Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure in de zaak 13-492
- het tussenvonnis van 29 januari 2014;
- het proces-verbaal van comparitie van partijen van 13 februari 2014, alsmede de
2.De procedure in de zaak 13-986
- het tussenvonnis van 8 januari 2014;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 13 februari 2014, alsmede de
3.De feiten in beide procedures
[gedaagde 3] in onderaanneming uitgevoerd. [gedaagde 1] heeft daarbij geen rol vervuld.
4.Het geschil
in de zaak 13-492
5.De beoordeling
€ 2.842,--(2 punten × tarief V € 1.421,-- )
€ 4.263.--(3 punten × tarief V € 1.421,-- )
€ 4.353,84
Betwist wordt voorts dat extra inzet van de afdelingen Veiligheid, Infra en Centrale Verkeersleiding in redelijkheid nodig was en dat alle opgevoerde personeelsleden buiten hun normale werkzaamheden zijn ingezet. [gedaagde 3] betwist de overgelegde omzetcijfers en de gehanteerde wijze van schadeberekening en zij wijst erop dat gemiste omzet nog geen geleden verlies is.
Voorts heeft [gedaagde 3] er met recht op gewezen dat de overgelegde cijfers omzet-cijfers lijken te zijn, en dat gederfde omzet niet zonder meer gelijk gesteld kan worden aan gederfde winst. Daar komt nog bij, dat aan de hand van de gepresenteerde gegevens niet kan worden vastgesteld of verminderd reizigersverkeer op 14 januari 2011 (berekende minderomzet € 17.178,12) ten volle is aan te merken als een gevolg van het stilliggen van het metro- en tramverkeer langs de Leuvehaven.
Over de reizigersgegevens over 15 januari 2011 (door RET berekende gemiddelde minderopbrengst € 13.005,49) valt op te merken dat de oeververbinding via tram en metro die dag weer in gebruik was. Dat reizigers die dag, zoals RET heeft aangevoerd, mogelijk nog in de (onjuiste) veronderstelling verkeerden dat tram en metro op die verbinding nog waren gestremd, staat in een te ver verwijderd verband met het sloopongeval. Vermindering van omzet op 15 januari 2011 wordt dan ook buiten beschouwing gelaten.
Mede in aanmerking genomen hetgeen hiervoor over de genoteerde meeropbrengst op 13 januari 2011 is overwogen, zal schattenderwijs daarvoor als gederfde winst als gevolg van een tijdelijk verminderd reizigersaanbod een bedrag van € 2.500,-- worden vastgesteld.
€ nihil
€ 4.263,--(3 punten × tarief V € 1.421,--)
6.De beslissing
€ 58.977,70 (achtenvijftigduizend negenhonderd zevenenzeventig euro en zeventig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over het toegewezen bedrag met ingang van heden tot de dag van volledige betaling,
16 juli 2014.