ECLI:NL:RBROT:2014:4975

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 juni 2014
Publicatiedatum
23 juni 2014
Zaaknummer
C-10-451814 - KG ZA 14-486
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake de afwikkeling van een nalatenschap en medewerking aan notariële levering

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een kort geding dat is aangespannen door vijf eisers, die erfgenamen zijn van de heer [erflater], tegen de gedaagde, die ook een erfgenaam is. De eisers vorderen dat de gedaagde medewerking verleent aan de notariële levering van zijn aandeel in de nalatenschap van de erflaatster, de vrouw van de erflater, en dat de nalatenschap van de erflater wordt verdeeld. De zaak is ontstaan na het overlijden van de erflater, waarbij de kinderen van de erflater en de erflaatster betrokken zijn. De eisers stellen dat de gedaagde zijn erfdeel heeft aanvaard door een bedrag van fl. 33.303,- te behouden, maar de gedaagde betwist dit en weigert medewerking te verlenen aan de notariële levering van de onroerende zaken die tot de nalatenschap behoren. De voorzieningenrechter oordeelt dat er een spoedeisend belang is bij de gevorderde voorzieningen, omdat de nalatenschap schulden heeft die moeten worden voldaan. De rechter wijst de vorderingen van de eisers toe, inclusief de veroordeling van de gedaagde tot het verbeuren van een dwangsom indien hij niet meewerkt aan de levering. Tevens wordt een onzijdig persoon benoemd om de gedaagde te vertegenwoordigen in het geval hij niet meewerkt aan de verdeling van de nalatenschap. De proceskosten worden gecompenseerd, omdat partijen deels in het ongelijk zijn gesteld.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Handel
zaaknummer / rolnummer: C/10/451814 / KG ZA 14-486
Vonnis in kort geding van 25 juni 2014
in de zaak van

1.[eiser 1],

wonende te Hardinxveld-Giessendam,
2.[eiser 2],
wonende te Hardinxveld-Giessendam,
3.
[eiser 3],
wonende te Hardinxveld-Giessendam,
4.
[eiseres 4],
wonende te Alblasserdam,
5.
[eiser 5],
in zijn hoedanigheid van executeur in de nalatenschap van [erflater],
kantoorhoudende te Hardinxveld-Giessendam,
eisers,
advocaat mr. L. Alberts,
tegen
[gedaagde],
wonende te Hardinxveld-Giessendam,
gedaagde,
verschenen in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding d.d. 27 mei 2014,
  • de akte overlegging producties van eisers,
  • de mondelinge behandeling ter openbare zitting van 27 mei 2014,
  • de pleitnota van eisers.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Eisers sub 1 t/m 4 en gedaagde (tezamen verder: de kinderen) zijn de erfgenamen in de nalatenschap van hun vader, de heer [erflater], overleden te Hardinxveld-Giessendam op [datum] (verder: de erflater).
2.2.
Eiser sub 5 (hierna ook: de executeur) is kandidaat-notaris bij Notarispraktijk Interwaert te Hardinxveld-Giessendam. Ingevolge het testament van erflater is hij benoemd tot executeur van de nalatenschap van erflater en bevoegd om in verband met de betaling van de schulden van de nalatenschap de goederen van de nalatenschap te gelde te maken.
2.3.
Erflater is in gemeenschap van goederen gehuwd geweest met [erflaatster], overleden op [datum] te Hardinxveld-Giessendam (verder: de erflaatster). De kinderen waren tezamen met erflater erfgenaam in haar nalatenschap.
2.4.
Tot de huwelijksgoederengemeenschap van erflater en erflaatster behoorde de onroerende zaak aan de [adres 1] te Hardinxveld-Giessendam en een aandeel in het onroerend goed aan [adres 2] te Hardinxveld-Giessendam (verder: de onroerende zaken). Van laatstgenoemde onroerende zaak is eiser sub 1,[eiser 2], voor 50% mede-eigenaar.
2.5.
De nalatenschap van erflaatster is door erflater afgewikkeld. In het kader daarvan heeft hij op 2 november 1996 aan ieder van de kinderen een bedrag van fl. 33.303,- betaald.
De notariële levering van het aandeel van erflaatster in de onroerende zaken aan erflater heeft niet plaatsgevonden.
2.6.
Medio februari 2014 hebben eisers sub 1 t/m 4 schriftelijk verklaard dat door erflater in november 1996 aan ieder van de kinderen het erfdeel is uitbetaald en dat zij derhalve niets meer uit de nalatenschap van erflaatster te vorderen hebben.

