ECLI:NL:RBROT:2014:7280

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 augustus 2014
Publicatiedatum
29 augustus 2014
Zaaknummer
C/10/434804 / HA ZA 13-1042
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Financiële afwikkeling ontbonden vennootschap en aanspraken aandeelhouder

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om de financiële afwikkeling van de ontbonden vennootschap TCN Merwestreek B.V. en de aanspraken van de aandeelhouders Condor Property Consultants Benelux B.V. en Condor Property Developers B.V. op de vereffenaar, [gedaagde]. De rechtbank heeft op 27 augustus 2014 vonnis gewezen in een civiele procedure waarin Condor c.s. vorderingen heeft ingesteld tegen [gedaagde] wegens onrechtmatig handelen en het niet voldoen aan openstaande facturen. De vorderingen omvatten onder andere een bedrag van € 178.500,00 aan Condor Benelux en € 186.223,61 aan Condor Developers, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De rechtbank heeft vastgesteld dat [gedaagde] als vereffenaar van TCN heeft opgetreden en dat hij tekort is geschoten in zijn taak door de openstaande factuur van Condor Benelux niet te voldoen voordat hij het liquidatiesaldo heeft uitgekeerd. De rechtbank heeft ook de verjaring van de vorderingen besproken, waarbij Condor c.s. heeft betoogd dat er geen sprake was van verjaring omdat er steeds communicatie is geweest tussen partijen. De rechtbank heeft de zaak aangehouden voor verdere aktewisseling en beoordeling van de vorderingen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team haven en handel
zaaknummer / rolnummer: C/10/434804 / HA ZA 13-1042
Vonnis van 27 augustus 2014
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CONDOR PROPERTY CONSULTANTS BENELUX B.V.,
gevestigd te Oss,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CONDOR PROPERTY DEVELOPERS B.V.,
gevestigd te Oss,
eiseressen in conventie,
verweersters in reconventie,
advocaat mr. M.F.J. Martens,
tegen
[gedaagde],
wonende te[woonplaats],
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. L. Alberts.
Partijen zullen hierna Condor Benelux, Condor Developers en [gedaagde] genoemd worden. Condor Benelux en Condor Developers zullen gezamenlijk als Condor c.s. (enkelvoud) worden aangeduid.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 8 januari 2014, alsmede de daaraan ten grondslag liggende stukken;
  • het proces-verbaal van comparitie van 27 maart 2014;
  • de akte van [gedaagde].
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van de in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen – voorzover van belang – het volgende vast:
2.1.
In 2003 is de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TCN Merwestreek B.V. (hierna: TCN) opgericht.
2.2.
Bij notariële akte verleden op 21 mei 2003 heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Apon, Van den Berg, Ter Braak, Tromp Beheer B.V. (hierna: Apon) 340 aandelen in het kapitaal van TCN aan de heer [belanghebbende] (hierna: de heer [belanghebbende]) verkocht en geleverd.
2.3.
Op 21 mei 2003 hebben de heren[belanghebbende1] (namens Apon), [gedaagde] (namens Exploitatie- en Beheersmaatschappij Merwestreek B.V., hierna: Merwestreek) en de heer [belanghebbende] een aandeelhoudersovereenkomst gesloten.
De aandeelhouders zijn het volgende overeengekomen:

1. Arbeid
De aandeelhouders willen gezamenlijk projecten ontwikkelen in TCN Merwestreek (…).
Een project is een project als de aandeelhouders er gezamenlijk in TCN Merwestreek de schouders onder zetten.
De inbreng van de aandeelhouders dient gelijkwaardig te zijn, waarbij ieder zijn sterke punten heeft.
De taakverdeling is daarbij al volgt:
[belanghebbende]:
acquisitie (beloning bij doorgaan project), onderhandelingen, vermarkting/inbreng marktkennis (vergoeding bij resultaat), public relations, accountmanagement;
Blom:
opzetten massa studies, maken van schetsplannen en verkoopdocumentatie (beloning afspreken per project), maken van kosten/baten analyses, projectontwikkeling, ondersteunen onderhandelingen;
[gedaagde]:
bouwprijs inschattingen, het voeren van onderhandelingen, het regelen van de inkoop, toets projectontwikkeling en sturing, organiseren van (voor)financiering van projecten, het verzorgen van de administratie voor de vennootschap en de projecten (vergoeding per project).
2.4.
Bij notariële akte verleden op 1 april 2004 heeft de heer [belanghebbende] 340 aandelen in het kapitaal van TCN aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Condor Property B.V. verkocht en geleverd. Blijkens een uittreksel van de Kamer van Koophandel waarin de handelsregisterhistorie is vermeld, is voormelde vennootschap op 1 april 2004 van naam gewijzigd. Vanaf 1 april 2004 draagt zij de naam Condor Developers.
2.5.
De aandelen in TCN werden als volgt gehouden: 50% van de aandelen waren in handen van Merwestreek, Apon bezat 33% van de aandelen en Condor Developers 17% van de aandelen.
2.6.
[belanghebbende] is (middellijk) bestuurder van Condor Developers en Condor Benelux.
2.7.
In een notariële akte verleden op 16 februari 2006 waarin Condor Developers als schuldenaar is aangeduid en Merwestreek als schuldeiser, is onder meer vermeld:

