geboren op[geboortedatum] te [geboorteplaats],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op het adres [adres 1]preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Zuid West, locatie de Dordtse Poorten
,
raadsvrouw J.H. Schaap, advocaat te Arnhem.
Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 subsidiair, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 11 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
2.Subsidiair
hij op 26 februari 2014 te Rotterdam een goed, te weten een (ING) (bank)pas, heeft voorhanden gehad , terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die pas wist, dat het een door misdrijf, namelijk door diefstal verkregen goed betrof;
4.
hij op 03 juli 2013 te Veghel met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in /uit een woning (van een verzorgingscentrum, welke is gelegen aan de [straatnaam]) heeft weggenomen een geldbedrag, toebehorende aan[slachtoffer 2];
5.
hij, verdachte omstreeks 3 juli 2013 en/of 4 juli 2013 te 's-Hertogenbosch en/of te Zwijndrecht, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in /uit
-(1) een (geld)automaat van de RABO Bank en
-(2) een (geld)automaat (gelegen aan de Nieuwstraat (75-79))
en-(3) een (geld)automaat (gelegen aan de Stationsweg (45)),
-(1) een (geld)bedrag van 250 euro en
-(2) een (geld)bedrag van 750 euro en
-(3) een (geld)bedrag van 1000 euro,
toebehorende aan [slachtoffer 3], waarbij verdachte zich telkens de toegang tot die geldautomaten heeft verschaft en die weg te nemen geldbedragen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel,
hebbende hij, verdachte telkens een bankpas op naam van die [slachtoffer 3], in voornoemde geldautomaten gestoken en de juiste pincode ingevoerd, waardoor voornoemde geldbedragen verkregen konden worden, zonder daartoe gerechtigd te zijn;
6.
hij op 15 juli 2013 te Veghel, tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in /uit een woning (van een verzorgingstehuis, welke is gelegen aan de [straatnaam]) heeft weggenomen een tas (met daarin onder andere een portemonnee en bankpassen en een geldbedrag) en foto's, toebehorende aan [slachtoffer 4];
hij, verdachte op tijdstippen omstreeks de periode van 6 augustus 2013 tot en met 19 oktober 2013 te Rotterdam en/of Zwijndrecht en/of Dordrecht en/of Arnhem en/of Nijmegen, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in /uit
-één of meerdere winkels en
-één of meerdere geldautomaten,
heeft weggenomen één of meerdere geldbedragen van in totaal ongeveer 7600 euro toebehorende aan[slachtoffer 5],
-waarbij verdachte in één of meerdere winkels is geweest en één of meerdere geldbedragen heeft gepind door middel van een valse sleutel en
-waarbij de verdachte zich telkens die weg te nemen geldbedragen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel,
hebbende hij, verdachte telkens een bankpas op naam van die[slachtoffer 5], , in één of
meerdere betaalautomaten en geldautomaten gestoken en de juiste pincode ingevoerd, waardoor voornoemde geldbedragen verkregen konden worden en voornoemde geldbedragen van de rekening van voornoemde[slachtoffer 5] werden afgeschreven, zonder
daartoe gerechtigd te zijn;
8.
hij, verdachte op tijdstippen omstreeks de periode van 6 september 2013 tot en met 10 september 2013 te Rotterdam en/of Zwijndrecht, meermalen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening telkens in /uit
-(1) een (geld)automaat van de ING bank (postcode 3086LW) en
-(2) een (geld)automaat van de ING bank (postcode 3086LW) en-(3) een (geld)automaat van de ING Bank,
-(4) middels een betaalautomaat van (winkel)pand "Van Gent Autoverhuur", heeft weggenomen
-(1) een (geld)bedrag van 500 euro en
-(2) een (geld)bedrag van 500 euro en,
-(3) een (geld)bedrag van 500 euro en-(4) een of meerdere (geld)bedrag(en) (van in totaal 735,10 euro),
toebehorende aan [slachtoffer 6], waarbij verdachte zich telkens
die weg te nemen geldbedragen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel,
hebbende hij, verdachte telkens een bankpas op naam van die [slachtoffer 6], in voornoemde geldautomaten en betaalautomaten gestoken en de (juiste pincode ingevoerd, waardoor voornoemde geldbedragen verkregen konden worden, zonder daartoe gerechtigd te zijn;
9.
hij op 13 september 2013 te Varsseveld, binnen de gemeente Oude IJsselstreek, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in /uit een woning (van verzorgingscentrum [verpleeghuis], welke is gelegen aan de[straatnaam]) heeft weggenomen een portemonnee eneen geldbedrag (van (ongeveer) 45 euro) en een gouden armband en een gouden ketting, toebehorende aan [slachtoffer 7];
10.
hij op 16 september 2013 te Capelle aan den IJssel met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in /uit een woning (van het zorg / verpleeghuis [verpleeghuis], welke is gelegen aan de [straatnaam] heeft weggenomen een bankpas (ING) en een geldbedrag en één of meerdere papieren, toebehorende aan [slachtoffer 8], ;
11.
hij op 28 september 2013 te Pernis Rotterdam, gemeente Rotterdam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in /uit een woning (van het verzorgingstehuis [verpleeghuis], welke is gelegen aan de [straatnaam] heeft weggenomen een portemonnee (met daarin onder andere een geldbedrag) en een sleutel van voornoemde woning, toebehorende aan [slachtoffer 9];
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan is gegrond op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende daartoe redengevende feiten en omstandigheden. De bewijsmiddelen en de voor de bewezenverklaring redengevende inhoud daarvan zijn weergegeven in de aan dit vonnis gehechte bijlage II. Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis.
De raadsvrouw van de verdachte heeft de rechtmatigheid van de doorzoeking in februari 2014 van de auto waarin de verdachte reed ter discussie gesteld. Op grond van artikel 96b van het Wetboek van Strafvordering verwerpt de rechtbank dit verweer.
Met betrekking tot feit 2 subsidiair (het bezit van de bankpas van[slachtoffer 10]) heeft de raadsvrouw bepleit dat sprake is van schuldheling, hetgeen vrijspraak van opzetheling impliceert.
De rechtbank verwerpt dit verweer. De verdachte was in bezit van een bankpas van een hem onbekende ander, zonder daarvoor een redelijke verklaring te hebben. In die omstandigheden kan het redelijkerwijs niet anders zijn dan dat hij bij bezitsverkrijging minst genomen willens en weten de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat deze bankpas van misdrijf afkomstig is, zodat opzetheling kan worden bewezen.
De bewezen feiten leveren op: