2.10.ING heeft bij brief van 22 mei 2014 aan [eiser] medegedeeld:
“
Met verwijzing naar eerdere correspondentie en ons gesprek van 14 mei 2014, waarbij
namens de vennootschap uzelf en de heren[betrokkene1], [betrokkene2] en [betrokkene3] aanwezig
waren en namens ING Bank N. V. de heer [betrokkene4], berichten wij u als volgt.
Het gesprek vond mede plaats in het kader van een mogelijke herfinanciering na oktober
2014 op basis van de door u aangeleverde plannen welke wij op 30 april jl. van u ontvingen.
Helaas hebben wij op basis van de correspondentie, het gesprek, de ontvangen plannen
voor 2014 en 2015, de jaarcijfers 2013, de houding jegens ons als financier en uw handelen
na het gesprek geen aanknopingspunten kunnen vinden om tot een herfinanciering te komen.
Wij lichten dit hierna toe.
In december 2013 hebben wij u een tijdelijke herfinanciering verstrekt tot 1 oktober 2014
teneinde u in de gelegenheid te stellen plannen uit te werken naar aanleiding van het
wegvallen van het dealerschap van Chevrolet. De liquiditeitspositie van uw onderneming
was op dat moment zwak, de exploitatie was verlieslatend en er ontbrak een deugdelijk
onderbouwd toekomstscenario voor de continuïteit van de onderneming. Wij hebben
aangegeven dat wij ons zorgen maakten over de ontwikkelingen binnen uw bedrijf. De
perspectieven voor de branche in het algemeen waren niet gunstig en binnen uw bedrijf was
een koerswijziging noodzakelijk om voorwaarden voor een rendabele exploitatie te creëren.
Aanwezige bezittingen binnen uw bedrijf waren te fors gefinancierd en de liquiditeitspositie
krap. Als medefinancier van uw bedrijfsactiviteiten zagen wij ons geconfronteerd met een
afname van onze zekerheidspositie mede door het afbouwen van de voorraadpositie en
daling van de waarde van het onroerend [goed](toevoeging voorzieningenrechter). U
weigerde een gesprek aan te gaan over een passende afbouw van de financiering. U zag
zich geconfronteerd met een beëindiging van het dealerschap van Chevrolet en daarmee het
wegvallen van het verdienmodel van uw onderneming. Wij maakten ons als financier grote
zorgen over de nakoming van de financieringsverplichtingen. Desalniettemin hebben wij u
op dat moment de gelegenheid geboden om voor 1 maart 2014 een ‘overlevingsplan’ uit te
werken, waarop wij een mogelijke herfinanciering van uw onderneming voor 1 oktober
2014 zouden bezien.
In de tussentijd heeft u de verhoudingen op scherp gezet door de geldigheid van eerder
gemaakte afspraken te betwisten. In ons schrijven van 2 mei 2014 gericht aan uw raadsman
hebben wij toegelicht waarom die afspraken bindend zijn.
Op 30 april jl. ontvingen wij van u de jaarcijfers 2013 alsmede een prognose voor 2014 en
2015. Hieruit blijkt dat zowel in 2013 en 2014 de operationele exploitatie van uw
onderneming verlieslatend was en zal zijn.
Hoewel u per 1 april 2014 inmiddels een nieuw dealerschap van Subaru heeft verworven en
daarbij mogelijk de basis is voor een hernieuwd business model, is uw onderneming fors in
omvang geslonken; de omzet is gehalveerd; zo ook uw voorraadpositie. Wij hebben
aangegeven een eventuele herfinanciering alleen in overweging te nemen indien de
financiering in lijn gebracht kon worden met de gekrompen omvang van uw onderneming. U
acht dit niet bespreekbaar en heeft aangegeven het gesprek te wensen te beëindigen. Een
liquiditeitsprognoses hebben wij ondanks ons verzoek niet op voorhand mogen ontvangen.
U heeft een beëindigingsvergoeding ontvangen van Chevrolet ter grootte van € 220.000,--
(excl BTW). Een voldoende onderbouwing van de wijze waarop u dit bedrag wenst aan te
wenden voor de bedrijfsactiviteiten kon in het gesprek niet gegeven worden. Voor
voorraadfinanciering was deze niet noodzakelijk, daar u de aanschaf van uw occasions
financiert bij Santander en de voorraad nieuwe voertuigen en showroommodellen in
consignatie heeft gekregen van Subaru. Een aanwending voor aflossing op de
kredietfaciliteit bij ING wilde u niet bespreken. Wel hebben wij in een toelichting van uw
accountant en u begrepen dat er sprake is van een forse betalingsachterstand bij de
Belastingdienst. Hierover is met de Belastingdienst nog geen betalingsregeling getroffen.
Wij maken ons hierover ernstige zorgen.
