In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 19 mei 2014 een beschikking gegeven met betrekking tot de ondertoezichtstelling van een minderjarige, die ernstig in zijn emotionele ontwikkeling wordt bedreigd. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 4 februari 2014 een verzoekschrift ingediend tot ondertoezichtstelling van de minderjarige, die in een loyaliteitsconflict verkeert tussen zijn vader en de grootouders aan moederszijde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige, die in zijn jonge leven al meerdere verlieservaringen heeft meegemaakt, zoals het overlijden van zijn moeder, en die recentelijk zonder voorbereiding vanuit Suriname naar Nederland is gebracht, behoefte heeft aan hulp en stabiliteit. De rechtbank heeft de vader en de grootouders als strijdende partijen geïdentificeerd, waarbij de minderjarige klem zit tussen hun conflicten. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de vader onvoldoende inzicht heeft in de impact van de gebeurtenissen op de minderjarige en dat er een onafhankelijke derde moet worden aangesteld om de ontwikkeling van de minderjarige te volgen. De rechtbank heeft de ondertoezichtstelling voor de duur van één jaar uitgesproken, met benoeming van Bureau Jeugdzorg Stadsregio Rotterdam als stichting in de zin van de Wet op de jeugdzorg. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.