ECLI:NL:RBROT:2014:3685
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. van 't Laar
- J.F. Frankruijter
- J.M.M. Bancken
- Rechtspraak.nl
Intrekking van APK-erkenning en de toepassing van ongeschreven beleid door de Rijksdienst voor het Wegverkeer
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 15 mei 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een garagebedrijf met een APK-keuringsstation, en de directie van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW). De RDW had bij besluit van 18 juni 2013 besloten om de APK-erkenning van eiseres per 27 maart 2016 in te trekken, omdat er nog lopende sancties op de erkenning rustten. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar de RDW verklaarde het bezwaar ongegrond. Eiseres en haar gemachtigde hebben vervolgens beroep ingesteld tegen het bestreden besluit van de RDW.
De rechtbank heeft in haar overwegingen gekeken naar de toepassing van artikel 87, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, dat bepaalt dat de RDW een erkenning kan intrekken op verzoek van de erkenninghouder. De rechtbank oordeelde dat de RDW een ongeschreven beleid hanteert waarbij verzoeken tot intrekking van de erkenning pas worden gehonoreerd nadat alle sancties zijn uitgevoerd. Dit beleid is niet gepubliceerd, maar de rechtbank oordeelde dat de RDW voldoende had aangetoond dat dit beleid consistent werd toegepast.
De rechtbank heeft het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser geen bezwaar had gemaakt tegen het primaire besluit. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, omdat de rechtbank oordeelde dat de RDW de APK-erkenning terecht pas per 27 maart 2016 heeft ingetrokken. De rechtbank concludeerde dat er geen schending van het gelijkheidsbeginsel was en dat de RDW in redelijkheid van zijn vaste gedragslijn had kunnen afwijken. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 15 mei 2014.