Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure in de hoofdzaak (C/10/396095 / HA ZA 12-155)
- de dagvaardingen van 6 en 14 februari 2012;
- de akte overlegging producties;
- de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring, met producties, van [Partij 3];
- de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring van [Partij 4];
- de incidentele conclusies van antwoord;
- het vonnis in incident van 13 juni 2012;
- de conclusie van antwoord, met producties, van [Partij 3];
- de conclusie van antwoord van [Partij 4];
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek, met producties, van [Partij 3];
- de conclusie van dupliek van [Partij 4];
- de pleidooien en de ter gelegenheid daarvan overgelegde pleitnotities.
- de dagvaarding van 16 juli 2012, met productie;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek, met producties;
- de pleidooien en de ter gelegenheid daarvan overgelegde stukken.
- de dagvaarding van 17 juli 2012, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de conclusie van repliek, met producties;
- de conclusie van dupliek;
- de akte houdende wijziging van eis;
- de pleidooien en de ter gelegenheid daarvan overgelegde stukken.
4.De vaststaande feiten in de hoofdzaak en de vrijwaringen
- de diverse vestigingen tenminste zijn voorzien van adequate inbraakbeveiliging
- een door een technisch adviseur van verzekeraars te verrichten inspectie van de risico’s geen aanleiding geeft tot het stellen van aanvullende voorwaarden.
5.Het geschil
in de hoofdzaak
- i) [Partij 4] wist niet wat onder “adequate inbraakbeveiliging” verstaan wordt;
- ii) Het lag op de weg van [Partij 3] om het begrip “adequate inbraakbeveiliging” uit te leggen, hetgeen zij niet heeft gedaan;
- iii) [Partij 3] heeft [Partij 4] medegedeeld dat geïnspecteerd zou worden door Delta Lloyd;
- iv) [Partij 4] heeft het bestaan van een rapport van Zurich en de weigering van Zurich om te verlengen aan [Partij 3] medegedeeld;
- v) [Partij 4] heeft [Partij 3] geen certificaat toegestuurd, dus [Partij 3] moest weten dat er geen adequate inbraakbeveiliging was.
6.De beoordeling
in de hoofdzaak
€ 3.900,--+
€ 39.683,--+
- kosten dagvaarding € 176,34
- griffierecht € 3.621,00
- salaris advocaat €
“er diverse rechtspersonen bekend zijn bij de Kvk, waaronder ook [Partij 4] waarmee de zakelijke transacties worden afgewikkeld”, kan niet van invloed zijn geweest op die opdracht uit het jaar 2000.
“de mening van [Persoon 5] (EW) is dat [Partij 5] verantwoordelijk en aansprakelijk is en dat een overeenkomst door [Partij 3] conform dit besluit opgesteld en voorgesteld dient te worden”.