Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 juli 2014 in de zaak tussen
[eiseres] N.V., te [woonplaats], eiseres,
de stichting Stichting Autoriteit Financiële Markten, verweerster (AFM),
Procesverloop
Overwegingen
1.3. Op 1 augustus 2012 heeft AFM eiseres bericht dat het [spaarplan] op [naam website] werd getoond in vergelijking met bancaire spaarproducten en dat nergens wordt vermeld dat het [spaarplan] een spaarverzekering is. Op verzoek van eiseres heeft de exploitant van [naam website] het [spaarplan] uit de vergelijking verwijderd.
In haar zienswijze van 3 april 2012 geeft eiseres aan dat zij in haar uitingen over het [spaarplan] zal vermelden dat het om een spaarverzekering gaat. Op 12 april 2013 heeft AFM aan eiseres bericht dat, vanwege de voorgestelde aanpassingen, ten aanzien van Google Adwords geen aanwijzing zal worden gegeven.
[naam eiseres]
dinsdag 28 mei 2013 voor 18.00ute voldoen aan het bepaalde in artikel 4:19, tweede lid, Wft. Dit betekent dat uit de reclame-uitingen van [naam eiseres] duidelijk moet blijken dat het [naam eiseres] [spaarplan] een verzekering is. [naam eiseres] kan dit bereiken door haar reclame-uitingen aan te passen, of door deze niet langer te tonen aan consumenten.”
Allereerst overweegt de rechtbank dat niet kan worden uitgesloten dat de exploitant van een vergelijkingswebsite verantwoordelijk wordt gehouden voor de op zijn website staande informatie, zie bijvoorbeeld de uitspraak van 20 mei 2014 van het College van Beroep van de Stichting Reclame Code.
Dat kan eiseres echter in dit geval niet baten. Op [naam website] is onder meer het volgende vermeld:
(...) [naam website] is een vergelijkingssite. De informatie alsook de vergelijking is voor u als consument gratis. [naam website] ontvangt uitsluitend een beloning van een aanbieder (provisie of een vaste vergoeding) als u een product via [naam website] heeft afgesloten of doorklikt naar de website van de aanbieder.
(...) [naam website] is volledig onafhankelijk. Dit betekent dat geen enkele financiële instelling een aandeel, zeggenschap of invloed heeft op de resultaten van de vergelijkingen en berekeningen.
(...) Het kan voorkomen dat een product niet opgenomen wordt in de vergelijking dit kan meerdere oorzaken hebben:
(...)
de gegevens van het product worden door de aanbieders van het product niet ter beschikking gesteld.
(...)
Er geldt één basisvoorwaarde voor opname in de vergelijking. De aanbieder van het product dient te vallen onder het EU en/of het Nederlands Deposito garantiestelsel. (...)”
Een andere uitleg zou naar het oordeel van de rechtbank tot de ongewenste situatie kunnen leiden dat aanbieders van financiële producten de op hen rustende verplichting om altijd correcte, duidelijke en niet misleidende informatie te verstrekken eenvoudig kunnen ontlopen door aan derden de opdracht te geven de informatie feitelijk te verstrekken.
Dat (potentiële) klanten weten dat eiseres een verzekeraar is en het [spaarplan] dus een verzekering is, wordt door eiseres gesteld maar niet aannemelijk gemaakt. Daarbij overweegt de rechtbank dat van een gemiddelde consument niet kan worden verwacht dat hij bij een aanbieder weet of dat een verzekeraar of een bank betreft.
Naar het oordeel van de rechtbank stelt AFM zich terecht op het standpunt dat de aan eiseres toe te rekenen informatie misleidend is met betrekking tot de aard van het product, omdat daaruit niet duidelijk blijkt dat het [spaarplan] een verzekering is en de indruk wordt gewekt dat het een bancair spaarproduct is.
Naar het oordeel van de rechtbank is voor overtreding van artikel 4:19, tweede lid, Wft niet vereist dat het economisch gedrag van consumenten door de niet correcte, onduidelijke of misleidende informatie wordt of kan worden beïnvloed. De norm van artikel 4:19, tweede lid, Wft vereist dat de door een financiële dienstverlener verstrekte of beschikbaar gestelde informatie (waaronder reclame-uitingen) op zichzelf duidelijk en niet misleidend is.