3.Het geschil

3.1.
Eisers vorderen na wijziging en vermeerdering van hun eis samengevat -:
I.
primair:
- te bepalen dat door middel van notariële levering de aandelen der deelgenoten in de
nalatenschap van erflaatster zullen overgaan op de deelgenoten in de nalatenschap van erflater, zulks ten overstaan van notaris E.F. de Vilder te Hardinxveld-Giessendam;
- gedaagde te veroordelen om binnen 14 dagen na het te dezen te wijzen vonnis de noodzakelijke medewerking te verlenen aan de notariële levering van zijn aandeel in de
nalatenschap van erflaatster, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom ten behoeve van de nalatenschap;
- te bepalen dat indien gedaagde gedurende 28 dagen na het te dezen te wijzen vonnis in gebreke zal blijven aan de veroordeling als voornoemd te voldoen, deze uitspraak in de plaats treedt van de zijdens gedaagde noodzakelijk te verlenen medewerking aan de notariële levering (ex art. 3:300 8W);
subsidiair:
- te bepalen dat de nalatenschap van erflaatster verdeeld wordt en wel zodanig dat
toebedeling van de aandelen der deelgenoten plaatsvindt aan de deelgenoten in de nalatenschap van erflater;
- te bepalen dat door middel van notariële levering de aandelen der deelgenoten in de
nalatenschap van erflaatster zullen overgaan op de deelgenoten in de nalatenschap van erflater, zulks ten overstaan van notaris E.F. de Vilder te Hardinxveld-Giessendam;
- gedaagde te veroordelen om binnen 14 dagen na het te dezen te wijzen vonnis de
noodzakelijke medewerking te verlenen aan de notariële levering van zijn aandeel in de
nalatenschap van erflaatster, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom ten behoeve van de nalatenschap;
- te bepalen dat indien gedaagde gedurende 28 dagen na het te dezen te wijzen vonnis in
gebreke zal blijven aan de veroordeling als voornoemd te voldoen, deze uitspraak in de
plaats treedt van de zijdens gedaagde noodzakelijk te verlenen medewerking aan de notariële levering (ex art. 3:300 BW);
meer subsidiair:
- te bepalen dat de onroerende zaak aan [adres 1] met een gedeelte van [adres 2] door de nalatenschap van erflater zal worden verkocht – tegen een koopprijs van € 181.180,- – en – onder betaling van die koopprijs – zal worden geleverd aan de heer [belanghebbende 1] en mevrouw [belanghebbende 2] te Hardinxveld-Giessendam, zoals bepaald in productie 5;
- te bepalen dat levering zal plaatsvinden binnen 14 dagen na het te dezen te wijzen vonnis, zulks ten overstaan van notaris mr. E.F. de Vilder te Hardinxveld-Giessendam;
- alsook dat de netto-opbrengst van dit goed naar rato van ieders aandeel zal worden verdeeld onder de deelgenoten;
uiterst subsidiair:
- in goede justitie een passende voorziening te treffen;
II.
primair:
- te bevelen dat de nalatenschap van erflater verdeeld zal worden;
- de verdeling vast te stellen als in de dagvaarding onder randnr. 2.10 en 2.12 is omschreven;
- te bepalen dat de voornoemde verdeling zal worden geëffectueerd door middel van notariële levering, zulks ten overstaan van notaris E.F. de Vilder te Hardinxveld-Giessendam;
- gedaagde te veroordelen om binnen 14 dagen na het te dezen te wijzen vonnis de
noodzakelijke medewerking te verlenen aan de verdeling van de nalatenschap van erflater, op de wijze als door de voorzieningenrechter bepaald, door medewerking te verlenen aan de notariële levering van zijn aandeel in de nalatenschap van erflater, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom ten behoeve van eisers sub 1 t/m 4;
- te bepalen dat indien gedaagde gedurende 28 dagen na het te dezen te wijzen vonnis in gebreke zal blijven aan de veroordeling als voornoemd te voldoen, deze uitspraak in de
plaats treedt van de zijdens gedaagde noodzakelijk te verlenen medewerking aan de
notariële levering (ex artikel 3:300 BW);
subsidiair:
- een onzijdig persoon te benoemen die gedaagde bij de verdeling van de nalatenschap van erflater vertegenwoordigt en namens gedaagde de verdeling tot stand brengt en zo nodig effectueert door medewerking te verlenen aan de notariële overgang, een en ander ten overstaan van notaris E.F. de Vilder te Hardinxveld-Giessendam;
III. gedaagde te veroordelen in de kosten van de procedure.
3.2.
De Vos voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Vordering I

