Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding d.d. 20 juni 2013,
- de akte overlegging producties, met producties, van UAL,
- de conclusie van antwoord tevens houdende exceptie van onbevoegdheid van Airgas, met producties,
- de incidentele conclusie houdende beroep op onbevoegdheid van Bechtel, met producties,
- de incidentele conclusie van antwoord (in beide incidenten), met productie,
- de akte van Airgas, met producties,
- de akte in het incident van Bechtel.
2.De feiten waarvan in het incident wordt uitgegaan
port of loadingHouston (Texas, Verenigde Staten) naar
port of dischargeSoyo (Angola) onder een op het formulier van UAL gesteld cognossement met nummer UALCHANT752C200 dat is gedateerd 28 mei 2011 en afgegeven namens UAL als vervoerder.
shipper/exporter’: ‘
Overseas Bechtel Incorported, c/o Airgas Specialty Gases Inc. (...) Email: [email] Contact: [persoon1]’ en als ‘
consignee’: ‘
Angola LNG c/o Bechtel International Incorporated, Soyo Angola, Angola LNG Project’. Het cognossement vermeldt voorts ‘
DCS Freight Houston Inc’ als ‘
forwarding agent’.
‘Definitions’) bevat onder (B) een
Merchant Clause:
Clause Paramount. Hiermee is een rechtskeuze voor Nederlands recht met inbegrip van de Hague-Visby Rules is gemaakt, terwijl voor verschepingen vanuit de Verenigde Staten van Amerika ook de
Carriage of Goods by Sea Actals ingevoegd moet worden beschouwd.
3.De vorderingen
in de hoofdzaak
- i) voor recht zal verklaren dat Airgas en Bechtel hoofdelijk, althans ieder voor zich, aansprakelijk zijn jegens UAL voor alle gevolgen van het incident en gehouden zijn UAL in alle opzichte te vrijwaren en schadeloos te stellen,
- ii) Airgas en Bechtel hoofdelijk, althans ieder voor zich, zal veroordelen aan UAL te betalen hetgeen UAL zal moeten betalen, al dan niet op grond van een redelijke schikking, aan derden die vorderingen hebben ingesteld of nog kunnen instellen jegens UAL (waaronder de reder of exploitant van het schip en belanghebbenden bij de lading aan boord van het schip ten tijde van het incident, en eventueel gesubrogeerde verzekeraars),
- iii) Airgas en Bechtel hoofdelijk, althans ieder voor zich, zal veroordelen aan UAL te betalen de eigen verliezen die UAL als gevolg van het incident heeft geleden, waaronder de kosten van het voeren van verweer of het afwenden van vorderingen die tegen haar zijn of zullen worden ingesteld in verband met het incident,
Merchant’ inhoudt voor alle schade en aansprakelijkheid die voortvloeit uit het verschepen van gevaarlijke stoffen, zoals de onderhavige ethyleen, en de informatieverplichting en daaraan gekoppelde vrijwaringsverplichting van de afzender neergelegd in de artikelen 8:394, 395 en 411 BW zijn Airgas en Bechtel aansprakelijk jegens UAL. Airgas en Bechtel hadden ervoor moeten zorgen dat de containers de voorgenomen reis(duur) konden doorstaan zonder dat de containers ethyleen zouden afblazen, en UAL mocht dan ook aannemen dat bij een normale gang van zaken geen ethyleen zou worden afgeblazen.
c/o’ Airgas als afzender noemt, is niet zonder meer duidelijk wie van beiden bij het boeken van de lading en het in ontvangst nemen van het cognossement als afzender is opgetreden. De cognossementsinstructies waren afkomstig van een expediteur. Airgas en Bechtel hebben desgevraagd niet willen ophelderen wie van hen als afzender heeft te gelden of hun onderlinge overeenkomst over te leggen, terwijl duidelijk is dat één van hen (of beiden) afzender moet(en) zijn. UAL acht Airgas en Bechtel beide gebonden aan de vervoerovereenkomst nu zij beiden vallen onder de definitie van ‘
Merchant’ neergelegd in artikel 1(B) van de cognossementscondities.
c/o’ - dus ‘
care of’, per adres - Airgas als afzender op het cognossement volgt dat Bechtel de afzender is. De eenzijdige vermelding van een partij als afzender op het cognossement (de ‘
documentaire afzender’) bindt deze partij overigens niet zonder bijkomende omstandigheden aan de bepalingen van dit cognossement. Voor een dergelijke binding is vereist dat er een wil bestond om aldus gebonden te zijn, en dat is wat Airgas betreft niet het geval. Airgas is slechts opgetreden als verkoper van de ethyleen, op basis FCA Houston. Zij heeft niet de vervoerovereenkomst gesloten en is daarbij geen partij en evenmin partij geworden. UAL kan zich jegens Airgas dus niet beroepen op een forumkeuze in het cognossement. Een andere grond voor bevoegdheid van de Nederlandse rechter ontbreekt, aldus nog steeds Airgas.
shipper/exporter’ heeft Bechtel niets van doen gehad. Een rechtspersoon kan ook partij zijn (geworden) bij de in het cognossement vervatte vervoerovereenkomst omdat zij kwalificeert als ‘
Merchant’, dus als
shipper, receiver, consignee, holder of the bill of ladingdan wel
owner of the cargo. Dit alles is wat Bechtel betreft niet aan de orde. Nu levering van de ethyleen (DDU Soyo) niet heeft plaatsgehad als gevolg van de explosie en brand is Bechtel daarvan geen eigenaar geworden, zeker niet ten tijde van het incident. Bechtel is ook niet toegetreden tot de vervoerovereenkomst door het cognossement te presenteren of omdat zij op enig moment daarvan houder is geweest. Er zijn geen omstandigheden aangevoerd door UAL waaruit zou kunnen volgen dat Bechtel zou zijn toegetreden voordat zij het cognossement heeft aangenomen.
