Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- Mevrouw [naam], werkzaam bij Stichting HW Wonen (hierna: verweerster);
- Mr. K.A.M. Jaspers, advocaat van verweerster, kantoorhoudende te Rotterdam.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 4 maart 2014 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening en een verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling. Verzoekster, die in financiële problemen verkeert, heeft op 7 februari 2014 een verzoekschrift ingediend op basis van artikel 284 en 287b van de Faillissementswet (Fw). Het verzoek was gericht op het verkrijgen van een moratorium om ontruiming van haar woning te voorkomen, die was gebaseerd op een ontruimingsvonnis van 31 december 2013. Dit vonnis was niet alleen gebaseerd op huurachterstand, maar ook op het feit dat verzoekster zich niet als een goed huurder had gedragen, wat schade aan de woning heeft veroorzaakt. Tijdens de zitting op 26 februari 2014 heeft de rechtbank de argumenten van zowel verzoekster als verweerster, vertegenwoordigd door de heer G.J. van Rossen en mevrouw [naam], gehoord. Verweerster heeft zich verzet tegen het moratorium, onder andere omdat verzoekster eerder al in een schuldsaneringsregeling heeft gezeten en er geen zicht is op toelating tot een nieuwe regeling. De rechtbank heeft geoordeeld dat het gevraagde moratorium niet kan worden verleend, omdat het ontruimingsvonnis niet uitsluitend op huurachterstand is gebaseerd. Bovendien is het verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling afgewezen, omdat verzoekster eerder al in een regeling heeft gezeten en deze is beëindigd met een schone lei. De rechtbank heeft de verzoeken van verzoekster afgewezen en benadrukt dat de situatie van verzoekster niet voldoet aan de voorwaarden voor het verlenen van een moratorium.