ECLI:NL:RBROT:2014:278
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. van 't Laar
- L.E.M. Wilbers-Taselaar
- J.D.M. Nouwen
- Rechtspraak.nl
Boete opgelegd aan eiseres wegens overtredingen van de Geneesmiddelenwet met betrekking tot Becel pro-activ producten
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 23 januari 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en verweerder. Eiseres kreeg een boete van € 152.250,- opgelegd wegens overtredingen van de Geneesmiddelenwet (Gmw). De zaak begon met een inspectie door de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) op 23 november 2011, waarbij producten van Becel pro-activ werden gecontroleerd. De inspectie leidde tot een boeterapport op 29 februari 2012, waarin werd gesteld dat eiseres geneesmiddelen zonder handelsvergunning in de handel had gebracht en reclame had gemaakt voor deze producten. Eiseres maakte bezwaar tegen het besluit van 6 juli 2012, dat de boete oplegde, en verzocht om rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter. De rechtbank behandelde de zaak op 3 oktober 2013, waarbij beide partijen zich lieten vertegenwoordigen door gemachtigden.
De rechtbank oordeelde dat de producten van eiseres, zoals gepresenteerd, als geneesmiddelen moesten worden gekwalificeerd op basis van het aandieningscriterium. Dit houdt in dat de wijze waarop de producten werden gepresenteerd, een therapeutische of profylactische werking suggereerde. De rechtbank verwees naar de relevante artikelen van de Gmw en de Claimsverordening, en concludeerde dat eiseres de wet had overtreden door de producten als geneesmiddelen aan te bieden zonder de vereiste vergunningen. De rechtbank oordeelde dat de opgelegde boete proportioneel was, gezien de ernst van de overtredingen.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en bevestigde de boete. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en werd openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.