ECLI:NL:RBROT:2014:5448

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 juni 2014
Publicatiedatum
7 juli 2014
Zaaknummer
452898 / HA RK 14-473
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van rechter-commissaris in strafzaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 27 juni 2014 uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. M. van Stratum, tegen mr. G.A.F.M. Wouters, de rechter-commissaris die belast was met de behandeling van zijn strafzaak. Verzoeker had het wrakingsverzoek ingediend naar aanleiding van een beschikking van de rechter-commissaris van 4 juni 2014, waarin een verzoek tot het benoemen van een deskundige werd afgewezen. Verzoeker stelde dat de rechter-commissaris vooringenomen was en dat zijn motivering onbegrijpelijk was, wat volgens hem grond vormde voor wraking.

De wrakingskamer heeft het verzoek behandeld op 13 juni 2014, waarbij zowel verzoeker als de rechter-commissaris en de officier van justitie, mr. M.M. Lemstra, aanwezig waren. De rechter-commissaris heeft in zijn verweer aangevoerd dat verzoeker geen belang had bij het wrakingsverzoek, omdat hij inmiddels weer als zittingsrechter fungeerde en geen verdere werkzaamheden als rechter-commissaris zou verrichten. De officier van justitie heeft eveneens geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek.

De rechtbank heeft in haar beoordeling benadrukt dat wraking een middel is om de onpartijdigheid van de rechter te waarborgen. De rechtbank oordeelde dat er geen uitzonderlijke omstandigheden waren die de vrees voor vooringenomenheid van de rechter-commissaris konden rechtvaardigen. Aangezien de rechter-commissaris niet meer betrokken was bij de behandeling van de zaak, kon verzoeker niet meer in zijn wrakingsverzoek worden ontvangen. De rechtbank verklaarde verzoeker dan ook niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Meervoudige kamer voor wrakingszaken
Zaaknummer / rekestnummer: 452898 / HA RK 14-473
Beslissing van 27 juni 2014
op het verzoek van
[naam verzoeker],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats],
verzoeker,
advocaat mr. M. van Stratum,
strekkende tot wraking van:
mr. G.A.F.M. Wouters, rechter-commissaris, afdeling publiekrecht.

1.Het procesverloop en de processtukken

Mr. G.A.F.M. Wouters, destijds werkzaam als rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Rotterdam (hierna: de rechter-commissaris), heeft een verzoek tot het verrichten van onderzoekshandelingen ex artikel 182 Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) ontvangen in de strafzaak tegen verzoeker met parketnummer 10/964031-13.
Bij beschikking van 4 juni 2014 heeft de rechter-commissaris het verzoek gedeeltelijk toegewezen. Het verzoek tot het benoemen van een (met name genoemde) deskundige is afgewezen.
Bij faxbericht, gedateerd 4 juni 2014, heeft mr. M. van Stratum namens verzoeker de rechter-commissaris gewraakt.
De wrakingskamer heeft kennis genomen van dit wrakingsverzoek.
Verzoeker, zijn raadsman, de rechter-commissaris alsmede de officier van justitie zijn verwittigd van de datum waarop het wrakingsverzoek zou worden behandeld en zijn voor de zitting uitgenodigd.
De rechter-commissaris is in de gelegenheid gesteld voorafgaande aan de zitting schriftelijk te reageren. De rechter-commissaris heeft van die gelegenheid gebruik gemaakt bij brief van 6 juni 2014.
Ter zitting van 13 juni 2014, waar het wrakingsverzoek is behandeld, zijn verschenen verzoeker, bijgestaan door zijn raadsman, de rechter-commissaris, alsmede de officier van justitie mr. M.M. Lemstra.
De ter zitting verschenen personen hebben ieder hun standpunt nader toegelicht, waarbij de
raadsman van verzoeker en de officier van justitie dat ieder hebben gedaan aan de hand van
pleitaantekeningen.

2.Het verzoek en het verweer daartegen

Ter adstructie van het wrakingsverzoek heeft verzoeker het volgende aangevoerd - verkort en zakelijk weergegeven - :
De rechter-commissaris is in zijn motivering tot afwijzing van het verzoek van de verdediging tot het benoemen van een deskundige vooruitgelopen op de nog door de rechtbank in een later stadium te beantwoorden vragen als bedoeld in de artikelen 348 en 350 Sv, waaronder in ieder geval de vraag of bewezen is dat verzoeker al dan niet iets van doen heeft gehad met de hem verweten feiten. De overwegingen in de beslissing van de rechter-commissaris zijn niet alleen onbegrijpelijk maar getuigen ook van vooringenomenheid jegens verzoeker.
De rechter-commissaris heeft niet in de wraking berust en heeft daartoe primair aangevoerd dat verzoeker geen belang heeft bij zijn wrakingsverzoek omdat hij inmiddels weer zittingsrechter is. Hij zal als rechter-commissaris in deze zaak geen onderzoek meer verrichten.
Subsidiair bestrijdt de rechter-commissaris de feitelijke grondslag van het verzoek en heeft overigens te kennen gegeven dat niet sprake is van een omstandigheid die grond tot wraking kan opleveren.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek.

3.De beoordeling

Wraking is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Bij de beoordeling van een verzoek tot wraking dient voorop te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens verzoeker een vooringenomenheid koestert, althans dat de door verzoeker geuite vrees voor vooringenomenheid van de rechter door objectieve factoren gerechtvaardigd is.
Artikel 512 Sv bepaalt dat elk van de rechters die een zaak behandelen kan worden gewraakt. Wraking is een rechtsmiddel dat ertoe dient te voorkomen dat een rechter, door wiens handelen de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden, bij de behandeling van de zaak betrokken blijft.
3.3.
Uit de schriftelijke reactie van de rechter-commissaris en zijn mondelinge toelichting op de zitting blijkt dat deze zaak niet, althans niet meer bij hem in behandeling is, nu hij thans zittingsrechter is en geen werkzaamheden meer als rechter-commissaris zal verrichten.
Bij deze stand van zaken kan de rechter-commissaris niet (meer) worden aangemerkt als de rechter die de zaak behandelt. Dientengevolge kan verzoeker niet meer worden ontvangen in zijn wrakingsverzoek.

4.De beslissing

verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking van mr. G.A.F.M. Wouters.
Deze beslissing is gegeven door mr. R.R. Roukema, voorzitter, mr. P.H. Veling en mr. A. Eerdhuijzen, rechters en door de voorzitter uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 juni 2014 in tegenwoordigheid van mr. R.H. Nieuwenhuis, griffier.
Verzonden op:
aan:
-
-
-
-