ECLI:NL:RBROT:2014:2647
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in faillissementszaak met proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 2 april 2014 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening op grond van artikel 287b van de Faillissementswet. Verzoekster had eerder een verzoekschrift ingediend om een moratorium te verkrijgen, maar was niet verschenen op de zitting. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster niet aan haar medewerkingsplicht heeft voldaan tijdens het minnelijk traject, wat heeft geleid tot een huurachterstand van € 6.520,41. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen reële mogelijkheden zijn voor een buitengerechtelijke schuldregeling en dat het belang van de schuldeiser, Stichting Maasdelta Groep, zwaarder weegt dan dat van verzoekster. Het verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen, en verzoekster is niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling. Tevens is verzoekster veroordeeld in de proceskosten van de schuldeiser, vastgesteld op € 904,-.