Schuldenaar verklaart bij deze wegens geleende gelden wel en wettig schuldig te zijn aan schuldeiser de som van EENHONDERD TWINTIGDUIZEND EURO (€ 120.000,00) van welk bedrag een door partijen in onderling overleg vast te stellen gedeelte bij schuldeiser in depot blijft.
De op het depot te vergoeden rente is gelijk aan de daarover te betalen rente.
Ten aanzien van deze geldlening is tussen partijen overeengekomen:
dat gemeld kapitaal te allen tijde aflosbaar zal zijn, doch eerst opeisbaar zal zijn op één april tweeduizend zeven en tegen die datum en daarna te allen tijde, zonder enige opzegtermijn;
dat van gemeld kapitaal een rente van zeven procent (7%) op jaarbasis verschuldigd zal zijn, uitgaande van de drie maands Euribor-rente op een april tweeduizend vier;
indien de drie-maands Euribor-rente meer dan één procent gewijzigd zal worden, hetzij naar boven, hetzij naar beneden, dan zal het rentepercentage met het verschil tussen de dan geldende drie maands Euribor-rente en de huidige drie maands Euribor-rente verhoogd respectievelijk verlaagd worden;
dat de rente betalingen plaats dienen te vinden per kwartaal bij achterafbetaling, telkens op één januari, één april, één juli en één oktober;
dat op gemeld kapitaal zal moeten worden afgelost, voor zover een dividenduitkering in na te melden vennootschap plaatsvindt’.
Tot zekerheid van de terugbetaling van deze geldlening (hierna: geldlening I) heeft Condor Developers de aandelen in TCN aan Merwestreek verpand.
2.8.
Op 28 maart 2006 heeft de heer [belanghebbende] aan de heren[belanghebbende1] en [gedaagde] een e-mailbericht toegezonden, waarin – voor zover rechtens relevant – is vermeld:

Heren,
Bestemming Ede is definitief.
Wanneer wordt met de sloop begonnen.
Wanneer vindt levering plaats.
Is de bijgewerkte versie van het resultaat (kosten/opbrengsten) gereed.
Gaarne vernemend,
Met vriendelijke groet,
[belanghebbende2]
[adres]
2.9.
Op 3 april 2006 heeft de heer [belanghebbende] per e-mailbericht de heren[belanghebbende1] en [gedaagde] bericht:

Heren,
Hebben wij een brief van de gemeente Ede ontvangen inzake de definitieve bestemmingswijziging.
Gaarne vernemend,
Met vriendelijke groet,
[belanghebbende2]
[adres]
2.10.
Op 6 april 2006 heeft de heer [belanghebbende] aan de heren[belanghebbende1] en [gedaagde] een e-mailbericht toegezonden, waarin – voor zover rechtens relevant – is vermeld:

Heren,
Jammer, ik moest op 05 april om 10.30 uur de vergadering verlaten, daarom nogmaals onderstaande vragen:
Is leveringsdatum bekend?
Wie gaat sloop doen en wanneer?
Is de bijgewerkte versie van het resultaat gereed?
Graag ontvang ik een kopie van het krantenbericht inzake bestemmingswijziging.
Gaarne vernemend,
[belanghebbende2]
[adres]
2.11.
Op 7 april 2006 heeft [gedaagde] aan [emailadres]en de heer[belanghebbende1] een e-mailbericht toegezonden, waarin – voor zover rechtens relevant – is vermeld:

Ps[belanghebbende2] je mag er bijzijn Tevens hehhen wij 2 feb 06 besproken dat jouw deel naast daat werkelijke verkoop 150000,== euro zal bedragen . hier mee heb je in gestemt. Dit bedrag is gebazeed op het geen nu bekend is . mvg baltus
2.12.
Blijkens een notariële akte verleden op 12 mei 2006 hebben Condor Developers en Merwestreek een tweede overeenkomst van geldlening gesloten. Condor Developers heeft een bedrag van € 60.000,00 geleend van Merwestreek.
In de akte is onder meer opgenomen:

Ten aanzien van deze geldlening is tussen partijen overeengekomen:
dat gemeld kapitaal te allen tijde aflosbaar zal zijn, doch eerst opeisbaar zal zijn op vijftien juli tweeduizend zes, behoudens verlenging in onderling overleg, en tegen die datum en daarna te allen tijde, zonder enige opzegtermijn;
dat van gemeld kapitaal een rente van negen procent (9%) op jaarbasis verschuldigd zal zijn;
dat de rente betalingen plaats dienen te vinden per kwartaal bij achterafbetaling, telkens op één januari, één april, één juli en één oktober;
dat op gemeld kapitaal zal moeten worden afgelost, voor zover een dividenduitkering in na te melden vennootschap plaatsvindt;
Tot zekerheid van de terugbetaling van deze geldlening (hierna: geldlening II) heeft Condor Developers een tweede pandrecht aan Merwestreek verleend op de aandelen in TCN.
2.13.
Op 25 januari 2007 heeft Condor Benelux aan TCN een factuur toegezonden, waarin is vermeld:

Betreft: Project Ede, Pollenstein 110; doorverkoop en doorberekening hogere budgetprijzen
Conform overeenkomst d.d. 02-02-2006 € 150.000,00
B.T.W. 19%€ 28.500,00
Totaal te voldoen € 178.500,00
Betaling bij notarieel transport, op rekeningnummer 54.70.507
2.14.
Op 15 juni 2007 heeft Merwestreek aan Condor Developers een brief toegezonden, waarin onder meer is vermeld:

Tot zekerheid voor de nakoming van de verplichting van Condor Property Developers B.V. uit hoofde van de door Exploitatie- en Beheersmaatschappij Merwestreek B.V. aan Condor Property Developers B.V. verstrekte geldleningen met hoofdsommen van € 120.000 en
€ 60.000 heeft Condor Property Developers B.V. haar aandelen TCN Merwestreek B.V. verpand aan Exploitatie- en Beheersmaatschappij Merwestreek B.V.
Op grond van artikel 3 uit de betreffende verpandingsakten trekt Exploitatie- en Beheersmaatschappij Merwestreek B.V. met onmiddellijke ingang de bevoegdheid van Condor Property Developers B.V. tot het incasseren van (contante) dividenden welke door TCN Merwestreek B.V. op de aandelen worden uitgekeerd in. Alle contante dividenden welke door TCN Merwestreek B.V. worden uitgekeerd aan Condor Property Developers B.V. zullen door Exploitatie- en Beheersmaatschappij Merwestreek B.V. worden gebruikt voor de betaling van de rente en aflossing van de genoemde geldleningen.
2.15.
Bij brief van 2 juli 2007 heeft Merwestreek aan Condor Developers, voor zover rechtens relevant, het navolgende bericht:

