding
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Deze strafzaak kan niet los worden gezien van de strafzaak waarin de verdachte als meerderjarige is gedagvaard voor soortgelijke feiten en waarin de rechtbank bij vonnis van heden eveneens uitspraak doet. De strafopleggingen en strafmotiveringen moeten dan ook in samenhang worden gelezen.
De feiten
De verdachte heeft zich bezig gehouden met computercriminaliteit. Hij verspreidde software waarmee hij ongemerkt de besturing van andere computers kon overnemen en gegevens die op die computers stonden kon downloaden, veranderen of wissen. Het hacken was voor de verdachte een spel en het gaf hem een gelukzalig gevoel. Het was hem te doen om het hebben van macht over de gehackte computers.
Het bleef niet bij het enkele inbreken en overnemen van gegevens.
De verdachte heeft gebruik gemaakt van afgevangen wachtwoorden van medewerkers van een horecagelegenheid. Hiermee heeft hij ingelogd op de Facebook en Twitteraccounts van dat bedrijf en hij heeft valse berichten op die accounts geplaatst die verwezen naar een door hem gebouwde namaaksite. Om verwijdering van die berichten te bemoeilijken, heeft hij de wachtwoorden van de accounts vervolgens veranderd.
Het zwaarst weegt echter wat de verdachte heeft gedaan met een filmpje dat hij op de computer van slachtoffer B1 aantrof. Het slachtoffer had zelf een filmpje gemaakt waarop zij masturberend te zien was. Zij had het daarna in haar prullenbak geplaatst. De verdachte heeft het filmpje echter van haar computer overgenomen en vervolgens op de eigen Facebookpagina van het slachtoffer geplaatst.
Door aldus te handelen heeft de verdachte een zeer ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer en heeft hij haar grote schade berokkend. Het slachtoffer is een meisje in een kwetsbare fase van haar leven: de overgang van jeugd naar volwassenheid.
Tekenend is de foto van het slachtoffer, aangetroffen op de computer van de verdachte, waarop de ontzetting van haar gezicht is af te lezen als zij ontdekt wat de verdachte heeft gedaan. De verdachte had deze foto ondergebracht in een map met de veelzeggende titel “whenvideowentonline”.
De rechtbank rekent de verdachte deze feiten zwaar aan. Op dergelijke feiten kan in beginsel niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een vrijheidsbenemende straf.
De persoonlijke omstandigheden
Het is in het nadeel van de verdachte dat hij al eerder een transactie heeft aangeboden gekregen voor gepleegde computercriminaliteit en dat hij al eens van school is gestuurd omdat hij op computers van (docenten van) die school had ingebroken. Het heeft hem er niet van weerhouden de feiten waarvoor hij thans wordt veroordeeld, te plegen.
In het voordeel van de verdachte is ermee rekening gehouden dat hij zijn volledige medewerking aan het onderzoek heeft verleend en de wachtwoorden van de versleutelde harde schijven heeft verstrekt.
De rechtbank heeft acht geslagen op de rapporten die over de verdachte zijn uitgebracht:
  • de rapportage van psycholoog Offermans, psychiater Geurkink en forensische milieuonderzoekers Stotijn en Van der Meer, en
  • rapporten van de reclassering met betrekking tot de voorlopige hechtenis, de voortgang van het schorsingstoezicht en mogelijke voorwaarden voor een TBS met voorwaarden.
Ten aanzien van minderjarige verdachten geldt als hoofdregel dat het sanctierecht voor jeugdigen wordt toegepast. Ingevolge artikel 77b van het Wetboek van Strafrecht kan het sanctierecht voor jeugdigen echter buiten toepassing gelaten worden en kan recht worden gedaan overeenkomstig het sanctierecht voor volwassenen indien de rechtbank daartoe grond vindt in de ernst van het begane feit, de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder het feit is begaan.
In tegenstelling tot de deskundigen en de officier van justitie ziet de rechtbank geen aanleiding om van de hoofdregel af te wijken. Verdachte was ten tijde van de ten laste gelegde feiten nog schoolgaand en inwonend bij zijn ouders en maakt met name op het sociaal-emotionele vlak zeker geen volwassen indruk op de rechtbank.
De ernst van de begane feiten geeft de rechtbank evenmin aanleiding tot afwijking van genoemde hoofdregel. Zoals eerder gezegd, houdt de rechtbank rekening met het feit dat bij vonnis van heden de verdachte ook wordt veroordeeld voor feiten die hij als meerderjarige heeft begaan en met de afdoening in de gezamenlijke vonnissen wordt de ernst van de feiten voldoende tot uitdrukking gebracht.
