ECLI:NL:RBROT:2014:3480
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen weigering openbaarmaking documenten verkeersovertreding
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 8 mei 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de minister van Veiligheid en Justitie, Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM). Eiser had een sanctie van € 105,- opgelegd gekregen vanwege een verkeersovertreding op 4 december 2012. Eiser heeft op 10 januari 2013 een verzoek ingediend op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) om openbaarmaking van documenten die verband houden met de opgelegde boete. Verweerder heeft op 1 februari 2013 een besluit genomen op dit verzoek, maar eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt. Het bezwaar is door verweerder op 1 juli 2013 kennelijk ongegrond verklaard, wat heeft geleid tot het indienen van beroep door eiser.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de wijze van handelen van de gemachtigde van eiser niet leidt tot niet-ontvankelijkheid van het beroep. De rechtbank oordeelt dat verweerder niet gehouden was om de gevraagde documenten te verstrekken, omdat deze documenten niet in zijn bezit waren en eerder aan de gemachtigde van eiser waren verzonden. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat het belang van de openbaarheid van de gevraagde documenten niet opweegt tegen de persoonlijke levenssfeer van de betrokken ambtenaren. Eiser heeft verder betoogd dat verweerder in verzuim is geweest en dat hij recht heeft op een dwangsom, maar ook deze argumenten zijn door de rechtbank verworpen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 8 mei 2014, en tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Raad van State.