Hierbij melden wij u dat op 2 juli 2007 door TCN een interim-dividend van € 110.500 is uitgekeerd op de door Condor Property Developers B.V. aan Exploitatie- en Beheersmaatschappij Merwestreek B.V. verpande aandelen TCN Merwestreek B.V. Zoals wij u per (aangetekende) brief op d.d. 15 juni 2007 hebben gemeld, is dit bedrag door Exploitatie- en Beheersmaatschappij Merwestreek B.V. opgeëist ter betaling van rente en aflossing van de lening met hoofdsommen van € 120.000 en € 60.000.
Te uwer informatie treft u in de bijlage de overzichten van de leningen en de daarover berekende rente aan.
2.16.
Bij brief van 3 december 2007 heeft Condor Benelux aan TCN, voor zover rechtens relevant, het navolgende bericht:

Betr.: Project Ede, Pollenstein 110; doorverkoop en doorberekening hogere budgetprijzen
(…)
Inzake bovengenoemde, openstaande, factuur concluderen wij als volgt.
Ondanks diverse verzoeken en sommaties is deze betaling nog niet op onze rekening bijgeschreven.
2.17.
TCN heeft bij schrijven van 7 december 2007 aan Condor Benelux, voor zover rechtens relevant, het navolgende geantwoord:

Betreft: reactie op uw schrijven d.d. 3 december 2007
Geachte heer [belanghebbende],
Hiermee bevestigen wij de ontvangst van bovengenoemd schrijven.
Wij zijn overeengekomen dat u geen factuur meer zou sturen. Het schetst onze verbazing dat wij nu toch een factuur ontvangen hebben. (…)
Wellicht ten overvloede merken wij nog op dat het resultaat van de verkoop van het project Ede, Pollenstein toekomt aan TCN-Merwestreek B.V. en middels dividenduitkeringen zal toekomen aan de aandeelhouders. Wij hebben u reeds gemeld dat besloten is tot liquidatie van TCN-Merwestreek B.V.
2.18.
Op 17 november 2008 heeft Merwestreek aan Condor Developers een brief toegezonden, waarin onder meer is vermeld:

Ondanks vele aanmaningen hebben wij tot op heden geen aflossingen van u ontvangen inzake de leningen die Condor Property Developers B.V. van Exploitatie- en Beheersmaatschappij Merwestreek B.V. heeft ontvangen. Per 9 december 2008 zal de schuld inclusief rente € 100.310,16 bedragen. De berekening van dit bedrag is als bijlage bij deze brief gevoegd.
Aangezien op 9 december 2008 de Algemene Vergadering van Aandeelhouders door TCN Merwestreek B.V. zal worden gehouden, wijzen wij u erop dat Exploitatie- en Beheersmaatschappij Merwestreek B.V. op 15 juni 2007 de bevoegdheid van Condor Property Developers B.V. tot het incasseren van (contante) dividenden welke door TCN Merwestreek B.V. op de aandelen worden uitgekeerd heeft ingetrokken. Alle contante dividenden welke door TCN Merwestreek B.V. worden uitgekeerd aan Condor Property Developers B.V. zullen door Exploitatie- en Beheersmaatschappij Merwestreek B.V. worden gebruikt voor de betaling van de rente en aflossing van de genoemde geldleningen. Duidelijk zal zijn dat Exploitatie- en Beheersmaatschappij Merwestreek B.V. hiertoe gerechtigd is op grond van de notariële pandaktes.
2.19.
Op 12 oktober 2009 is TCN opgehouden te bestaan.
2.20.
Bij akte van cessie gedateerd 1 november 2013 heeft Merwestreek haar vordering op Condor Developers gecedeerd aan [gedaagde].

