Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
ESSENT ENERGIE TRADING B.V.,
1.De procedure
- EBS heeft een conclusie van repliek in conventie genomen en daarbij producties 14 tot en met 17 overgelegd.
- [gedaagde 1 en eiseres in reconventie] hebben een conclusie van dupliek in conventie en repliek in reconventie genomen en daarbij producties 6 tot en met 9 overgelegd.
- Essent cs hebben een conclusie van dupliek in conventie en repliek in reconventie genomen en daarbij producties 7 tot en met 11 overgelegd.
- Op de rol van 28 maart 2012 hebben alle partijen praktisch gelijkluidende aktes genomen met de strekking dat de in de zaak met kenmerk C/10/297227 / HA ZA 07-3041 gewisselde processtukken geacht moeten worden ook in de zaak met kenmerk C/10/313831 / HA ZA 08-2084 te zijn genomen.
- EBS heeft een conclusie van dupliek in reconventie genomen en daarbij producties 18 tot en met 22 overgelegd.
- Partijen hebben hun zaken op 20 maart 2013 laten bepleiten, EBS door mr. Van Rossenberg en mr. M.M. van Herk-van Tilburg, [gedaagde 1 en eiseres in reconventie] door mr. H. Boonk en Essent cs door mr. R. de Haan. Essent cs hebben bij pleidooi hun productie 10 in het geding gebracht.
- Zoals bij de pleidooien is afgesproken, heeft mr. Boonk bij brief van 16 april 2013 nader gereageerd en daarbij de jaarrekeningen van [bedrijf 4] over de jaren 2003 en 2004 overgelegd. Mr. Van Herk-van Tilburg heeft daarop gereageerd bij brief van 13 mei 2013.
- Vervolgens hebben partijen vonnis gevraagd.
2.De vorderingen en de standpunten van partijen in conventie en in reconventie
white pelletsbij EBS aangevoerd met het zeeschip ‘Condor Arrow’ op 16/17 juni 2003, een partij
white pelletsaangevoerd met de ‘Star Florida’ op 17/18 juni 2003 en een partij
bark pelletsaangevoerd met de ‘Spar Jade’ op 3/4 januari 2004. De partij
white pelletsdie met de ‘Condor Arrow’ was aangevoerd was kennelijk geladen bij regenval. De partij
bark pelletsdie met de ‘Spar Jade’ was aangevoerd was bij EBS gelost tijdens regen.
bark pelletsin silo nr. 30 op te slaan bovenop de partijen
white pellets, die zich toen ongeveer zes maanden in die silo bevonden.
houtpelletsbroei kan ontstaan, maar EBS beschikte niet over kennis over de eigenschappen van biomassa, in het bijzonder van
houtpellets, en over de risico’s verbonden aan de opslag van biomassa of
houtpellets. EBS wist niet dat
bark pellets, dat wil zeggen pellets waarin schors is verwerkt, een hoger vochtigheidspercentage hadden en warmer waren dan de
white pellets, evenmin dat door twee soorten biomassa bij elkaar samen op te slaan een niet-homogene massa met een verhoogd risico op broei kon ontstaan.
bark pelletszich op de
white pelletsbevonden.
bark pellets, een hoger vochtpercentage hadden dan 5, waardoor de kans op broei verhoogd was.
houtpelletsbij elkaar, wel bekend was. KEMA heeft, immers, op verzoek van Essent cs onderzoek gedaan naar dat risico en daarover in een rapport getiteld "Broei bij de opslag van biomassa" van 9 augustus 2001 (hierna: het KEMA-rapport) verslag gedaan. [gedaagde 1 en eiseres in reconventie] noch Essent cs heeft het KEMA-rapport aan EBS verschaft of EBS over de bevindingen van KEMA ingelicht.
white pelletsen
bark pelletshad Essent cs een op de in het maatschappelijk verkeer in acht te nemen zorgvuldigheid gegronde verplichting om zich ervan te vergewissen dat EBS als opslaghouder van de houtpellets in kennis werd gesteld van de risicovolle aard van de biomassa.
bark pelletsmet
white pellets, en aan opslag van
houtpelletsmet een hoger vochtpercentage dan 5 verbonden zijn. Daarom zijn [gedaagde 1] en de Essent cs aansprakelijk tot vergoeding van de schade die EBS heeft geleden.
houtpelletsbijgewoond, waarop aandacht is besteed aan broei- en brandgevaar van biomassa.
bark pellets(in combinatie met
white pellets) oorzaak van de broei vormt. De als laatste in opslag genomen partij
houtpelletsbestond voor 80% uit without en slechts voor 20% uit schors (
bark).