Voorts hebben wij na afloop van het gesprek geconstateerd dat u op 15 mei 2014
€ 129.000,-- van [eiser] B. V. heeft overgeboekt naar een rekening van Automobielbedrijf
[eiser] BV.. Als gevolg van deze onttrekking is het kredietgebruik van de onderneming
thans weer opgelopen en bankiert zij volledig aan haar kredietlimiet en is er dus sprake van
liquiditeitskrapte. In de kredietofferte met ING is overeengekomen dat onttrekkingen aan
[eiser] B. V. niet toegestaan zijn zonder schriftelijke toestemming van ING. Wij constateren
dat u deze contractuele afspraak heeft geschonden. In 2012 werden wij ook al met een niet
door ING geautoriseerde onttrekking van middelen aan de onderneming geconfronteerd die
strijd is was met de afspraken hierover in de kredietovereenkomst.
Terugstorting bleek toen niet mogelijk omdat deze middelen inmiddels waren aangewend
voor aflossing van privé schulden van dhr. Van Vreden.
Mede, doch niet uitsluitend, op basis van bovenstaande constateringen hebben wij
vastgesteld dat het kredietrisico voor uw kredietfaciliteit voor ING onacceptabel is
geworden, in combinatie met het verlies aan vertrouwen, noodzakelijk voor de voortzetting
van de kredietfaciliteit.
Daarom roepen wij bij dezen het onmiddellijk eindigen in van het krediet dat wij aan u
hebben verstrekt met verwijzing naar onze algemene bepalingen van kredietverlening,
artikel 11.1 (in het bijzonder onderdelen b, e, f, l, o, en p). Onze vordering uit hoofde van
kredietverlening op u wordt hierdoor direct en volledig opeisbaar. Wij geven u
tot 1 oktober 2014 de tijd om onze vordering te voldoen. Het verschuldigde bedrag dat wordt geadministreerd op de hierna genoemde bankrekeningen bij ING Bank, is als volgt
samengesteld.
- Zakelijke rekening [rekeningnummer1] Kredietlimiet € 354.166,63
- Rentevast lening nummer[leningnummer] saldo E 700.000,--
- Borgstellingskrediet rekening [rekeningnummer2] saldo € 54.166,63.
Wij verzoeken - en voor zover noodzakelijk sommeren – u het totale uitstaande kredietbedrag, integraal, dat wil zeggen inclusief de tot deze datum vervallen renten,
provisies en kosten, uiterlijk per 1 oktober 2014 te voldoen.
Om de bestaande bedrijfsactiviteiten niet verder onder druk te zetten zullen wij een
debetstand op de zakelijke rekening[rekeningnummer1] toestaan van
maximaal € 354.166,63 De tijdelijke limiet zal maandelijks worden verlaagd met
€ 32.500,-- met ingang van 1 juni 2014.
Daarnaast zullen wijde bestaande leningen met lening nummer [leningnummer] en [leningnummer] niet vervroegd aflossen ten laste van uw zakelijke rekening waarop het rekening-courantkrediet wordt geadministreerd maar continueren deze geldleningen vooralsnog tot 1 oktober 2014. Bestaande aflosverplichtingen op deze leningen zullen onverminderd moeten worden nagekomen en worden gedebiteerd ten laste van de zakelijke rekening IBAN [rekeningnummer3] 13 ten name van [eiser] B. V.
Zolang u onze vordering niet volledig hebt voldaan of op andere wijze tekort schiet in uw
verplichtingen jegens de ING, is de bank bevoegd afgifte van de aan haar verpande
inventaris, machines en wagenpark (in de ruimste zin des woords,) en (‘handels-) voorraad te vorderen en de genoemde zaken te gelde te maken.
Daarom dient u deze zaken ter beschikking van de ING te houden. U mag deze zaken zonder
onze schriftelijke toestemming niet meer vervreemden.
Voorts maken wij u erop attent dat het incasseren van de nog uitstaande en aan de ING
Bank verpande vorderingen en overige vorderingen uitsluitend dient te geschieden ten
gunste van de rekening die u bij ING aanhoudt. Zonder schriftelijke toestemming van de
ING mag u deze vorderingen niet vervreemden. De ING heeft het recht de debiteuren van de
verpande vorderingen mededeling te doen van het pandrecht en zal daarvan zo nodig
gebruik maken.
Wij sturen u deze brief tevens om u te informeren in hoedanigheid van borg voor de
verplichtingen voortvloeiend uit de kredietfaciliteit waarop het voorgaande betrekking heeft.
Verder zult u ons over relevante ontwikkelingen direct blijven informeren. Wij behouden ons
het recht voor op basis van nieuwe ontwikkelingen, nieuwe informatie of het uitblijven
daarvan het thans ingenomen standpunt direct bij te stellen.
Wij vertrouwen er op u hiermee naar behoren te hebben geïnformeerd.”