In deze zaak heeft Zilveren Kruis Achmea Zorgverzekeringen N.V. (hierna: Zilveren Kruis) een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die een ziektekostenverzekering bij Zilveren Kruis had afgesloten. De gedaagde had een betalingsregeling getroffen, maar deze werd niet nagekomen. Zilveren Kruis vorderde een bedrag van € 706,21 aan hoofdsom, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke kosten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde in gebreke was met de betaling van de verschuldigde premies, maar dat er onduidelijkheid bestond over een zorgkostennota die door Zilveren Kruis was opgevoerd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Zilveren Kruis niet voldoende bewijs had geleverd voor de vordering met betrekking tot de zorgkostennota, waardoor deze werd afgewezen. De kantonrechter heeft wel de buitengerechtelijke kosten van € 89,89 toegewezen, omdat aan de vereisten van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten was voldaan. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Uiteindelijk werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 22,14 aan Zilveren Kruis, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.