ECLI:NL:RBROT:2014:5269

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 april 2014
Publicatiedatum
1 juli 2014
Zaaknummer
10/750525-13
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van de voorlopige hechtenis onder voorwaarden met betaling van een borgsom

Op 9 april 2014 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die zich in voorlopige hechtenis bevond op grond van een bevel tot verlenging van de gevangenhouding. De verdachte, vertegenwoordigd door zijn raadsman mr. J.P. Plasman, heeft verzocht om schorsing van de voorlopige hechtenis. Tijdens de zitting zijn de officier van justitie, de verdachte en zijn raadsman gehoord. De rechtbank heeft, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, besloten het verzoek tot schorsing toe te wijzen. De rechtbank oordeelt dat de verdachte in beginsel zijn berechting in vrijheid mag afwachten, mits hij zich houdt aan bepaalde voorwaarden.

De rechtbank heeft de voorlopige hechtenis van de verdachte geschorst onder de voorwaarde dat er een borgsom van 40.000 euro wordt gestort op een door de officier van justitie opgegeven rekeningnummer. Daarnaast zijn er meerdere voorwaarden opgelegd, waaronder dat de verdachte zich niet aan de tenuitvoerlegging van een eventuele straf mag onttrekken, medewerking moet verlenen aan identificatie, en zich gedurende de schorsingsperiode niet aan strafbare feiten mag schuldig maken. De verdachte moet ook verschijnen op de zittingen en zijn paspoort ter beschikking stellen aan de officier van justitie.

De beslissing is genomen door de meervoudige kamer voor strafzaken van de rechtbank Rotterdam, met mr. T.B. Trotman als voorzitter en mrs. B. Dijkers en R. in het Veld als rechters. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van griffier J.P. van der Wijden en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag. De officier van justitie is belast met de tenuitvoerlegging van deze beschikking en brengt deze ter kennis van de verdachte.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: [parketnummer]
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats]op [geboortedatum],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op het adres: [adres],
preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Leeuwarden,
raadsman mr. J.P. Plasman, advocaat te Amsterdam.
De verdachte bevindt zich op grond van een bevel (tot verlenging van de) gevangenhouding in voorlopige hechtenis.
Op de terechtzitting van 9 april 2014 is namens de verdachte een verzoek gedaan tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte.
De officier van justitie, de verdachte en de raadsman zijn gehoord.
De rechtbank zal op grond van de persoonlijke omstandigheden van de verdachte - de rechtbank vult deze persoonlijke omstandigheden zo in dat de verdachte in beginsel zijn berechting in vrijheid mag afwachten - het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis toewijzen.
De verdachte heeft zich bereid verklaard tot nakoming van de aan de schorsing van de voorlopige hechtenis te verbinden voorwaarden.
De rechtbank beveelt dat de voorlopige hechtenis van de verdachte zal worden geschorst
met ingang van 10 april 2014 om 10.00, uur, althans niet eerder dan het moment dat
a. een bedrag van 40.000 euro ontvangen is op een door de officier van justitie op te geven rekeningnummer van het arrondissementsparket Rotterdam (storting onder vermelding van "borgsom" en opgemeld parketnummer) en
b. de officier van justitie, of een door haar aan te wijzen persoon of instantie, over het/de op naam van de verdachte gestelde paspoort/en beschikt,
en eindigende op de dag en tijdstip van de einduitspraak;
De voorlopige hechtenis wordt geschorst onder de volgende voorwaarden:
1. de verdachte zal zich, indien de opheffing van de schorsing mocht worden bevolen niet aan de tenuitvoerlegging van het bevel tot voorlopige hechtenis onttrekken;
2. de verdachte zal zich, ingeval hij wegens het feit, waarvoor de voorlopige hechtenis is bevolen, tot andere dan vervangende vrijheidsstraf mocht worden veroordeeld, niet aan de tenuitvoerlegging daarvan onttrekken;
3. de verdachte zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
4. de verdachte zal zich gedurende de schorsingsperiode niet aan enig strafbaar feit schuldig maken;
5. de verdachte zal gehoor geven aan oproepingen van politie, justitie en de rechter-commissaris;
6. de verdachte zal verschijnen op de terechtzitting waarop zijn strafzaak inhoudelijk wordt behandeld.
7. de verdachte zal zijn paspoort/en ter beschikking stellen aan de officier van justitie, of een door haar aan te wijzen instantie of persoon, en zich onthouden van het aanvragen van een vervangend paspoort;
8. de verdachte zal zich, indien de officier van justitie de verdachte schriftelijk kenbaar heeft gemaakt zulks noodzakelijk te vinden, gedurende de schorsingsperiode zo frequent als de officier van justitie nodig oordeelt melden op een door deze aan te wij zen politiebureau;
De storting van de opgenoemde geldsom dient als zekerheidstelling voor de nakoming van deze voorwaarden.
Deze beslissing is genomen door:
mr. T.B. Trotman, voorzitter,
mrs. B. Dijkers en R. in het Veld, rechters,
in tegenwoordigheid van J.P. van der Wijden, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 9 april 2014.
Afschrift raadsman/vrouw d.d.
De officier van justitie gelast de tenuitvoerlegging van vorenstaande beschikking en brengt deze ter kennis van de verdachte.
Rotterdam, devJ
Gezien op: dir. HvB/PI