ECLI:NL:RBROT:2014:6293

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 april 2014
Publicatiedatum
24 juli 2014
Zaaknummer
2545916 - CV EXPL 13-57640
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verjaring van vorderingen op basis van consumentenkoop en de gevolgen van brand op de overeenkomst voor energielevering

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter mr. P. Vlaswinkel, gaat het om een geschil tussen de besloten vennootschap Delta Comfort B.V. en de naamloze vennootschap Evides N.V. als eiseressen, en een gedaagde die in persoon is verschenen, maar later werd bijgestaan door mr. N. van Bremen van Van Bremen, Şen en Purperhart advocaten. De eiseressen vorderen betaling van openstaande bedragen voor geleverde energie aan de gedaagde, die stelt dat een deel van de vordering is verjaard. De gedaagde heeft tot 16 oktober 2011 in de woning op het leveringsadres gewoond, maar na een brand is deze woning onbewoonbaar verklaard. De gedaagde is vervolgens verhuisd en heeft geen energie meer verbruikt op het oude adres. De eiseressen hebben bij dagvaarding op 8 november 2013 de gedaagde aangesproken op de openstaande bedragen, die zijn opgebouwd uit verschillende facturen van 2008 tot 2012. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde een beroep op verjaring kan doen voor de facturen tot en met oktober 2011, maar dat voor de vordering vanaf november 2011 de gedaagde in beginsel de kosten verschuldigd is tot en met mei 2012. De rechter heeft de eiseressen in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verweer van de gedaagde en om duidelijkheid te verschaffen over de opbouw van hun vordering. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
zaaknummer: 2545916 \ CV EXPL 13-57640
uitspraak: 18 april 2014
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam
in de zaak van

1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Delta Comfort B.V,
gevestigd te Middelburg,
2. de naamloze vennootschap
Evides N.V.,
gevestigd te [woonplaats],
eiseressen,
gemachtigde: gerechtsdeurwaarder A. Lodder te [woonplaats],
tegen
[gedaagde],
woonplaats: [woonplaats],
gedaagde,
eerst in persoon, thans bijgestaan door mr. N. van Bremen van Van Bremen, Şen en Purperhart advocaten te Rotterdam.
Partijen worden hierna aangeduid “Delta”, “Evides” en “[gedaagde]”.

1.Het verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter heeft kennis genomen:
  • het exploot van dagvaarding van 8 november 2013 met producties;
  • de aantekeningen van het ter rolzitting van 20 november 2013 door [gedaagde] gevoerde mondelinge verweer;
  • de conclusie van repliek met producties;
  • de conclusie van dupliek met producties, en
  • de akte uitlaten producties zijdens eiseressen.
1.2
De datum voor de uitspraak van dit vonnis is door de kantonrechter bepaald op heden.

2.De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen het volgende vast.
2.1
Tussen partijen is op enig moment een overeenkomst ter zake van de levering en transport van energie (elektriciteit en water) door eiseressen aan [gedaagde] tot stand gekomen.
2.2
Op de overeenkomst voor de levering van elektriciteit met Delta zijn de algemene voorwaarden voor de levering van elektriciteit door DELTA Comfort B.V aan kleinverbruikers van toepassing.
2.3
[gedaagde] heeft tot 16 oktober 2011 in de woning op het leveringsadres aan de
[adres en woonplaats] gewoond. Op 16 oktober 2011 is die woning door een brand onbewoonbaar geworden.
2.4
[gedaagde] is met ingang van 5 december 2011 ingeschreven in de GBA op de [woonadres en woonplaats]. Sinds 17 mei 2013 woont [gedaagde] op haar huidige adres, eveneens in [woonplaats].

