Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 24 oktober 2012;
- het proces-verbaal van comparitie van 19 februari 2013, ter gelegenheid waarvan de volgende stukken zijn genomen:
- de conclusie van antwoord in reconventie (met producties);
- de akte houdende wijziging van eis in reconventie alsmede overlegging stukken.
2.De feiten
- [gedaagde 1] is vorderingsgerechtigd nu zij eigenaar is van de uien en zij bovendien vermeld staat op de Sea Waybill als de met name genoemde ontvanger;
- Explorer is passief gelegitimeerd als vervoerder;
- Explorer heeft zich schuldig gemaakt aan wanprestatie en subsidiair aan onrechtmatige daad en dient de daardoor ontstane ladingschade ad € 221.176,82 te vergoeden;
- de andere gevorderde posten zijn gegrond op artt. 6:96 lid 2 sub b en 8:496 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW).
4.De beoordeling
(The contract evidenced hereby is between the Merchant and the owner of the Vessel named herein ..)kan geconcludeerd worden dat tussen NZOC en Seatrade op de voet van art. 6:253 BW is afgesproken dat een derde, namelijk de “consignee”, rechten kan ontlenen aan die overeenkomst. Een derde kan echter niet meer rechten aan de overeenkomst ontlenen dan de afzender van de goederen zelf en dat betekent in dit geval dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] in beginsel ook gebonden zijn aan de tussen NZOC en Seatrade overeengekomen uitsluitingen van aansprakelijkheid. Of die voorwaarden tevoren aan [gedaagde 1] ter hand zijn gesteld is dus niet van belang. Gesteld noch gebleken is dat die voorwaarden niet gelden in de rechtsverhouding tussen NZOC en Seatrade.
not being stowed in Containers”acht de rechtbank overigens niet van belang nu op de voorzijde van de Sea Waybills onmiskenbaar staat vermeld dat partijen de 18 containers (FCL) als deklading hebben aangemerkt. De rechtbank hecht meer waarde aan een specifiek voor deze goederen gedane vermelding op de voorzijde dan aan de algemene tekst van een standaardbepaling op de achterkant.
als derdeal een beroep op partiële vernietiging van dit gedeelte van de vervoersvoorwaarden zou kunnen doen omdat haar geen gelegenheid tot kennisneming daarvan is geboden, faalt het omdat artikel 6:247 lid 2 BW de afdeling over algemene voorwaarden niet van toepassing verklaart op – kort gezegd - internationale overeenkomsten.
waarschijnlijkeoorzaak van de schade door de eerste werktuigkundige toegeschreven wordt aan losgekomen klinknagels van de geluiddempende platen.
452,- (helft van 2 punten x € 452)
452,- (helft van 2 punten x € 452)