3.Het geschil

in conventie

3.1.
Condor c.s. vordert samengevat en na wijziging van eis - veroordeling van [gedaagde]:
I. tot betaling aan Condor Benelux van € 178.500,00, vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf 25 januari 2007,
II. tot betaling aan Condor Developers van € 186.223,61, vermeerderd met de wettelijke handelsrente over € 175.000,00 vanaf de datum van uitbetaling dividend,
III. tot betaling aan Condor c.s. van de buitengerechtelijke kosten ad € 2.500,00 alsmede de kosten van de procedure.
3.2.
Het verweer strekt tot afwijzing van de vorderingen.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.4.
[gedaagde] vordert samengevat - veroordeling van Condor c.s. tot betaling van primair € 52.408,56 danwel subsidiair € 322.402,89, vermeerderd met rente en kosten.
3.5.
Condor c.s. voert verweer. Het verweer strekt tot afwijzing van de vorderingen.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie
Samenhang conventie en reconventie
4.1.
Gezien de nauwe verwevenheid van de vorderingen in conventie en in reconventie, komen zij in het navolgende gezamenlijk aan de orde.
Eiswijziging
4.2.
Ten aanzien van de toelaatbaarheid van de eiswijzigingen overweegt de rechtbank dat artikel 130 Rv bepaalt dat eiseres bevoegd is haar eis te wijzigen zolang de rechter nog geen eindvonnis heeft gewezen. De eiswijzigingen zijn dan ook tijdig gedaan. Nu tegen de eiswijzigingen geen bezwaar is gemaakt (anders dan inhoudelijke bezwaren) en deze ook niet in strijd is met de goede procesorde, zal de rechtbank recht doen op de gewijzigde eis.
Grondslag vordering
4.3.
Condor c.s. grondt haar vordering op handelen in strijd met het bepaalde in artikel 2:23b BW, althans op onrechtmatige daad. Condor c.s. stelt daartoe - kort weergegeven - het volgende.
[gedaagde] heeft willens en wetens TCN geliquideerd zonder de openstaande factuur van 25 januari 2007 ad € 178.500,00 (inclusief BTW) aan Condor Benelux te voldoen (vordering sub I).
Daarnaast heeft aandeelhouder Condor Developers geen interim dividend van TCN ontvangen, terwijl Merwestreek en Apon in de aandeelhoudersvergadering van 9 mei 2007 gezamenlijk hebben besloten om aan ieder van hen beiden een bedrag van € 175.000,00 uit te keren. Voorts had TCN/[gedaagde] dividend alsmede (naar de rechtbank begrijpt: een evenredig gedeelte van) het resterende vermogen van TCN aan Condor Developers als aandeelhouder moeten uitkeren. Condor hield 17% van de aandelen in TCN en was derhalve gerechtigd tot 17% van het vermogen van TCN ad € 1.071.674,00, derhalve tot een bedrag van in totaal € 182.184,56. Indien het bedrag van € 170.960,95 dat Merwestreek (na cessie: [gedaagde]) aan Condor Developers heeft geleend op voormelde vorderingen in mindering wordt gebracht, resteert er een vordering van Condor Developers op [gedaagde] van
(€ 175.000,00 + € 182.184,56 - € 170.960,95 =) € 186.223,61 (vordering sub II).
Met zijn handelwijze heeft [gedaagde] eveneens onrechtmatig gehandeld jegens Condor Developers en Condor Benelux.
4.4.
De rechtbank gaat ervan uit dat [gedaagde] als vereffenaar van TCN heeft opgetreden, nu dit onbetwist door Condor c.s. is gesteld.
Vordering sub I
4.5.
Condor c.s. heeft gesteld dat partijen begin 2006 bij de verkoop van het project Ede aan de Pollenstein 110 zijn overeengekomen dat TCN aan Condor Benelux een courtage van € 150.000,00 exclusief omzetbelasting zou betalen. Deze afspraak is bevestigd in een e-mailbericht aan Condor Benelux gedateerd op 7 april 2006 (zie 2.11). Het bedrag zou op de transportdatum 28 maart 2007 worden voldaan, doch de courtage is ondanks aanmaningen nooit betaald.
4.6.
[gedaagde] betwist dat de courtage-afspraak tussen TCN en Condor Benelux tot stand is gekomen. [gedaagde] heeft gesproken met de heer [belanghebbende] als rechtsgeldig vertegenwoordiger van Condor Developers. [gedaagde] verwijst naar de aandeelhoudersovereenkomst waarin is vastgelegd dat aan de aandeelhouders (ten tijde van het sluiten van de overeenkomst was dit de heer [belanghebbende], doch later zijn de aandelen in het bezit gekomen van Condor Developers) een beloning of vergoeding voor hun werkzaamheden konden ontvangen. Het mailbericht van 7 april 2006 was niet gericht aan Condor Benelux, maar aan de heer [belanghebbende] als rechtsgeldig vertegenwoordiger van Condor Developers. Dat de heer [belanghebbende] in de mailwisseling de rechtspersoon ‘Condor Benelux’ als afzender noemt, maakt het niet anders omdat de heer [belanghebbende] zich regelmatig van allerlei verschillende benamingen bediende. Zijn mailadres had de naam ‘Condorvastgoed’, terwijl er geen rechtspersoon of handelsnaam was die zo heette.
4.7.
