Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
mr. F.F.A.J.M. Haerkens-Wouters,rechter in de rechtbank Rotterdam, afdeling Privaatrecht, team Familie 2, hierna: de rechter.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 27 maart 2014 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van rechter mr. F.F.A.J.M. Haerkens-Wouters. Het verzoek tot wraking werd ingediend door de advocaat van de verzoekster, die stelde dat de rechter partijdig was door het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming als advies te beschouwen. De verzoekster was van mening dat de rechter het rapport niet als onafhankelijk advies had mogen aanmerken, aangezien de Raad de inleidende procespartij was in de voogdijprocedure. De wrakingskamer heeft het verzoek behandeld op 13 maart 2014, waarbij zowel de verzoekster als haar advocaat en de rechter aanwezig waren.
De rechtbank overwoog dat wraking een middel is om de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter te waarborgen. Een rechter wordt geacht onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die wijzen op vooringenomenheid. De rechtbank concludeerde dat er geen concrete feiten of omstandigheden waren die de vrees voor partijdigheid van de rechter objectief gerechtvaardigd maakten. De rechter had zich gehouden aan de normale procedure door alle processtukken te betrekken bij haar beoordeling, inclusief het raadsrapport.
De rechtbank wees het verzoek tot wraking af, omdat de enkele omstandigheid dat de rechter het raadsrapport als advies aanmerkte, niet voldoende was om te concluderen dat er sprake was van partijdigheid of vooringenomenheid. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de voorzitter, mr. R.R. Roukema, in aanwezigheid van de griffier D.J. Boogert.