ECLI:NL:RBROT:2014:1926

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 februari 2014
Publicatiedatum
17 maart 2014
Zaaknummer
C-10-409199- HAZA 12-816
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil tussen aandeelhouders over de overname van aandelen en de toepassing van artikel 2:343 en 2:336 BW

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen twee besloten vennootschappen, waarbij de aandeelhouders van de vennootschap [Bedrijf 1] betrokken zijn. De eiseres, een besloten vennootschap gevestigd in Capelle aan den IJssel, vordert in conventie de overname van haar aandelen door de gedaagde vennootschap, eveneens gevestigd in Capelle aan den IJssel. De eiseres baseert haar vordering op artikel 2:343 van het Burgerlijk Wetboek, dat de mogelijkheid biedt voor een aandeelhouder om zijn aandelen te verkopen wanneer hij in een benarde positie verkeert door toedoen van de medeaandeelhouder. De gedaagde, die de aandelen van de eiseres wil overnemen, beroept zich op artikel 2:336 BW, dat ook de mogelijkheid biedt voor een aandeelhouder om de aandelen van een andere aandeelhouder over te nemen wanneer deze de belangen van de vennootschap schaadt.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er al geruime tijd conflicten bestaan tussen de aandeelhouders, waaronder een geschil over de waardering van de aandelen en de jaarstukken van [Bedrijf 1]. De rechtbank heeft eerder al een vonnis gewezen waarin de eiseres is veroordeeld om haar medewerking te verlenen aan de levering van de aandelen. De eiseres stelt dat de gedaagde haar uitsluit van het bestuur van [Bedrijf 1] en dat zij daardoor niet meer in staat is om haar belangen te behartigen.

De rechtbank heeft in haar beoordeling geconcludeerd dat de vordering van de eiseres tot uittreding niet kan worden toegewezen, omdat niet is voldaan aan de vereisten van artikel 2:343 BW. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de gedaagde bereid is geweest om de aandelen te kopen, maar niet onder de voorwaarden van de eiseres. De rechtbank heeft de zaak aangehouden tot er een eindbeschikking is in een andere procedure die aanhangig is, waarin de waarde van de aandelen moet worden vastgesteld. De partijen zijn in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de stand van zaken in deze procedure.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team haven en handel
zaaknummer / rolnummer: C/10/409199 / HA ZA 12-816
Vonnis van 26 februari 2014
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres],
gevestigd te Capelle aan den IJssel,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. F. van Schaik,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde],
gevestigd te Capelle aan den IJssel,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. B. van Leeuwen.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
3. het tussenvonnis van 27 maart 2013, en de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
4. brief d.d. 7 mei 2013 van mr. Van Leeuwen, met drie producties;
5. brief d.d. 16 mei 2013 van mr. Van Leeuwen, met twee producties;
6. het proces-verbaal van comparitie de comparitie van partijen van 21 mei 2013;
7. de conclusie van antwoord in reconventie, met 9 producties;
8. de akte van [eiseres];
9. de akte van [gedaagde], met één productie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van de in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen - voor zover van belang - het volgende vast.
2.2.
Bij notariële akte van 21 mei 2002 is door [gedaagde] en [eiseres] de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [Bedrijf 1] (hierna: [Bedrijf 1]) opgericht. [gedaagde] en [eiseres] hebben ieder 50% van de aandelen in [Bedrijf 1] verkregen. [Bedrijf 1] houdt zich bezig met het leveren en onderhouden van systeemwanden alsmede kantoorinrichtingen.
2.3.
[persoon 1] (hierna: [persoon 1]) is directeur en enig aandeelhouder van [gedaagde] en (indirect) bestuurder van [Bedrijf 1]. [persoon 2] was tot aan zijn overlijden op 20 februari 2004 directeur en enig aandeelhouder van [eiseres]. Na zijn overlijden heeft zijn echtgenote [persoon 3] (hierna: [persoon 3]) door erfopvolging de eigendom van de aandelen in [eiseres] verkregen en is zij enig bestuurder van [eiseres] geworden. Zij is uit dien hoofde eveneens (indirect) bestuurder van [Bedrijf 1] geworden.