Partijen twisten over de vraag wie als contractspartij van TCN heeft te gelden: Condor Benelux of Condor Developers. Vast staat dat de heer [belanghebbende] zich in de aandeelhoudersovereenkomst heeft verbonden tot het ten behoeve van TCN verrichten van werkzaamheden op het gebied van projectontwikkeling. In de aandeelhoudersovereenkomst staat vermeld dat onder meer de acquisitie en vermarkting/inbreng van marktkennis tot de taken van de heer [belanghebbende] behoorde en dat hij hiervoor een vergoeding bij het doorgaan van het project respectievelijk bij het resultaat zou ontvangen. Voorts blijkt uit hetgeen in het geding is gebracht dat alle correspondentie ter zake van het project in Ede door de heer [belanghebbende] is verzonden vanaf het mailadres [emailadres]en dat de heer [belanghebbende] zijn mailberichten telkens afsloot met een elektronische handtekening waarin Condor Benelux met adresgegevens stond vermeld. Ten slotte staat tussen partijen onbetwist vast dat door Condor Benelux is gefactureerd. Gelet op voormelde feiten en omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat TCN de overeenkomst met Condor Benelux heeft gesloten. Dat de heer [belanghebbende] de aandelen in TCN aan Condor Developers heeft overgedragen, doet hieraan niets af, nu gesteld noch gebleken is dat slechts de vennootschap die de aandelen houdt de werkzaamheden kan en mag verrichten en hiervoor kan factureren. Bovendien blijkt uit de elektronische handtekening onder meer dat Condor Benelux te bereiken was op het e-mailadres [emailadres]en dat het mailadres van 7 april 2006 waarin de courtageafspraak tussen partijen van € 150.000,00 wordt bevestigd, door [gedaagde] naar dit adres is toegezonden. Dat [gedaagde] daarbij beoogde om de heer [belanghebbende] als rechtsgeldig vertegenwoordiger van Condor Developers te bereiken, zoals hij heeft gesteld, heeft hij op geen enkele wijze onderbouwd of aannemelijk gemaakt.
4.8.
[gedaagde] heeft als verweer gevoerd dat de gemaakte afspraak niet onherroepelijk of onvoorwaardelijk geldingskracht had. [gedaagde] vermeldt in zijn mail immers dat ‘dit bedrag is gebazeed op het geen nu bekend is’. Partijen hebben derhalve afgesproken dat dit bedrag kon wijzigen naar gelang de feiten en omstandigheden zouden wijzigen. Dit is ook gebeurd: de aandeelhouders hebben ervoor gekozen het resultaat van verkoop in de onderneming te laten vallen en via dividend te laten uitkeren.
4.9.
Ter comparitie heeft Condor c.s. verklaard dat partijen hebben afgesproken dat mocht worden gefactureerd zodra het project Ede aan de Pollenstein definitief werd verkocht, zoals uit het e-mailbericht van 7 april 2006 blijkt. De andere aandeelhouders hebben ook separaat gefactureerd. Voorts heeft Condor c.s. een factuur van 1 mei 2003 in het geding gebracht, waarin de aanbrengcourtage van het project Pollenstein te Ede wordt gefactureerd. Deze nota is blijkens het overgelegde rekeningafschrift voldaan.
4.10.
De rechtbank overweegt als volgt. In het mailbericht van 7 april 2006 is vermeld dat partijen hebben afgesproken dat aan [belanghebbende] (lees: zijn rechtspersoon) een bedrag van € 150.000,00 toekwam. Dit is in overeenstemming met de aandeelhoudersovereenkomst, waaruit blijkt dat er separaat mocht worden gedeclareerd. Ook dient in aanmerking te worden genomen dat partijen, gelet op de als productie 14 bij conclusie van antwoord in reconventie overgelegde aanbrengcourtage, aan de gemaakte afspraken van separate facturatie in een eerder stadium uitvoering hebben gegeven. Weliswaar dient aan [gedaagde] te worden toegegeven dat in het mailbericht van 7 april 2006 is vermeld, dat het bedrag is gebaseerd op hetgeen nu bekend is, maar naar het oordeel van de rechtbank is niet gebleken dat er andersluidende, rechtsgeldige afspraken zijn gemaakt die deze eerdere afspraken doorkruisen. [gedaagde] heeft zijn stelling dat de aandeelhouders inmiddels hebben besloten om niet (meer) separaat te factureren niet onderbouwd met notulen van een aandeelhoudersvergadering of een aandeelhoudersbesluit waaruit dit blijkt. Gelet op het door Condor c.s. gevoerde verweer had het op de weg van [gedaagde] gelegen om zijn eerder ingenomen standpunt nader en gemotiveerd te onderbouwen. Nu [gedaagde] echter niets in het geding heeft gebracht waaruit blijkt dat de afspraken nadien op een rechtsgeldige wijze zijn gewijzigd, zal de rechtbank aan deze stelling voorbij gaan.
4.11.
Voorts beroept [gedaagde] zich op verjaring. Condor Developers heeft op 2 februari 2006 een afspraak gemaakt. De overeenkomst dateert aldus van meer dan 7 jaren terug. Condor Developers heeft echter nimmer aanspraak gemaakt op naleving van de afspraak.
[gedaagde] begrijpt uit de stellingen van Condor c.s. dat op de datum van het transport de nota had moeten worden voldaan. Op de dag na de transportdatum, derhalve op 26 januari 2007, heeft de termijn van verjaring een aanvang genomen. De rechten die voortvloeien uit de overeenkomst zijn aldus ex artikel 3:307 lid 1 BW verjaard op 26 januari 2012.
Ter comparitie heeft [gedaagde] zijn standpunt nog nader aangevuld door te stellen dat nu hij geen bemoeienis met Condor Benelux heeft gehad, er ook geen sprake kan zijn van een stuiting en dat de vordering is verjaard.
4.12.