4.1.
Onweersproken is dat op korte termijn diverse schulden van de nalatenschap van erflater dienen te worden voldaan, dat de liquide middelen in de nalatenschap van erflater daarvoor te gering zijn en dat de onroerende zaken de enige activa in de nalatenschap zijn die voor te gelde making in aanmerking komen. Aangezien de executeur niet over het aandeel van erflaatster in de onroerende zaken kan beschikken is hiermee het spoedeisend belang bij de gevorderde voorzieningen gegeven.
4.2.
Gedaagde erkent dat hij het bedrag van fl. 33.303,- als zijn aandeel in de nalatenschap van erflaatster heeft ontvangen en dat bedrag ook heeft behouden. Hij betwist echter dat hij die betaling als zijn erfdeel heeft geaccepteerd en voert daartoe aan dat erflater en eisers sub 1 t/m 4 bekend was dat hij de onroerende zaken wilde verkrijgen in plaats van betaling van zijn erfdeel. De notariële levering van het aandeel van erflaatster in de onroerende zaken aan erflater heeft naar zijn zeggen niet plaatsgevonden omdat hij daaraan niet heeft willen meewerken. Die medewerking heeft hij geweigerd omdat, al gedurende vijftien jaren vóór het overlijden van erflaatster, zonder opgaaf van redenen werd geweigerd de onroerende zaken aan hem te verkopen hetgeen er toe heeft geleid dat alle contact met de familie is verbroken. Voorts heeft gedaagde ter zitting verklaard ook thans niet aan de notariële levering te willen mee werken, omdat hij de onroerende zaken ‘een monument van wat zijn familie is’ wil laten zijn.
4.3.
De door gedaagde gestelde wetenschap van erflater en eisers sub 1 t/m 4 dat hij de onroerende zaken wilde verkrijgen alleen, staat er niet aan in de weg dat erflater en eisers sub 1 t/m 4 uit het behoud van het bedrag van fl. 33.303,- door gedaagde redelijkerwijze mochten afleiden dat hij dit bedrag als zijn erfdeel aanvaardde. Bijkomende feiten of omstandigheden die daaraan wel in de weg staan, heeft gedaagde niet aangevoerd. Aannemelijk is derhalve dat de nalatenschap van erflaatster, zoals eisers stellen, is verdeeld en nog slechts juridisch geëffectueerd dient te worden door middel van de notariële levering van het aandeel van erflaatster in de onroerende zaken aan deelgenoten in de nalatenschap van erflater. Uit het hiervoor weergegeven standpunt van gedaagde blijkt dat hij zijn medewerking daaraan weigert uitsluitend met het doel om de verdeling van de tot de nalatenschappen van erflaatster en erflater behorende onroerende zaken tegen te houden. Aangezien het belang van deelgenoten bij verdeling van een gemeenschap in beginsel is gegeven, volgt hieruit dat de weigering van gedaagde geen ander doel heeft dan eisers sub 1 t/m 4 in hun belangen te schaden en dat hij aldus zijn bevoegdheid om als deelgenoot over zijn aandeel te beschikken misbruikt.
4.4.
Ingevolge artikel 3:89 BW vindt de voor overdracht van onroerende zaken vereiste levering plaats door een daartoe bestemde, tussen partijen opgemaakte akte, gevolgd door inschrijving daarvan in de daartoe bestemde openbare registers. Het belang bij de primair gevorderde bepaling dat door middel van notariële levering de aandelen van de deelgenoten in de nalatenschap van erflaatster overgaan op de deelgenoten in de nalatenschap van erflater naast de overige primaire vorderingen is niet gesteld en – bij gebreke van enige toelichting – niet aannemelijk.
4.5.
Op grond van het vorenstaande en rekening houdende met de door gedaagde ter zitting opgegeven vakantie, zullen de primaire vorderingen als na te melden worden toegewezen. Omdat de nalatenschap noch een natuurlijk persoon noch een rechtspersoon is, zal de gevorderde dwangsom als na te melden worden toegewezen.