2.4.
In voornoemde notariële akte staat, voor zover hier van belang:
“(..)
BLOKKERINGSREGELING.
Artikel 10.
1. Overdracht van aandelen (waaronder in het hierna in de artikelen 10 en 11 bepaalde mede wordt verstaan van aandelen en afgeleide rechten zoals claims, stockdividenden en dergelijke) kan, tenzij alle aandeelhouders daartoe schriftelijk toestemming verlenen, waarna de overdracht binnen drie maanden na die toestemming moet plaatsvinden, slechts plaatshebben nadat de aandelen aan de overige aandeelhouders te koop zijn aangeboden op de wijze als hierna is bepaald.
2. De aandeelhouder - hierna te noemen de aanbieder - deelt aan de directie mede welke aandelen hij wenst over te dragen, onder opgave van de naam van de eventuele gegadigde(n).
3. Deze mededeling geldt als een aanbod aan de mede-aandeelhouders tot verkoop van de aandelen. Indien de vennootschap houdster is van aandelen in haar eigen kapitaal kan zij toch slechts op het aanbod reflecteren indien de aanbieder bij zijn aanbod heeft verklaard daarmede in te stemmen. Deze kan aan zijn instemming de voorwaarde verbinden dat hem het belastingnadeel, hetgeen geleden wordt door het niet aan een willekeurige derde verkocht zijn van de aandelen, wordt vergoed.
De prijs zal - tenzij de aandeelhouders eenparig anders overeenkomen - worden vastgesteld door één of meer onafhankelijke deskundigen, die door de aandeelhouders in gemeenschappelijk overleg zullen worden benoemd.
Komen de aandeelhouders hieromtrent binnen dertig dagen na ontvangst van de in lid 5 van dit artikel bedoelde kennisgeving van het aanbod niet tot overeenstemming, dan zal de meest gerede partij aan de Voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, binnen welker ressort de vennootschap statutair is gevestigd, de benoeming van drie onafhankelijke deskundigen verzoeken.
4. De in het vorige lid bedoelde deskundigen zijn gerechtigd tot inzage van alle boeken en bescheiden van de vennootschap en tot het verkrijgen van alle inlichtingen waarvan kennisneming voor hun taxatie dienstig is.
10. De aanbieder blijft bevoegd zijn aanbod in te trekken, mits dit geschiedt binnen één maand nadat hem bekend is aan welke gegadigden hij al zijn aandelen, waarop het aanbod betrekking heeft, kan verkopen en tegen welke prijs.
Artikel 11.
1. Ingeval van overlijden, faillissement of ontbinding anders dan door overlijden van een huwelijksvermogensgemeenschap of een geregistreerd partnerschapsgoederengemeenschap van een aandeelhouder, alsmede bij ontbinding van een aandeelhouder-rechtspersoon, indien bij een juridische fusie een aandeelhouder-rechtspersoon door het van kracht woeden van de fusie ophoudt te bestaan, zomede indien door overgang van het stemrecht op aandelen de zeggenschap, direct of indirect, over de activiteiten van de onderneming van een aandeelhouder-rechtspersoon door één of meer anderen wordt verkregen, moeten zijn aandelen aan de andere aandeelhouders te koop worden aangeboden met inachtneming van het in de volgende leden van dit artikel bepaalde.