bark pellets(in combinatie met
white pellets) bijzondere risico’s van broei of brand kleven. In het KEMA-rapport wordt niet de opslag van
houtpelletsbehandeld, maar die van
houtchips. De gegevens in het KEMA-rapport met betrekking tot houtsnippers of
houtchipszijn niet zonder meer toepasselijk op
houtpellets. Voor vrijwel alle soorten biomassa geldt dat er geen broei optreedt als ze maar droog genoeg worden opgeslagen. Voor
houtchipsbedraagt het minimale vochtgehalte waarboven broei kan optreden 20%, dat wil zeggen dat beneden 20% geen broei optreedt. Voor zaagsel, boomschors, chips van
dunninghoutgeldt een waarde van 25%. In het KEMA-rapport staat dat indien het vochtgehalte beneden de 20% tot 25% ligt, in beginsel zonder gevaar voor broei kan worden opgeslagen.
houtpelletsvarieerden tussen 4% en 7% (genoemd in het rapport van [bedrijf 1]; hierna: [bedrijf 1]; productie 4 bij conclusie van antwoord/eis [gedaagde 1 en eiseres in reconventie]). Het percentage lag derhalve ruim onder de grens van 20% tot 25 % waarbij broei zou kunnen optreden.
white pelletsen
bark pelletsin een silo bij elkaar, geeft geen bijzondere aanleiding tot broei. Die gestelde schadeoorzaak is onderzocht door [bedrijf 2] en door [bedrijf 1] en die hebben die uitgesloten.
3.De beoordeling
white pelletsen
bark pellets, welke broei heeft geleid tot zelfontbranding van de biomassa. De schade bestaat uit schade aan de silo en schade aan de opgeslagen partijen biomassa.
houtpelletsbij EBS in opslag had gegeven, geldt driemaal het bedrag van beperkte aansprakelijkheid. Derhalve is de verplichting van [gedaagde 1] om EBS te vrijwaren voor vorderingen van Essent cs beperkt tot het beloop van die vorderingen dat het bedrag van € 67.067,03 te boven gaat.
mutatis mutandishetzelfde als ten aanzien van de vrijwaringsverplichting van [gedaagde 1]. Er is sprake van schuld van EBS in de zin van artikel 21.1 en 21.2 EBS-voorwaarden. Derhalve is EBS beperkt aansprakelijk, namelijk tot € 22.689,01 per opdracht, derhalve in totaal tot € 67.067,03. Uit de overgelegde expertiserapporten blijkt dat de schade wegens verlies of beschadiging van biomassa door de brand aanmerkelijk groter was dan € 67.067,03. EBS heeft niet aannemelijk gemaakt dat de schade geringer is.
- dagvaarding € 70,85
- griffierecht € 251,-
- salaris advocaat € 2.712,-(6 punten in Liquidatietarief II)
white pelletsbij
bark pelletsen van
houtpelletsmet een hoger vochtpercentage dan 5%.
houtpellets, gedurende opslag broei kan ontstaan.
white pelletsen
bark pelletsen van
houtpelletsmet een hoger vochtpercentage dan 5%, een bijzonder gevaar van broei en zelfontbranding verbonden is, dan kan, door deze biomassa in bewaring te laten geven of gedurende geruime tijd in bewaring te laten houden, sprake zijn van veroorzaking van schade door het in het leven roepen of laten voortbestaan van een gevaarlijke situatie, hetgeen onder omstandigheden een onrechtmatige daad van de betreffende Essent-vennootschap kan opleveren. Voor het antwoord op de vraag of sprake is van een onrechtmatige gedraging van (een of meer van) Essent cs zijn alle omstandigheden van het geval van belang; dat antwoord kan niet gegeven worden aan de hand van alleen maar de vraag of de schade daadwerkelijk is ingetreden dan wel of sprake was van de mogelijkheid van schade.
houtpelletsbekend was, zodat op Essent cs een waarschuwingsplicht ten opzichte van EBS rustte. Essent cs betwist die stelling gemotiveerd.
white pelletsbij EBS aangevoerd met het zeeschip ‘Condor Arrow’ op 16/17 juni 2003, een partij
white pelletsaangevoerd met de ‘Star Florida’ op 17/18 juni 2003 en een partij
bark pelletsaangevoerd met de ‘Spar Jade’ op 3/4 januari 2004 en dat de partij
bark pelletsdie met de ‘Spar Jade’ was aangevoerd bij EBS was gelost tijdens regen. Derhalve lag vanaf 16 juni 2003 in silo nr. 30 biomassa ten behoeve van Essent cs opgeslagen, al dan niet met een hoger vochtpercentage dan 5%, derhalve ruim acht maanden voordat brand uitbrak. Voorts blijkt uit deze feiten dat de combinatie van
white pelletsen
bark pelletsal twee maanden bij EBS in opslag lag voordat brand uitbrak.
white pelletsen
bark pellets, al dan niet met een hoger vochtpercentage dan 5%, op zichzelf niet als bijzonder risicovol en daarom zonder nadere waarschuwing vanwege Essent cs als onrechtmatig aan te merken. Voor de vraag naar een onrechtmatige daad aan de zijde van Essent cs blijft daarom over het laten voortduren van de opslag van de biomassa zonder waarschuwing over de door EBS gestelde bijzondere gevaren.
white pelletsen
bark pellets, al dan niet met een hoger vochtpercentage dan 5 %, langer dan één tot twee maanden.