Condor c.s. heeft betwist dat er sprake is van verjaring. Ter comparitie heeft zij gesteld dat partijen altijd met elkaar in discussie zijn gebleven. De toenmalige advocaat van de heer [belanghebbende], mr. Lammers, heeft in 2009 nog gecorrespondeerd met de wederpartij. In 2011 heeft mr. Martens zijn eerste brief aan de wederpartij geschreven. Daar zit nog geen vijf jaar tussen.
4.13.
De rechtbank overweegt als volgt.
Op grond van het bepaalde in artikel 3:307 lid 1 BW verjaart een rechtsvordering tot nakoming van een verbintenis uit overeenkomst tot een geven of een doen door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de vordering opeisbaar is geworden. Partijen twisten niet dat de nota op de transportdatum van 26 januari 2007 diende te worden voldaan, waardoor de vordering op voormelde datum opeisbaar is geworden. Het recht op nakoming zou derhalve op 26 januari 2012 zijn verjaard, tenzij de verjaring eerder is gestuit door het instellen van een eis in rechte (artikel 3:316 BW), een schriftelijke aanmaning of schriftelijke mededeling waarin de schuldeiser zich ondubbelzinnig zijn recht op nakoming voorbehoudt (artikel 3:317 BW) of erkenning van het recht (artikel 3:318 BW).
Uit hetgeen is overgelegd blijkt dat Condor Benelux in ieder geval op 3 december 2007 TCN heeft aangemaand om de factuur van 25 januari 2007 te voldoen. Voorts heeft Condor c.s. gesteld dat de voormalige advocaat van Condor c.s. in 2009 en mr. Martens in 2011 hebben gecorrespondeerd met de wederpartij. Daarbij heeft Condor c.s. een tweetal declaraties uit 2008 van mr. Lammers overgelegd waarop is vermeld: ‘Inzake Condor Properties/Merwestreek B.V.’
De dagvaarding dateert van 5 september 2013. Derhalve dient na 5 september 2008 nog een sommatie te zijn uitgegaan. Condor c.s. heeft ter comparitie gesteld dat dit wel degelijk het geval is geweest, doch heeft daarbij geen stukken die deze stelling onderbouwen overgelegd, waardoor vooralsnog niet is komen vast te staan dat de verjaring is gestuit. De rechtbank zal Condor c.s. in de gelegenheid stellen haar stelling dat er in het onderhavige geval geen sprake kan zijn van verjaring nader te onderbouwen, onder overlegging van de sommaties of mededelingen die dateren ná 5 september 2008, waarna [gedaagde] hierop mag reageren.
4.14.
Indien Condor c.s. voormelde sommaties in het geding brengt, ligt de vordering tot betaling aan Condor Benelux van € 178.500,00 voor toewijzing gereed. De rechtbank overweegt daarbij als volgt. Gelet op de hoogte van het liquidatiesaldo, was het vermogen van TCN toereikend om de openstaande factuur te voldoen. Eerst nadat de schuldeisers zijn voldaan, mag een vereffenaar op grond van het bepaalde in artikel 2:23b lid 1 BW hetgeen na voldoening van de ontbonden rechtspersoon is overgebleven in verhouding tot ieders recht overdragen aan hen die krachtens de statuten daartoe zijn gerechtigd, of anders aan de leden of aandeelhouders. Door het overschot uit te keren voordat alle schuldeisers zijn voldaan, is [gedaagde] tekort geschoten in de uitoefening van zijn taak. De daaruit voortvloeiende schade, te weten een bedrag van € 178.500,00 dient hij aan Condor Benelux te vergoeden.
4.15.
Indien Condor c.s. de onder 4.13 bedoelde sommaties niet in het geding brengt, dient vordering sub I wegens verjaring te worden afgewezen. In dat geval heeft Condor c.s. haar verweer onvoldoende gemotiveerd onderbouwd.
Vordering sub II alsmede de reconventionele vordering
4.16.
Condor c.s. stelt dat aandeelhouders Merwestreek en Apon in een aandeelhoudersvergadering van 9 mei 2007 gezamenlijk hebben besloten om aan hen beiden ieder een bedrag van € 175.000,00 uit te keren. Een kopie van de notulen van deze aandeelhoudersvergadering heeft Condor c.s. in het geding gebracht. Condor Developers had ook recht op hetgeen aan beide aandeelhouders extra is uitgekeerd. Om die reden heeft zij bij conclusie van antwoord in reconventie haar eis vermeerderd en is in de hoofdsom van de vordering sub II onder meer een bedrag van € 175.000,00 begrepen.
4.17.
[gedaagde] heeft betwist dat Merwestreek en Apon een aanvullend bedrag van
€ 175.000,00 hebben gekregen. Van de betaling van dit bedrag heeft Condor c.s. geen bewijs in het geding gebracht. Evenmin heeft Condor c.s. onderbouwd welke rechtshandeling nu benadelend voor Condor Developers zou zijn geweest en of zij nu aanvullend dividend of schadeloosstelling vordert. In beide gevallen ontbreekt het aan duidelijkheid over grondslagen en bewijslevering, aldus [gedaagde].
4.18.
De rechtbank overweegt als volgt.
Nog los van het feit dat Condor c.s. heeft verzuimd te onderbouwen waarom Condor Developers als aandeelhouder met een belang van 17% gerechtigd zou zijn tot eenzelfde uitkering als de overige aandeelhouders die meer aandelen in TCN hielden, is de rechtbank van oordeel dat de vordering – voor zover zij is opgebouwd uit de vordering van
€ 175.000,00 – dient de worden afgewezen om de navolgende reden.
Door Condor c.s. is als productie 10 een bladzijde uit de notulen van de vergadering d.d. 9 mei 2007 overgelegd, waarin is vermeld:

Door foute overeenkomst zijn er grote risiko’s ontstaan om de mogelijkheden van het terrein te benutten. Assistent living claimde gekocht te hebben zonder betalingsplicht.
Met veel moeite van[belanghebbende1] en de Ruiter en adviseurs voor[belanghebbende1] en de Ruiter is e.e.a. gelukkig afgewend. Courtage voorstel hiervoor ad. € 75.000,- ex BTW wordt ingediend en goedgekeurd
Courtage afhandeling Bimo.
Het traject om met Bimo tot een deal te komen is vooral door de Ruiter en Hofmans afgehandeld. Ook het beursport traject was een intensief gebeuren met meerdere partijen.
Courtage voorstel ad € 100.000,- aan[belanghebbende1] en de Ruiter wordt ingediend en goedgekeurd.
Omdat er geen middelen beschikbaar zijn worden de courtage van € 75.000,- en € 100.000,- betaald, met voorrang, uit de pot meevallers, zodra er liquiditeit is’.
Uit bovenstaande passage volgt niet dat beide aandeelhouders ieder een bedrag van
€ 175.000,00 zullen krijgen uitgekeerd: er staat immers vermeld, dat er eerst bedragen worden uitgekeerd indien hiervoor liquiditeit beschikbaar is. Condor c.s. heeft op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt dat deze voorwaarde is vervuld en dat aan Merwestreek en Apon daadwerkelijk een bedrag van € 175.000,00 is uitgekeerd. Bovendien zou van een dergelijke uitkering ook uit de financiële gegevens moeten blijken. Echter, partijen zijn niet in geschil dat het resultaat van TCN € 1.071.674,00 betrof, dat in 2007 een interim dividend van € 650.000,00 is uitgekeerd en dat als liquidatiesaldo € 421.674,00 resteerde. Gelet op deze cijfers, kan TCN niet een extra bedrag van 2 x € 175.000,00 hebben uitgekeerd.
4.19.
Voorts heeft Condor c.s. gesteld dat hij ten onrechte niet naar evenredigheid van zijn aandeelhoudersbelang van 17% heeft meegedeeld in de dividenduitkering (in totaal
€ 650.000,00) en in de verdeling van het liquidatiesaldo van TCN (van € 421.674,00).
In totaal heeft Condor c.s. nog 17% van € 1.071.674,00, derhalve een bedrag van
€ 182.184,56 te vorderen.
4.20.
[gedaagde] heeft gesteld dat Condor Developers wel degelijk heeft meegedeeld in de dividenduitkering en het liquidatiesaldo. De bedragen zijn echter verrekend met de schulden uit hoofde van de geldleningen die Condor Developers is aangegaan. Na verrekening heeft Condor Developers geen vordering meer op [gedaagde], doch heeft [gedaagde] – na cessie – een vordering op Condor Developers. In reconventie vordert [gedaagde] dit bedrag dan ook van Condor Developers. Dit licht [gedaagde] – onder overlegging van berekeningen – als volgt toe.
[gedaagde] stelt dat de eerste lening per 1 april 2007 opeisbaar was en de tweede lening per 15 juni 2006. Condor Developers heeft echter nooit rente of aflossing ter zake van de openstaande geldleningen betaald. Na verrekening met de uitgekeerde dividenden had Merwestreek per 2 juli 2007 nog een vordering uit hoofde van de geldleningen op Condor Developers van € 83.162,54. Op 30 december 2008 heeft de uitkering van het liquidatiesaldo plaatsgevonden. Het liquidatiesaldo betrof bruto € 421.674,--. Na aftrek van de kosten in het jaar 2008 bedroeg het netto aandeel voor Condor Developers, die 17% van de aandelen hield, een bedrag van € 58.558,73. Ook dit bedrag is op de schuld van Condor Developers aan Merwestreek in mindering gebracht en wel op 30 december 2008. De schuld van Condor Developers aan Merwestreek bedroeg per 1 januari 2009 nog € 37.453,09 en per 1 november 2013 is de schuld door de vervallen rentetermijnen opgelopen tot een bedrag van € 52.408,56. Dit bedrag wordt door [gedaagde] primair in reconventie gevorderd. Voor zover de rechtbank zou oordelen dat [gedaagde] onterecht of onjuist de geldleningen met de dividenduitkeringen heeft verrekend, vordert [gedaagde] subsidiair een bedrag van
€ 322.402,89 uit hoofde van de geldlening I en II.
4.21.
Condor c.s. heeft de hoogte van de geldleningen betwist. Volgens hem heeft hij op grond van geldlening I niet € 120.000,00, doch slechts € 98.742,50 geleend.
Daarnaast blijkt uit het door hem als productie 9 overgelegde betalingsoverzicht dat een bedrag van € 11.907,50 is doorbetaald aan Horwarth Consulting. Dit bedrag dient op de lening in mindering te worden gebracht. Ter zake van de berekening van de rente heeft Condor c.s. ter comparitie verklaard dat er pas rente was verschuldigd als de lening opeisbaar werd. Tot aan het moment van opeisbaarheid was er geen rente verschuldigd en was er sprake van een renteloze lening.
Condor c.s. heeft vervolgens de hoogte van de geldleningen als volgt onderbouwd (conclusie van antwoord in reconventie, randnummer 6):
‘Gebaseerd op de hiervoor genoemde geldleningen had Exploitatie- en beheersmaatschappij Merwestreek B.V. recht op de navolgende bedragen:
  • € 98.742,50, vermeerderd met 7% rente vanaf 1 april 2007 t/m 1 juli 2007, is € 1.742,50 derhalve in totaal € 100.484,70;
  • € 60.000,--, waarvan € 10.015,30 (€ 110.500 minus € 100.484,70) zonder rente, plus 9% rente over € 49.984,70 vanaf 15 juli 2006 t/m 10 november 2008, is € 10.476,25 derhalve in totaal € 70.476,25.
Op grond van het vorenstaande zou Developers op grond van de verstrekte geldleningen derhalve aan Exploitatie- en beheersmaatschappij Merwestreek B.V. verschuldigd zijn geweest € 170.960,95.’
4.22.
[gedaagde] heeft de door Condor c.s. opgegeven berekening – zoals in de voorgaande alinea is weergegeven – bestreden. Deze berekening is volgens [gedaagde] niet na te rekenen en de rente ontbreekt. [gedaagde] verwijst naar de door hem als productie 18 overgelegde renteberekeningen.
4.23.
De rechtbank overweegt allereerst dat in beide akten van geldlening is vermeld dat op het geleende kapitaal moet worden afgelost, voor zover een dividenduitkering in TCN plaatsvindt. De rechtbank begrijpt uit deze passage dat partijen hebben afgesproken dat dividenduitkeringen van TCN in mindering dienen te worden gebracht op het openstaande saldo van geldlening I en II. De saldi zijn derhalve terecht met elkaar verrekend.