3.De vordering

3.1
Eiseressen hebben bij dagvaarding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen:
an Delta € 5.693,97, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 februari 2012 tot de dag van algehele voldoening;
aan Evides € 339,24, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 februari 2012 tot de dag van algehele voldoening;
de proceskosten.
De vordering is opgebouwd uit € 4.712,08 aan hoofdsom ten aanzien van Delta, € 280,74 aan hoofdsom ten aanzien van Evides, € 600,00 aan buitengerechtelijke kosten en
€ 633,39 aan verschenen rente berekend tot 31 oktober 2013.
De hoofdsom is opgebouwd uit de volgende facturen:
juli 2008 € 1.985,16 (deels betaald/verrekend)
september 2008 € 68,91 (deels betaald/verrekend)
november 2008 € 232,45 (deels betaald/verrekend)
december 2008 € 31,79 (deels betaald/verrekend)
januari 2009 € 31,36 (deels betaald/verrekend)
februari 2009 € 345,72
april 2011 € 193,32
mei 2011 € 193,32
september 2011 € 209,65 (deels betaald/verrekend)
november 2011 € 219,65
december 2011 € 219,65
januari 2012 € 219,56
februari 2012 € 236,55
maart 2012 € 219,05
april 2012 € 236,55
mei 2012 € 219,05
mei 2012 € 39,52
mei 2012 € 91,56
3.2
Aan haar vordering leggen eiseressen - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - ten grondslag dat [gedaagde] ondanks diverse aanmaningen in gebreke is gebleven met volledige (tijdige) voldoening van de - ingevolge door eiseressen aan [gedaagde] geleverde energie, althans ter beschikking gestelde aansluiting - aan hen verschuldigde bedragen.

4.Het verweer

[gedaagde] voert aan dat een deel van de vordering is verjaard. Zij erkent
‘de oude schuld van € 3.000,00.’Na een brand in november 2011 is de woning aan [adres en woonplaats]onbewoonbaar verklaard en is [gedaagde] verhuisd. Vanaf dat moment heeft [gedaagde] op voornoemd adres geen energie meer verbruikt.

5.De beoordeling

5.1
Het meest verstrekkende verweer van [gedaagde] is haar beroep op verjaring ten aanzien van de facturen tot en met oktober 2011. Sinds 14 juli 2004 zijn de bepalingen van de consumentenkoop ook van toepassing op de levering van elektriciteit en gas aan consumenten (artikel 7:5 van het Burgerlijk Wetboek). De regels inzake consumentenkoop zijn niet van toepassing op het transport van de energie, op de meterkosten en op het deel van de overeenkomst dat door leidingen naar de verbruiker te voeren water betreft.
De oudste factuur die ten grondslag is gelegd aan de onderhavige vordering dateert van juli 2008, zodat op alle facturen voor het deel van de vordering van Delta ten aanzien van de levering van energie de korte verjaringstermijn van twee jaar geldt. Voor het deel van de vordering van Delta dat ziet op het transport van de energie en de kosten voor de meter geldt een verjaringstermijn van vijf jaar. Voor het deel van de vordering van Evides heeft ten aanzien van alle onderhavige facturen een verjaringstermijn van vijf jaren te gelden.
5.2
Eiseressen hebben ten aanzien van het beroep van [gedaagde] op verjaring bij conclusie van repliek gewezen op artikel 128 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, waarin in lid 3 de verplichting van concentratie van verweer is neergelegd. De ratio van het vereiste van concentratie van verweer is versnelling van de procedure. Het beroep op verjaring is aan te merken als een principaal verweer en had daarom, net als een exceptie, in beginsel bij conclusie van antwoord opgeworpen moeten worden. De sanctie van verval van hetgeen niet is aangevoerd is gesteld op het niet tijdig aanvoeren van excepties, maar geldt niet onverkort voor verweren ten principale. [gedaagde] heeft in persoon geantwoord en van haar als natuurlijk persoon mag niet worden verwacht dat zij bekend is met de veelheid aan formele juridische verweren en het daaraan verbonden vereiste van concentratie van verweer. Gelet op de omstandigheden van dit geval prevaleert het belang van [gedaagde] bij haar beroep op verjaring boven het algemene belang van eiseressen bij een snellere procedure. Het verjaringsverweer zal dan ook worden toegelaten. Om te voldoen aan het beginsel van hoor en wederhoor zullen eiseressen in de gelegenheid worden gesteld om alsnog op dit verweer te reageren. Daarbij dienen zij - gelet op hetgeen onder 5.1 is geoordeeld - tevens in te gaan op de samenstelling van de facturen, in ieder geval uitgesplitst naar een deel van Delta voor levering en een deel voor transport- en meterkosten en een deel van Evides. Eiseressen mogen ook reageren op al hetgeen [gedaagde] in haar conclusie van dupliek verder nog naar voren heeft gebracht.
5.3
Voor het deel van de vordering vanaf november 2011, ten aanzien waarvan het beroep op verjaring niet van toepassing is gelet op de datum van dagvaarden (8 november 2013), heeft te gelden dat [gedaagde] op grond van artikel 8 van de algemene voorwaarden voor de levering van elektriciteit en gas aan kleinverbruikers (hierna AV kleinverbruikers) gehouden is om eiseressen zo spoedig mogelijk op de hoogte te stellen van wijzigingen in omstandigheden die voor de goede uitvoering van de leveringsovereenkomst van belang zijn. Door [gedaagde] is niet gesteld en ook is niet gebleken dat zij eiseressen op enig moment voorafgaand aan de procedure op de hoogte heeft gesteld van de brand, althans van haar verhuizing als gevolg daarvan. Ook is niet aangevoerd dat [gedaagde] de overeenkomst op andere wijze heeft beëindigd op een eerder moment dan in mei 2012, het moment dat eiseressen de overeenkomst hebben beëindigd. Dat betekent dat [gedaagde] in beginsel de vaste kosten (onafhankelijk van het verbruik) per maand en de kosten voor de (mogelijk) daadwerkelijk geleverde energie aan eiseressen verschuldigd is tot en met de maand mei 2012.
5.4
[gedaagde] stelt zich op het standpunt dat zij vanaf de brand geen energie meer heeft gebruikt op het leveringsadres. Die stelling heeft zij deugdelijk onderbouwd door het overleggen van relevante bescheiden. In ieder geval staat vast dat [gedaagde] vanaf
5 december 2011 niet meer op het leveringsadres staat ingeschreven. Eiseressen hebben vanaf november 2011 voorschotbedragen in rekening gebracht van rond de € 200,00 per maand. Zij zijn bevoegd om de omvang van de levering te schatten, indien zij niet tijdig kunnen beschikken over de voor hen relevante gegevens. Dat laat hun plicht echter onverminderd om, zo mogelijk, het werkelijk geleverde alsnog vast te stellen en dát in rekening te brengen (artikel 9 AV kleinverbruikers). Daarom wordt niet uitgegaan van de standen die zijn geschat, maar dienen eiseressen hun voornoemde plicht te vervullen door zich uit te laten over het daadwerkelijk verbruik van november 2011 tot en met mei 2012 (op basis van de meterstanden).
5.5
Ten slotte dienen eiseressen zich uit te laten over de opbouw van hun vordering.
Ten eerste leveren de afzonderlijk gevorderde bedragen aan hoofdsom, buitengerechtelijke kosten en verschenen rente berekend tot 31 oktober 2013 (opgeteld € 6.226,21) tezamen niet de bedragen op zoals die onder a (Delta) en b (Evides) gevorderd zijn (€ 5.693,97 + € 339,24 = € 6.033,21). Dat heeft mogelijk te maken met het verschil in de datum tot wanneer de verschenen rente is berekend (31 oktober 2013) en de datum vanaf wanneer de rente wordt gevorderd (28 februari 2012). Het is aan eiseressen om hier duidelijkheid over te verschaffen.
Ten tweede hebben eiseressen de vorderingen tot betaling van de verschenen rente en buitengerechtelijke kosten niet uitgesplitst. Zij vorderen betaling van deze bedragen aan beiden. Dat is onjuist. Iedere eiseres kan - behoudens hoofdelijkheid, die hier niet aan de orde is - slechts aanspraak maken op het bedrag dat die eiseres van [gedaagde] te vorderen heeft. Geen aanspraak kan worden gemaakt op het bedrag dat [gedaagde] aan de andere partij verschuldigd is. Eiseressen worden toegelaten zich op dit punt uit te laten.
5.6
In deze fase van de procedure wordt iedere verdere beslissing aangehouden.

6.De beslissing

De kantonrechter:
verwijst de zaak naar de rolzitting van
dinsdag 13 mei 2014 te 14:30 uurteneinde eiseressen in de gelegenheid te stellen zich uit te laten zoals onder 5.2, 5.4 en 5.5 omschreven;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Vlaswinkel en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
566