Vordering II
4.6.
Ieder der deelgenoten kan te allen tijde verdeling van een gemeenschap vorderen (artikel 3:178 lid 1 BW). Voldoende aannemelijk is dat eisers sub 1 t/m 4 ook spoedeisend belang bij de verdeling van de nalatenschap van erflater hebben, omdat het uitblijven daarvan tot onnodige kosten lijdt. Uit hetgeen onder 4.2 en 4.3 is overwogen volgt dat gedaagde geen in redelijkheid te respecteren belang heeft dat zich ertegen verzet dat tot die verdeling wordt overgegaan. Het gevorderde bevel om de nalatenschap te verdelen zal derhalve worden toegewezen.
4.7.
De vordering om de verdeling van de nalatenschap van erflater vast te stellen strekt tot het doen van een uitspraak die een nieuwe materiële rechtstoestand schept. Een dergelijke constitutieve uitspraak kan in kort geding niet worden gedaan, omdat die naar zijn aard niet voorlopig is. Die vordering is derhalve niet toewijsbaar. Hetzelfde geldt voor de overige primaire vorderingen die daarop voortbouwen, zodat de subsidiaire vordering aan de orde komt.
4.8.
Het onder 4.2 weergegeven standpunt van gedaagde rechtvaardigt de vrees dat hij niet zal meewerken aan de bij dit vonnis bevolen verdeling van de nalatenschap van erflater. Voor dat geval zal overeenkomstig de subsidiaire vordering op de voet van artikel 3:181 BW, dat een uitwerking is van artikel 3:300 lid 1 BW, een onzijdig persoon tot vertegenwoordiger van gedaagde worden benoemd. Na te melden persoon heeft zich daartoe bereid verklaard en heeft desgevraagd opgegeven dat zij voor zover haar bekend vrijstaat en geen relatie met één van partijen heeft of heeft gehad.
De proceskosten
4.9.
Nu niet alleen sprake is van bloedverwantschap tussen eisers sub 1 t/m 4 en gedaagde maar partijen ook ieder deels in het ongelijk zijn gesteld, zullen de proceskosten als na te melden worden gecompenseerd.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt gedaagde om binnen 30 dagen na de uitspraak van dit vonnis de noodzakelijke medewerking te verlenen aan de levering bij notariële akte van zijn aandeel in de nalatenschap van erflaatster aan de deelgenoten in de nalatenschap van erflater en inschrijving daarvan in de daartoe bestemde openbare registers;
5.2.
bepaalt dat gedaagde aan eiser sub 5, in gemelde hoedanigheid, een dwangsom zal verbeuren van € 4.000,-- per dag dat hij in gebreke blijft aan de onder 5.1 vermelde veroordeling te voldoen, zulks tot een maximum van € 56.000,--;
5.3.
bepaalt dat indien gedaagde gedurende 44 dagen na de uitspraak van dit vonnis in gebreke zal blijven aan de onder 5.1 vermelde veroordeling te voldoen, deze uitspraak in de plaats treedt van de zijdens gedaagde noodzakelijk te verlenen medewerking aan de onder 5.1 bedoelde notariële levering;
5.4.
beveelt dat de nalatenschap van erflater verdeeld zal worden;
5.5.
benoemt, voor het geval dat gedaagde niet medewerkt aan de verdeling van de nalatenschap van erflater, mr. Y.H. Silfhout, advocaat, kantoorhoudende te (3311 JC) Dordrecht aan de Binnen Kalkhaven 39, tot onzijdig persoon die gedaagde bij die verdeling vertegenwoordigt en namens gedaagde de verdeling tot stand brengt en zo nodig effectueert door medewerking te verlenen aan de notariële overgang, een en ander ten overstaan van notaris E.F. de Vilder te Hardinxveld-Giessendam;
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.7.
wijst af het meer of anders gevorderde;
5.8.
bepaalt dat ieder van partijen de eigen proceskosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Eerdhuijzen en in het openbaar uitgesproken op 25 juni 2014.
2515/2294