ECLI:NL:RBROT:2014:4417
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toelating in de schuldsaneringsregeling wegens overbesteding en onvoldoende inspanning naar betaald werk
In deze zaak heeft verzoekster op 12 februari 2014 een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Tijdens de zitting op 17 april 2014 is verzoekster gehoord. De rechtbank heeft op 24 april 2014 uitspraak gedaan. Verzoekster is alleenstaand en heeft de zorg voor drie minderjarige kinderen en één meerderjarig kind. Haar inkomen bestaat uit een WWB-uitkering en haar schuldenlast bedraagt € 20.096,66. De rechtbank oordeelt dat verzoekster niet te goeder trouw is geweest in de vijf jaar voorafgaand aan haar verzoek, omdat zij verplichtingen is aangegaan waarvan zij wist dat zij deze niet kon nakomen. Dit blijkt uit diverse schulden aan onder andere T-Mobile Netherlands BV en KPN B.V., die duiden op overbesteding. Ondanks dat haar budget wordt beheerd, is het overbestedingsprobleem nog niet onder controle.
Daarnaast heeft verzoekster openstaande boetes van in totaal € 869,00, die zijn ontstaan door verkeersovertredingen van haar zoon. De rechtbank oordeelt dat verzoekster niet adequaat heeft gereageerd op deze boetes, wat haar te goeder trouw in de weg staat. Bovendien heeft verzoekster te weinig sollicitaties overgelegd, ondanks haar bewering al zes jaar op zoek te zijn naar werk. De rechtbank concludeert dat verzoekster niet voldoende inspanningen heeft geleverd om betaald werk te vinden, wat ook een vereiste is voor de schuldsaneringsregeling.
Om deze redenen heeft de rechtbank het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen. De beslissing is openbaar uitgesproken door mr. A.J. van Spengen, rechter, in aanwezigheid van N.A.L. Westerhuis, griffier.