Deze verplichting geldt niet:
a. indien de aandelen zijn gaan behoren tot een gemeenschap waartoe naast een aandeelhouder ten name van wie de aandelen bij het ontstaan van de gemeenschap stonden, nog één of meer andere personen gerechtigd zijn, voorzover de aandelen binnen zevenhonderd twintig dagen na het ontstaan van de gemeenschap zullen zijn geleverd aan de aandeelhouder als onder dit sub a. bedoeld;
b. indien de aandelen tengevolge van het overlijden van de echtgenoot van de aandeelhouder zijn overgegaan op de aandeelhouder zelf;
c. indien door overgang van het stemrecht op aandelen de zeggenschap, direct of indirect, over de activiteiten van de onderneming van een aandeelhouder-rechtspersoon wordt verkregen door één of meer personen als onder a. bedoeld;
d. indien alle overige aandeelhouders schriftelijk verklaren akkoord te
gaan met de nieuwe eigenaar of eigenaren van de aandelen.
2. Ingeval een verplichting tot tekoopaanbieding bestaat, is het bepaalde in artikel 10 leden 1 tot en met 16 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande, dat de aanbieder:
a. niet het recht heeft zijn aanbod in te trekken overeenkomstig lid 10 van dat artikel:
b. zijn aandelen kan behouden', indien van het aanbod geen of geen volledig gebruik wordt gemaakt.
3. Degenen die tot tekoopaanbieding van één of meer aandelen zijn gehouden, dienen binnen dertig dagen na het ontstaan van die verplichting in het geval in lid 1 sub a. genoemd na verloop van de daar genoemde termijn - van hun aanbieding aan de directie kennis te geven. Bij gebreke daarvan zal de directie de tot aanbieding verplichte personen op de bepaling van de vorige zin bij aangetekende brief wijzen; blijven zij dan in gebreke de aanbieding binnen veertien dagen alsnog te doen, dan zal de vennootschap de aandelen namens de betreffende aandeelhouder(s) te koop aanbieden en indien van het aanbod volledig gebruik wordt gemaakt, de aandelen aan de koper, tegen gelijktijdige betaling van de koopprijs, in eigendom overdragen; de vennootschap is alsdan daartoe onherroepelijk gemachtigd.
Artikel 13.
1. De vennootschap wordt bestuurd door een directie bestaande uit een door de algemene vergadering van aandeelhouders te bepalen aantal van één of meer leden. Tot lid van de directie zijn benoembaar zowel natuurlijke als rechtspersonen.
2. De directeuren zijn met de gehele leiding van de zaken van de vennootschap belast. De directie kan een reglement opstellen, waarin haar interne aangelegenheden worden geregeld. De directeuren kunnen, al dan niet bij reglement, hun werkzaamheden onderling verdelen.
..
5. De directeuren worden benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders en kunnen door haar te allen tijde worden geschorst en ontslagen. Het salaris, het eventuele tantième en de verdere arbeidsvoorwaarden van de directeuren worden vastgesteld door de algemene vergadering van aandeelhouders.
6. Een besluit tot schorsing of ontslag van een directeur kan slechts worden genomen met een meerderheid van tenminste twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen, vertegenwoordigende meer dan de helft van het geplaatste kapitaal.
7. Ingeval van belet of ontstentenis van één of meer directeuren, zijn de overblijvende directeuren of is de enig overblijvende directeur met het gehele bestuur belast.
Artikel 14.
1. De directie vertegenwoordigt de vennootschap. De bevoegdheid tot vertegenwoordiging komt mede toe aan iedere directeur. Een wettelijk toegelaten of voorgeschreven beperking van of voorwaarde voor de bevoegdheid tot vertegenwoordiging kan slechts door de vennootschap worden ingeroepen; ..