4.De beoordeling
in beide incidenten
Booking number: 65662’, de ‘
UAL Congo V.753’ (‘
ETS Houston 5/15’) te kunnen nomineren. Joss vraagt ook om ‘
Full invoicing details for Bechtel/Angola LNG’. Airgas betaalde de vrachtfactuur van DCS en belastte deze door aan Bechtel.
merchant clause. Volgens UAL valt Bechtel onder de reikwijdte van de
merchant clauseomdat zij koper was van de lading, klant van afzender Airgas, en ook de
receiver(want de lading was voor haar bestemd) en mogelijk de
bill of lading holderof de
owner of the goods. UAL stelt dat een redelijke uitleg van de clausule meebrengt dat onder
ownerook de beoogde of toekomstig eigenaar moet worden begrepen. Volgens UAL rust op Bechtel een verzwaarde plicht om haar betwisting te motiveren, nu het houderschap van het cognossement en de eigendomspositie zich aan de waarneming van UAL onttrekken.
merchantzijn overeengekomen waaronder Bechtel mogelijk kan worden gebracht. Algemeen uitgangspunt van het contractenrecht - ook in de Verenigde Staten - is immers dat het bij contractuele verbintenissen gaat om verplichtingen die een partij vrijwillig op zich heeft genomen, en dat overeenkomsten in beginsel slechts gelden tussen partijen.
merchant clausezijn overeengekomen, is daarvoor niet voldoende.
Supreme Courtin de zaak Kirby (Norfolk Southern Railway Co. v. James N. Kirby Pty Ltd., 125. S. Ct. 385, 2004, AMC 2705 (2004), zoals besproken door R. Zwitser in De zaak Kirby en derdenwerking van contracten, WPNR 2009, 6784 en 6785 en in De contractueel betrokken eigenaar met een House Bill of Lading, TVR 2013, p. 33 e.v.). In die zaak werd het de spoorvervoerder toegestaan om (via de Himalaya clausule) de exoneraties in het cognossement tegen te werpen aan Kirby, die zelf geen partij was bij de vervoerovereenkomst die was gesloten tussen de zeevervoerder en de expediteur van Kirby. De beslissing werd gebaseerd op het feit dat Kirby als ladingeigenaar aan haar tussenpersoon (de expediteur, die overigens een
house bill of ladinghad afgegeven) goederen had toevertrouwd om die te doen vervoeren.
merchant clauseen de daaraan verbonden gevolgen of met de jurisdictiebepaling, is niet gesteld en niet gebleken. Uit de stukken komt veeleer het beeld naar voren dat Airgas als afzender en toenmalig ladingeigenaar het vervoer heeft doen regelen. De stelling dat Bechtel aan Airgas de vrije hand heeft gelaten om te contracteren, wordt om deze reden verworpen.
merchant clauseis gebonden aan de bepalingen van de vervoerovereenkomst, en dus evenmin aan het forumkeuzebeding neergelegd in het cognossement.
- i) wat er inmiddels bekend is over de toedracht en de oorzaak van de brand en explosie in Luanda, waarbij van beide partijen wordt verwacht dat zij alle relevante stukken waarover zij op dit punt beschikken in het geding brengen,
- ii) hetgeen thans bekend is over de datum en de wijze waarop de containers met ethyleen zijn gevuld, over eventuele tussentijdse opslag van die containers, over de data en wijze waarop deze onder de hoede van UAL zijn gebracht, over de verwachtingen die toentertijd bestonden omtrent de periode dat de containers zonder afblazen zouden kunnen worden vervoerd, en over de vraag of deze verwachtingen redelijk waren en waarop deze waren gebaseerd,
- iii) de
- iv) de verdere informatie die door of namens Airgas aan UAL ter beschikking is gesteld over de aard van de aangeboden lading, en wanneer en hoe deze is verstrekt,
- v) informatie en stukken ter zake van het door of namens UAL weigeren van de tiende container omdat deze reeds voor verscheping ethyleen afblies, en wat en hoe daarover destijds tussen partijen of hun hulppersonen is gecommuniceerd,
- vi) de reactie van UAL op het door Airgas gevoerde verweer.
Administratie haven en handel, afdeling planningsadministratie, kamer E12.43, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 010 2972518– en aan de wederpartij te worden toegezonden.
5.De beslissing
- € 131,00 aan salaris advocaat, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van het vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening,
binnen twee wekenna de datum van dit vonnis aan de rechtbank
Administratie haven en handel, afdeling planningsadministratie, kamer E12.43, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 010 2972518– om een nadere dag- en uurbepaling dient te vragen onder opgave van de verhinderdata van alle partijen in de maanden
oktober 2014 tot en met januari 2015,