Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het procesverloop
- het verzoekschrift van de grootouders, met bijlagen, ingekomen ter griffie op 05 februari 2014;
- een faxbericht van de zijde van de grootouders d.d. 11 april 2014, met bijlage;
- het verweerschrift van de vader, met bijlagen, ingekomen ter griffie op 11 april 2014;
- het F9-formulier van de zijde de vader d.d. 13 april 2014, met bijlagen.
[naam minderjarige], verder ook te noemen: de minderjarige (bekend onder zaaknummer: C/10/444162 / JE RK 14-371).
- de advocaat van de grootouders, mr. A.M.C. van Bremen;
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat mr. M.T.N. Whiterod;
- de raad, vertegenwoordigd door de heer[naam] en de heer [naam];
- de stichting Bureau Jeugdzorg Stadsregio Rotterdam (hierna: de stichting), vertegenwoordigd door de heer [naam] en mevrouw [naam].
2.De vaststaande feiten
[naam minderjarige].
3.Het verzoek
- dat er een omgangsregeling zal zijn tussen hen en de minderjarige, bestaande uit jaarlijks (omgang; rb) gedurende de eerste drie weken van de zomer(school)vakantie en de eerste week van de (kerst)schoolvakantie;
- dat er sprake zal zijn van een regeling bestaande uit de mogelijkheid van dagelijks telefonisch contact op de maandagen tot en met de vrijdagen tussen 17.00 uur en 18.00 uur (Nederlandse tijd) en op de woensdagen, zaterdagen en zondagen de mogelijkheid van een video-/Skype gesprek tussen 17.00 uur en 18.00 uur (Nederlandse tijd); en
- dat de vader in de kosten van deze procedure wordt veroordeeld.
- een omgangsonderzoek te gelasten, te verrichten door een deskundige, bij voorkeur een (kinder)psycholoog / orthopedagoog;
- de benoeming van een bijzondere curator;
4.Het verweer
5.De beoordeling
6.De beslissing
14 oktober 2014 pro formaen verwijst de zaak, in de stand waarin deze zich bevindt, naar de enkelvoudige familiekamer van de rechtbank Rotterdam teneinde een nieuwe zittingsdatum te bepalen;