3. De directie behoeft de machtiging of goedkeuring van de algemene vergadering van aandeelhouders voor bestuursbesluiten strekkende tot:
a. het verkrijgen, vervreemden, huurkopen en huurverkopen, huren en verhuren, pachten en verpachten of bezwaren van registergoederen en belangen daarin, almede het verpanden van roerende zaken en vorderingen;
b. het sluiten van kredietovereenkomsten;
c. het ten laste van de vennootschap aangaan van geldleningen waaronder niet is begrepen het gebruik maken van een aan de vennootschap verleend bankkrediet;
d. het oprichten van of het deelnemen of zich op andere wijze interesseren in andere ondernemingen, het aanvaarden van de directie over andere ondernemingen, het vestigen en opheffen van filialen en het vervreemden van deelnemingen;
e. het doen van een voorstel tot juridische fusie of juridische splitsing;
f. het ter leen verstrekken van gelden;
g. het verbinden van de vennootschap voor schulden van anderen, hetzij door borgtocht, hetzij op andere wijze;
h. het benoemen en ontslaan van personen als bedoeld in lid 2 van dit artikel en het vaststellen van hun bevoegdheid en hun titel, zomede het toekennen aan een lid van het personeel van een jaarsalaris boven de zogenaamde ziekenfondsgrens welke op het tijdstip van toekenning in aanmerking wordt genomen en het ontslaan van een lid van het personeel dat een salaris als hierboven omschreven geniet;
i. het aangaan van dadingen en het voeren van processen, met uitzondering van maatregelen van spoedeisende aard;
j. het uitoefenen van stemrecht op en het uitoefenen van de andere rechten verbonden aan niet ter beurze genoteerde aandelen;
k. het toekennen van pensioenrechten aan werknemers van de vennootschap;
l. alle handelingen, welke voor de vennootschap een belang, waarvan het bedrag periodiek door de algemene vergadering van aandeelhouders zal zijn vastgesteld, te boven gaan.
(..)”
2.5.
In de loop van 2004 is tussen Jue en Lorwa een aantal conflicten ontstaan, waaronder een geschil over de overname door [gedaagde] van de aandelen van [eiseres] in [Bedrijf 1]. In geschil is onder meer de waardering van het pakket [Bedrijf 1]-aandelen van [eiseres] en de vaststelling van de [Bedrijf 1]-jaarstukken over 2004 en over latere jaren.
2.6.
De voorzieningenrechter van deze rechtbank heeft op 19 mei 2009 vonnis gewezen, waarbij, zover thans van belang:
- [eiseres] is veroordeeld om binnen één maand nadat de op basis van artikel 10 lid 3 van de statuten van [Bedrijf 1] benoemde deskundigen hun rapport hebben uitgebracht, desverzocht door [gedaagde], aan de levering van de aandelen haar medewerking te verlenen;
- [eiseres] is geboden om zich tot 1 januari 2010 te onthouden van het nemen van besluiten waar artikel 14 lid 3 van de statuten van [Bedrijf 1] op ziet;
- [eiseres] is geboden om zich tot 1 januari 2010 te onthouden van iedere bestuurshandeling met betrekking tot [Bedrijf 1];
- [eiseres] is verboden gelden aan [Bedrijf 1] te onttrekken.
2.7.
Partijen hebben een vaststellingsovereenkomst gesloten, welke door [eiseres] is ondertekend op 25 november 2009 en door [gedaagde] en [Bedrijf 1] op 26 november 2009, waarin - voor zover hier van belang – het volgende is overeengekomen:
Artikel 1
[gedaagde] koopt van [eiseres] – en [eiseres] verkoopt aan [gedaagde] – het door [eiseres] gehouden pakket [Bedrijf 1]-aandelen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 2 en op de voorwaarden als omschreven in artikel 4.
Artikel 2
Adviseurs zullen bij wege van bindend advies in het kader van procedure NAI 3654 vaststellen (in de hierna aangehouden volgorde):
1). de relevante inhoud van de [Bedrijf 1] jaarstukken over 2004 tot en met 2009 (waaronder mede
de aanspraak van [eiseres] en van [gedaagde] op de management fee);
2). de prijs die door [gedaagde] voor het in artikel 1 bedoelde aandelenpakket zal worden
betaald, gegrond op een waardering per 31 december 2009;
3). de bestemming van de winst van [Bedrijf 1] over 2004 tot en met 2009;
4). de aanspraak van [eiseres] op management fee over de periode van 1 januari 2010
tot aan de datum van de in artikel 2 sub 2) bedoelde vaststelling.