Toepassing van het strafrecht voor minderjarigen betekent dat van TBS met voorwaarden geen sprake kan zijn, nu dit een maatregel is die alleen bij toepassing van het volwassenenstrafrecht kan worden opgelegd.
Conclusies
De rechtbank neemt de conclusie van de psychiater en psycholoog, dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is als gevolg van de bij hem geconstateerde stoornis van Asperger, over. Ook acht zij net als de deskundigen behandeling van de verdachte noodzakelijk. Nu deze behandeling echter zal worden opgelegd in het vonnis waarin de feiten die de verdachte als meerderjarige heeft begaan staan omschreven, volstaat de rechtbank in deze zaak met een onvoorwaardelijke jeugddetentie.
Alles afwegende, is na te noemen straf passend en geboden.
VOORLOPIGE HECHTENIS
De rechtbank legt bij de vonnissen van heden in totaal 137 dagen onvoorwaardelijke vrijheidsstraf op, verdeeld over 107 dagen jeugddetentie en 30 dagen gevangenisstraf. Die periode heeft de verdachte reeds in voorlopige hechtenis uitgezeten, zodat noch voor dit vonnis, noch voor het andere vonnis een onvoorwaardelijk ten uitvoer te leggen vrijheidsstraf resteert.
VORDERING BENADEELDE PARTIJ/SCHADEVERGOEDINGSMAATREGEL
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [B1], die advocaat mr. H. Alabas, (vestigingsadres, Hollandsch Diep 69, 2904 EP Capelle aan den IJssel) gemachtigd heeft haar ter zake te vertegenwoordigen, voor wat betreft het onder 2 tenlastegelegde feit.
De benadeelde partij vordert een bedrag van € 848,- aan materiële schade en een bedrag van € 5.000,- aan immateriële schade.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering.
De raadsman van verdachte heeft geconcludeerd tot:
- afwijzing, dan wel matiging van de gevorderde kosten ten aanzien van de laptop;
- niet-ontvankelijkverklaring van de gevorderde reiskosten wegens onvoldoende
onderbouwing;
- niet-ontvankelijkverklaring van de gevorderde telefoon/portokosten wegens
onvoldoende onderbouwing;
- niet-ontvankelijkverklaring van de gevorderde kosten ten aanzien van het volgen van
een examencursus;
- matiging van de gevorderde immateriële schade.
De rechtbank oordeelt als volgt:
1.
Laptop. De vordering zal toegewezen worden tot een bedrag van € 200,-. Dit zijn de door de rechtbank geschatte herstelkosten van de laptop. Het meer gevorderde zal worden afgewezen.
2.
Reiskosten. Ondanks dat nadere onderbouwing door middel van stukken ontbreekt worden de door de benadeelde partij gevorderde kosten als redelijk beschouwd. De gevorderde € 20,- zal derhalve schattenderwijs worden toegewezen.
3.
Telefoon- en portokosten. Ondanks dat nadere onderbouwing door middel van stukken ontbreekt, worden de door de benadeelde partij gevorderde kosten als redelijk beschouwd. De gevorderde € 25,- zal derhalve schattenderwijs worden toegewezen.
4.
Extra cursus. De benadeelde partij zal ten aanzien van dit deel van de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu thans onvoldoende vast is komen te staan dat de schade waarvan vergoeding wordt gevorderd rechtstreeks verband houdt met het onder 2 bewezen verklaarde feit.
5.
Smartengeld. Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde strafbare feit waarmee bij de strafoplegging rekening is gehouden, rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. Die schade zal op dit moment naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 1.500,-. Behandeling van het overige deel van de vordering van de benadeelde partij levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De benadeelde partij zal daarin in zoverre niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
De verdachte wordt tevens veroordeeld tot betaling van wettelijke rente over de toegewezen bedragen.
Nu de vordering van de benadeelde partij in overwegende mate zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.
TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
Gelet is op de artikelen 36f, 77a, 77g, 77h, 77i, 138ab, 240b en 350a van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot jeugddetentie voor de tijd van
107 (honderdzeven) dagen;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht, zodat thans geen onvoorwaardelijk ten uitvoer te leggen jeugddetentie resteert;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst;
wijst de vordering van
de benadeelde partij [B1]toe tot een bedrag van € 1.745,- (zegge: zeventienhonderdvijfenveertig euro) en veroordeelt de verdachte dit bedrag tegen kwijting aan haar gemachtigde, te weten mr. H. Alabas, gevestigd aan Hollandsch Diep 69, 2904 EP Capelle aan den IJssel, te betalen;
bepaalt dat dit bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 september 2012 tot aan de dag van de algehele voldoening;
verklaart
de benadeelde partijniet-ontvankelijk in de vordering voor wat betreft de schadepost “extra cursus” en het meer gevorderde in de schadepost “smartengeld” en bepaalt dat dit laatste deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
wijst de vordering van
de benadeelde partijten aanzien van de schadepost “laptop” voor wat betreft het meer gevorderde af;
veroordeelt de verdachte tevens in de kosten door
de benadeelde partijgemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van
de benadeelde partijte betalen
€ 1.745,-(hoofdsom); beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van
€ 1.745,-vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van
27 dagen; toepassing van de vervangende jeugddetentie heft de betalingsverplichting niet op.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J. van den Bos, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mrs. M.J.M. Marseille en F. Aukema-Hartog, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.A. Versloot, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 4 september 2014.
Bijlage Ibij vonnis van 4 september 2014 in de strafzaak tegen de verdachte [naam verdachte], geboren op [geboortedatum] 1994 te [geboorteplaats]
TEKST NADER OMSCHREVEN TENLASTELEGGING
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
MINDERJARIG
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 7 december 2011 (eerste datum zaak A2) tot en met 14 december 2012 te Rotterdam, althans in Nederland, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk in (een) geautomatiseerd werk(en) voor opslag of verwerking van gegevens,
te weten ten minste negen computers, toebehorende aan of in gebruik bij de slachtoffers van zaak A2,A4 en A6
althans in een deel daarvan, is binnengedrongen,
waarbij hij, verdachte, toegang tot dat/die werk(en) heeft verworven door het doorbreken van een beveiliging en/of door een technische ingreep en/of met hulp van valse signalen en/of valse sleutel en/of door het aannemen van een valse hoedanigheid
waarna hij, verdachte, gegevens, die in dat/die geautomatiseerd(e) werk(en) waren opgeslagen en/of werden verwerkt en/of werden overgedragen door middel van het/de geautomatiseerd(e) werk(en) waarin hij, verdachte, zich wederrechtelijk bevond, voor zichzelf of een ander heeft overgenomen en/of afgetapt en/of opgenomen
door gebruikmaking van kwetsbaarheden in genoemd geautomatiseerd werk, te weten door een (kwaadaardig) software -programma ([programma1], [programma2], [programma3],[programma4] en/of [programma5], althans een Remote Administration Toolkit), en/of (een) ander(e) software-programma('s), te (doen) verspreiden en/of te (doen) installeren;
(zaak A2, A4, A6)
art 138ab lid 2 Wetboek van Strafrecht
MINDERJARIG
hij op of omstreeks 6 september 2012 te Rotterdam,
in elk geval in Nederland,
één of meermalen afbeelding(en),te weten één of meer foto('s) en/of video('s) en/of film(s)
heeft verspreid en/of aangeboden en/of in bezit heeft gehad
door het verzenden van een e-mail met die afbeelding(en) en/of het plaatsen op een (social-media)account en/of internet van die afbeelding(en)
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt (te weten het meisje aangeduid als B1, geboren oktober 1995), was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het (met een voorwerp en/of de hand) betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van dat meisje B1, althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt;
(zaak B1)
art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht
MINDERJARIG
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 tot en met 9 september 2012 te Rotterdam, althans in Nederland, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk gegevens die door middel van een geautomatiseerd werk of door middel van telecommunicatie zijn opgeslagen, worden verwerkt of overgedragen, heeft veranderd en/of
gewist en/of
onbruikbaar gemaakt en/of
ontoegankelijk heeft gemaakt en/of
andere gegevens daaraan heeft toegevoegd,
immers, heeft hij, verdachte,
door gebruikmaking van kwetsbaarheden in
eengenoemd geautomatiseerd werk, te weten door een (kwaadaardig) software -programma ([programma1], [programma2], [programma3],[programma4] en/of [programma5], althans een Remote Administration Toolkit), en/of (een) ander(e) software-programma('s), te (doen) verspreiden en/of te (doen) installeren,
- ten aanzien van aangever zaak B2 en ten aanzien van aangevers zaak B3, passwords van Twitter en Facebook accounts verkregen en deze passwords vervolgens gewijzigd en/of (vervolgens) wederrechtelijk een of meer berichten op die accounts geplaatst;
(Zaak B2, zaak B3)
art 350a lid 1 Wetboek van Strafrecht