Ter zake van de rente overweegt de rechtbank dat in de akten van geldlening staat vermeld dat over de geldleningen rente is verschuldigd en dat de rentebetalingen per kwartaal bij achterafbetaling dienen plaats te vinden. Uit de akten van geldlening, noch uit de andere overgelegde stukken, blijkt niet dat er sprake was van een renteloze periode zoals door Condor c.s. is betoogd. Nu Condor c.s. op geen enkele wijze heeft onderbouwd dat er pas rente was verschuldigd op het moment dat de lening opeisbaar werd, zal de rechtbank ook aan dit verweer voorbij gaan. Het had op de weg van Condor c.s. gelegen haar stelling op dit punt nader te onderbouwen en uiteen te zetten hoe en wanneer partijen een van de akten van geldlening afwijkende regeling hebben getroffen.
Voorts overweegt de rechtbank dat het bedrag van € 11.907,50 dat kennelijk aan Horwarth Consulting is betaald, niet in mindering strekt op de geldlening. Niet relevant is immers welke bestemming het geld heeft gekregen. Andersluidende afspraken tussen partijen, waaruit zou blijken dat in dit geval het bedrag aan Horwarth Consulting op de geldlening in mindering mocht worden gebracht, zijn gesteld noch gebleken.
Ter zake van de hoogte van de geldleningen overweegt de rechtbank als volgt. [gedaagde] heeft renteberekeningen in het geding gebracht waarin per jaar het saldo van de geldleningen, de daarover berekende rente en de aflossing is verwerkt. Bestudering van de overgelegde berekeningen van [gedaagde] leidt bij de rechtbank tot de conclusie dat niet het bedrag van € 120.000,00, doch het daadwerkelijk geleende bedrag dat in gedeeltes is opgenomen, in de berekening is betrokken. Uit deze berekeningen blijkt dat in het jaar 2007 een bedrag van € 44.122,22 op geldlening I in mindering gebracht en een bedrag van
€ 66.377,78 op geldlening II. Bij elkaar opgeteld betreft dit het bedrag van € 110.500,00, derhalve 17% van € 650.000,00. Daarmee was geldlening II – de geldlening met de hoogste rente – in zijn geheel afgelost. Het netto aandeel van Condor Developers in het liquidatiesaldo ad € 58.558,73 is op geldlening I in 2008 in mindering gebracht.
4.24.
Hiermee heeft [gedaagde] per jaar rekenkundig inzichtelijk gemaakt wat er met de schuld is gebeurd. Nu de berekening van Condor c.s. uitgaat van een foutieve uitgangspunten, zoals het bedrag aan Horwarth Consulting dat in mindering is gebracht, een renteloze periode, en ook de omstandigheid dat Condor c.s. vanaf juli 2007 respectievelijk november 2008 in het geheel geen rente meer in zijn berekening heeft betrokken, laat de rechtbank de berekening van Condor c.s. buiten beschouwing.
4.25.
Nu Condor c.s. geen ander verweer tegen de berekening van [gedaagde] heeft gevoerd dan hiervoor is behandeld, geldt deze berekening voor de rechtbank als uitgangspunt voor de beoordeling van de vordering van [gedaagde]. Bij de berekening van de hoogte van de vorderingen door [gedaagde] maakt de rechtbank echter nog een tweetal kanttekeningen.
4.26.
[gedaagde] heeft in 2008 kosten op het liquidatiesaldo in mindering gebracht. Daardoor resteerde niet 17 % van € 421.674,00 = € 71.684,58, maar slechts € 58.558,73 ter aflossing van geldlening I. Condor c.s. gaat in haar berekening echter uit van een bedrag van € 71.684,58 en stelt dat [gedaagde] dit bedrag ook erkend heeft (conclusie van antwoord in reconventie randnummer 4), hetgeen [gedaagde] vervolgens in zijn antwoordakte heeft betwist. [gedaagde] heeft niet nader toegelicht welke kosten in mindering zijn gebracht, doch heeft aangeboden het financieel jaarverslag 2008 ter staving in het geding te brengen.
4.27.
Als tweede kanttekening overweegt de rechtbank als volgt. Indien de factuur van 25 januari 2007 (vordering sub I) zou zijn voldaan, zou het liquidatiesaldo lager zijn geweest en zou derhalve ook het gedeelte van het liquidatiesaldo waartoe Condor c.s. gerechtigd zou zijn geweest, lager zijn geweest. Dit betekent dat er in 2008 minder op geldlening I zou zijn afgelost en de berekening van de reconventionele vordering niet (meer) klopt. [gedaagde] heeft hiermee in zijn berekening geen rekening gehouden, omdat hij ervan uitging dat de aandeelhouders ervoor hebben gekozen niet separaat te factureren, maar het resultaat in de onderneming te laten vallen. Ter comparitie heeft Condor c.s. desgevraagd erkend dat zij bij de formulering van haar vorderingen geen rekening heeft gehouden met het feit dat het liquidatiesaldo kleiner zou zijn geweest indien de factuur zou zijn voldaan.
4.28.
De rechtbank zal [gedaagde] in de gelegenheid stellen om zijn stelling dat er in het onderhavige geval uitgegaan mag worden van een netto gedeelte van het liquidatiesaldo van
€ 58.558,73 (althans een equivalent daarvan indien rekening wordt gehouden met een lager liquidatiesaldo) nader te onderbouwen, onder overlegging van het financieel jaarverslag 2008. Daarbij verzoekt de rechtbank [gedaagde] een nieuwe berekening van geldlening I in het geding te brengen waarin hetgeen onder 4.27 is overwogen is verwerkt, waarbij zowel het geval dat de onder 4.26 bedoelde kosten op de liquidatieuitkering in mindering zijn gebracht als het geval waarin deze kosten niet worden meegenomen, rekenkundig is uitgewerkt. Hierna wordt Condor c.s. in de gelegenheid gesteld om hierop te reageren.
4.29.
De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie en in reconventie
5.1.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
8 oktober 2014voor het nemen van een tweetal akten:
een akte als bedoeld in 4.13 aan de zijde van Condor c.s. waarna [gedaagde] bij antwoordakte kan reageren;
een akte als bedoeld in 4.28 aan de zijde van [gedaagde], waarna Condor c.s. bij antwoordakte kan reageren;
5.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.A. Muilwijk-Schaaij en in het openbaar uitgesproken op 27 augustus 2014.
2053/39