Artikel 4
De verplichting tot koop en de verplichting tot verkoop zijn voorwaardelijk. [gedaagde] mag van de koop afzien als de in artikel 2 sub 2) bedoelde vaststelling van de waarde van alle [Bedrijf 1]-aandelen uitkomt op een bedrag dat hoger is dan [twee maal de waarde van het rekening saldo van [eiseres] (bij [Bedrijf 1]) per datum vaststelling, plus € 100.000]. [eiseres] mag van de verkoop afzien als de in artikel 2 sub 2) bedoelde vaststelling van de waarde van alle [Bedrijf 1]-aandelen uitkomt op een bedrag dat twee maal lager is dan [twee maal de waarde van het rekening courant saldo van [eiseres] (bij [Bedrijf 1]) per datum vaststelling, minus € 100.000]. Eventuele verschillen in rekening courant positie tussen datum vaststelling en datum levering aandelen zullen met de desbetreffende aandeelhouder per datum levering worden afgerekend.
Artikel 6
Indien de in artikel 2 sub 2) bedoelde vaststelling door Adviseurs buiten de in artikel 4 aangegeven bandbreedte valt, zal de meest gerede partij binnen één maand na datum vaststelling aan partijen en Adviseurs schriftelijk te kennen geven of zij gebruik maakt van haar recht van de koop af te zien. Indien [gedaagde] afziet van de koop (als bedoeld in artikel 4) staat het [eiseres] vrij om binnen de statutaire periode van drie maanden haar aandelen aan een derde te verkopen.
Artikel 7
Tot de laatste dag van de in artikel 6 bedoelde termijn van een maand, zal [eiseres]
zich onthouden van iedere bestuurshandeling met betrekking tot [Bedrijf 1] en zich onthouden
van het nemen van besluiten waar artikel 14 lid 3 [Bedrijf 1]-statuten op ziet.
Artikel 10 Kosten
2) [eiseres] zal tot aan de in artikel 2 sub 2) bedoelde vaststelling een in de
administratie te verantwoorden voorschot van [Bedrijf 1] ontvangen groot € 2.500,- exclusief btw
per maand,, in afwachting van de beslissing van de Adviseurs overeenkomstig artikel 2 sub
4).
2.7.
De onder rov. 2.6. bedoelde Adviseurs hebben vervolgens vijf bindende adviezen uitgebracht:
A. In mei 2010 hebben de Adviseurs het verzoek van [eiseres] afgewezen om aan haar een nader voorschot van € 15.000,- excl btw te verstrekken.
B. In juni 2010 hebben de Adviseurs [gedaagde] in de gelegenheid gesteld om diverse bescheiden betreffende de boekjaren 2004 tot en met 2009 aan [eiseres] en de adviseurs ter beschikking te stellen.
C. Op 10 januari 2012 hebben de Adviseurs vastgesteld dat de inhoud van [Bedrijf 1]’s
jaarrekeningen over de boekjaren 2004 tot en met 2009 luidt zoals deze is geformuleerd in
een aan die beslissing gehechte bijlage.
D. Op 2 april 2012 hebben de Adviseurs de waarde van het door [eiseres]
gehouden pakket [Bedrijf 1] aandelen vastgesteld op € 564.000, -, en de bestuurdersbeloning van [eiseres] over de periode 1 januari 2010 tot en met 2 april 2012 op nihil gesteld.
E. Op 8 juni 2012 hebben de Adviseurs de kosten van het honorarium van de
adviseurs vastgesteld op € 85.454,69, door [gedaagde] respectievelijk [eiseres] te
dragen in de verhouding 45/55, de overige kosten van de adviesprocedure zijn vastgesteld
op in totaal € 27.937,81, door partijen te dragen in de verhouding 50/50. De Adviseurs
hebben ook verstaan dat de kosten van de adviesprocedure zullen worden verrekend met het
door [gedaagde] bij het NAI gestorte depot van € 112.500,- en hebben bepaald dat Lorwa
Holding uit hoofde van deze kostenbeslissing € 60.968,99 aan [gedaagde] verschuldigd is.
2.8.
[gedaagde] heeft vervolgens afgezien van de koop van de door [eiseres] in [Bedrijf 1] gehouden aandelen omdat zij niet bereid was de aandelen over te nemen tegen de door deskundigen vastgestelde prijs.
2.9.
Bij vonnis van 17 juli 2012 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank
Rotterdam [eiseres] bij verstek veroordeeld om aan [gedaagde] te betalen een bedrag van € 60.968,99 op grond van de bindend adviesprocedure en om aan [Bedrijf 1] te betalen een bedrag van € 75.300,- in verband met teveel ontvangen bestuurdersbeloningen. Voorts heeft de voorzieningenrechter [eiseres] verboden om bestuurshandelingen te verrichten ter zake de bedrijfsvoering van [Bedrijf 1].

3.Het geschil

in conventie

3.1.
[eiseres] vordert - samengevat - dat de rechtbank:
primair
voor recht verklaart dat [gedaagde] gehouden is 90 aandelen à nominaal € 100,- genummerd 91 tot en met 180 in het geplaatste aandelenkapitaal van [Bedrijf 1] over te nemen, tegen betaling aan [eiseres] van de in het bindend Deskundigenadvies genoemde prijs;
subsidiair
voor recht verklaart dat [gedaagde] gehouden is 90 aandelen à nominaal € 100,-, genummerd 91 tot en met 180 in het geplaatste aandelenkapitaal van [Bedrijf 1] over te nemen, tegen betaling aan [eiseres] van een prijs zoals door de rechtbank te benoemen deskundigen zal worden vastgesteld,
voor recht verklaart dat [gedaagde] ten titel van schadevergoeding aan [eiseres] verschuldigd is het verschil tussen de waarde die eerder door de bindend adviseurs is vastgesteld en de door de rechtbank te benoemen deskundigen vast te stellen waarde van de aandelen;
elk toe te wijzen geldbedrag vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf 31 december 2009 tot de dag der algehele voldoening;
met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure, daaronder begrepen de kosten van eventueel te benoemen deskundigen, alsmede het nasalaris.
3.2.
[eiseres] grondt haar vordering op artikel 2:343 BW. Zij stelt hiertoe dat [gedaagde] zich in en buiten de vergadering van aandeelhouders zodanig gedraagt dat zij in haar rechten en belangen wordt geschaad en dat het voortduren van haar aandeelhouderschap in redelijkheid niet langer van haar kan worden gevergd.
Zo heeft [gedaagde] beoogd om [eiseres] uit te sluiten van het bestuur van [Bedrijf 1], zodat [gedaagde] [Bedrijf 1] alleen kan besturen en [eiseres] geen invloed meer kan uitoefenen op het bestuur van [Bedrijf 1]. [eiseres] heeft het door [gedaagde] gevoerde beleid van [Bedrijf 1] daarom niet kunnen controleren. Een waardevermindering van de vennootschap dient daarom volledig voor rekening en risico van [eiseres] te blijven. Voorts heeft [gedaagde] de statuten van [Bedrijf 1] genegeerd door geen jaarlijkse aandeelhoudersvergadering uit te schrijven, door tijdens een aandeelhoudersvergadering tegen elk voorstel van [eiseres] te stemmen en door rechtshandelingen te verrichten waartoe zij niet bevoegd was zonder toestemming van de algemene vergadering van aandeelhouders, aldus nog steeds [eiseres].
3.3.
[gedaagde] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiseres], met veroordeling van [eiseres] in de kosten van het geding, inclusief de nakosten.
in reconventie
3.4.
[gedaagde] vordert samengevat - veroordeling van [eiseres] bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, op voorwaarde dat/indien de vordering in de executieprocedure ex artikel 474g Rv onherroepelijk is afgewezen, tot levering van de aandelen in [Bedrijf 1] aan [gedaagde] - waarbij [gedaagde] bereid is, primair, de door Van der Does berekende en, subsidiair, de door de deskundige te bepalen koopsom aan [eiseres] te betalen, vrij van pand of vruchtgebruik of enig ander recht, met veroordeling van [eiseres] in de kosten van de door de rechtbank te benoemen deskundige, alsmede met veroordeling van [eiseres] in de kosten van het geding, inclusief de nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente hierover.
3.5.
[gedaagde] grondt haar vordering op artikel 2:336 BW. Zij legt aan haar vordering ten grondslag dat [eiseres] de belangen van de vennootschap zodanig schaadt dat het voortduren van haar aandeelhouderschap in redelijkheid niet kan worden geduld.
3.6.
[eiseres] voert verweer en heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vordering van [gedaagde], met veroordeling van [gedaagde] in de kosten.
3.7.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie

4.1.
[eiseres] vordert in deze procedure een gedwongen overname door [gedaagde] van de aandelen van [eiseres] in [Bedrijf 1]. Zoals uit de hiervoor onder 2. weergegeven feiten blijkt zijn partijen al geruime tijd verwikkeld in een strijd over de overname door [gedaagde] van het [Bedrijf 1]-aandelenpakket van [eiseres].
De rechtbank is voorts ambtshalve bekend met het verzoekschrift (onder zaak/rekestnummer C/10/419149/ HA RK 13-128) dat thans bij deze rechtbank aanhangig is en waarin [gedaagde] en [Bedrijf 1] de rechtbank verzoeken te bepalen dat, en binnen welke termijn, tot verkoop en overdracht van de in beslag genomen aandelen die [eiseres] in [Bedrijf 1] houdt kan worden overgegaan. In dit kader is van belang dat [gedaagde] en [Bedrijf 1] op 23 januari 2013 executoriaal beslag hebben laten leggen op het totale aantal van 90 aandelen van [eiseres] in [Bedrijf 1], in verband met de executie van het vonnis van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 17 juli 2012, waarin [eiseres] is veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 60.968,99 aan [gedaagde] en een bedrag van € 75.300,- aan [Bedrijf 1]. De rechtbank heeft in haar beschikking van 18 september 2013 (rov. 4.3.) in deze verzoekschriftprocedure overwogen dat er geen zwaarwegende gronden aanwezig zijn die zich tegen de executoriale verkoop verzetten, en dat het verzoek van [gedaagde] en [Bedrijf 1] in beginsel toewijsbaar is, met dien verstande dat niet meer aandelen mogen worden verkocht dan de hoogte van de vordering rechtvaardigt. [deskundige] is in die procedure door de rechtbank benoemd als deskundige ter beantwoording van de vraag welke waarde de door [eiseres] in [Bedrijf 1] gehouden aandelen ten tijde van de uitwinning van de aandelen vertegenwoordigen.
4.2.
In de onderhavige procedure heeft [eiseres] haar vordering in conventie volledig geplaatst in de sleutel van artikel 2:343 BW. Artikel 2:343 BW ziet op de situatie dat een aandeelhouder zich in een zodanig ‘benarde’ positie bevindt, door toedoen van de medeaandeelhouder, dat het voortduren van zijn aandeelhouderschap in redelijkheid niet meer van hem kan worden gevergd en hij zijn aandelen niet op normale wijze kan verkopen.
Gelet op het debat tussen partijen en de omstandigheid dat [eiseres] schadevergoeding ex lid 4 van artikel 2:343 BW vordert - waarmee wordt verwezen naar de inmiddels per 1 oktober 2012, dus na de dagvaarding in werking getreden Wet vereenvoudiging en flexibilisering BV-recht - leest de rechtbank de vordering van [eiseres] aldus dat zij volgens het nieuwe artikel 2:343 BW van [gedaagde] haar uittreding vordert, inhoudende dat haar aandelen overeenkomstig de leden 1, 2 en 3 van artikel 2:343a BW worden overgenomen. Gelet op het gevoerde debat acht de rechtbank het niet nodig partijen ingevolge artikel 74 Overgangswet Nieuw Burgerlijk Wetboek gelegenheid te bieden hun stellingen en conclusies voor zover nodig aan te passen aan de wet, nu partijen daarom niet hebben verzocht.
4.3.
[gedaagde] heeft betoogd dat aan [eiseres] geen beroep op artikel 2:343 BW toekomt, omdat geen sprake is van het schaden van de belangen van [eiseres] als aandeelhouder door medeaandeelhouder [gedaagde]. [gedaagde] stelt dat juist [eiseres] de belangen van [Bedrijf 1] schaadt, in welk verband [gedaagde] vordert, in voorwaardelijke reconventie, overdracht van de aandelen van [eiseres] in [Bedrijf 1] aan [gedaagde].
[gedaagde] heeft zich in deze procedure bereid verklaard het aandelenpakket van [eiseres] in [Bedrijf 1] over te nemen, echter niet tegen de door [eiseres] voorgestelde waarde en niet onder haar condities, maar tegen de waarde als bepaald door [persoon 4], dan wel tegen een nader door een deskundige te bepalen waarde.
4.4.
De rechtbank is van oordeel dat niet voldaan is aan de vereisten van artikel 2:343 BW zodat de vordering tot uittreding niet kan worden toegewezen. Nog afgezien van de vraag of wel sprake is van een benarde positie van [eiseres] als aandeelhouder nu zij 50% aandeelhouder is van [Bedrijf 1] en daarmee evenveel zeggenschap heeft als [gedaagde] als aandeelhouder, doet zich hier niet de situatie voor dat [eiseres] haar aandelen niet op normale wijze kan verkopen nu [gedaagde] (steeds) bereid is (geweest) de aandelen te kopen en [eiseres] ook bereid is haar aandelenpakket in [Bedrijf 1], onder haar voorwaarden, aan [gedaagde] te verkopen. Ook zijn partijen het er over eens dat een nadere waardering van de aandelen door een deskundige, namelijk [deskundige], zou moeten plaatsvinden.
4.5.
De rechtbank ziet in de hiervoor onder 4.4. genoemde omstandigheden aanleiding om in navolging van artikel 2:343c BW - waarin is bepaald dat indien tussen een aandeelhouder en een of meer van zijn medeaandeelhouders of de vennootschap er overeenstemming over bestaat dat de aandeelhouder zijn aandelen zal overdragen tegen gelijktijdige betaling van een nader vast te stellen prijs, zij zich bij gezamenlijk verzoekschrift kunnen wenden tot de rechter teneinde de prijs van de aandelen te doen vaststellen - de prijs van de aandelen vast te stellen.
Alvorens hiertoe over te gaan zal de rechtbank de zaak echter eerst aanhouden tot in eerdergenoemde executieprocedure een eindbeschikking is gewezen. Indien alle aandelen in die procedure worden verkocht is een prijsbepaling immers niet meer nodig. Alvorens verder te beslissen, worden partijen daarom in de gelegenheid gesteld om zich vier weken na de eindbeschikking in de verzoekschriftenprocedure (C/10/419149/ HA RK 13-128), uiterlijk op 1 oktober 2014, uit te laten over de stand van zaken.
in reconventie
4.6.
Nu de reconventionele vordering afhankelijk is gesteld van de uitkomst van de executieprocedure, houdt de rechtbank iedere beslissing aan.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie en in reconventie
5.1.
houdt iedere beslissing aan;
5.2.
verwijst de zaak naar de rolzitting van woensdag 1 oktober 2014 (pro forma) zodat partijen zich kunnen uitlaten over de laatste stand van zaken in voornoemde verzoekschriftenprocedure.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.J. Rutten en in het openbaar uitgesproken op 26 februari 2014.
1295/209