Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[gedaagde 2],
TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT,
1.De procedure
- de dagvaarding
- de akte houdende in het geding brengen van producties van DeltaSync
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende conclusie van eis in reconventie van [gedaagden] (met producties)
- de incidentele conclusie tot tussenkomst van TUD
- de conclusie van antwoord tot referte van DeltaSync in het incident tot tussenkomst
- de conclusie van antwoord van [gedaagden] in het incident tot tussenkomst
- het incidenteel vonnis van 5 maart 2014
- de conclusie van antwoord van [gedaagden] ten opzichte van interveniënte TUD
- de conclusie van antwoord van DeltaSync ten opzichte van interveniënte TUD
- de conclusie van antwoord in reconventie van DeltaSync (met producties)
- de conclusie van repliek in conventie tevens houdende wijziging en vermeerdering van eis in conventie van DeltaSync (met producties)
- de conclusie van repliek in conventie tevens houdende conclusie van antwoord in reconventie van TUD (met productie)
- de conclusie van dupliek in conventie tevens conclusie van repliek in reconventie, tevens inhoudende akte wijziging van eis van [gedaagden] (met producties)
- de conclusie van dupliek in reconventie tevens houdende akte bezwaar wijziging eis van DeltaSync (met producties)
- de conclusie van dupliek in reconventie van TUD.
2.De feiten
Op maandag 2 juli presenteren het Deltasync-team van de TU Delft en de gemeente Rotterdam in Shanghai het ontwerp van een drijvend paviljoen aan de World Expo Committee” (…)
Deltasync heeft het drijvende paviljoen voor deze expo ontworpen als ‘stepping stone’ naar een drijvende stad in Shanghai. Op dit moment loopt er al een tentoonstelling over het ontwerp in de Shanghai Sculpture Space.” (…)
2.Aandelen
5.Lopende projecten
Inmiddels heb ik begrepen dat er een geschil is gerezen omtrent de keuze van een bedrijfsnaam.
Dat Delta Archineering en DeltaSync hun geschil en andere onzekerheden (…) wensen te laten beslechten, respectievelijk oplossen door bindend advies.“
Ik wil hierbij benadrukken dat wij alleen het geschil betreffende de naam wensen te laten beslechten en niet andere onzekerheden die mogelijk gerezen zouden zijn.“
Per e-mail van 1 januari 2009 stemde [gedaagden] er eveneens mee in.
Allereerst hebben beide partijen nadrukkelijk aangegeven dat in dit geschil slechts de naamgeving van het nieuwe bedrijf van [gedaagde 2] wordt behandeld.”
aandeelhouders-besluit buiten vergadering genomen” aan partijen gestuurd met het verzoek dit door alle aandeelhouders van DeltaSync te laten tekenen. Daarin staat onder meer dat goedkeuring wordt gegeven aan het voorstel van het bestuur om een vaststellingsovereenkomst te doen opstellen door de bindend adviseur, en
Het geschil betreft de auteursrechten en eventueel andere intellectuele of industriële rechten op een of meer ontwerpen, die door de wederpartij worden geclaimd en de naamskeuze “delta-life” door de wederpartij.“
De bestuurders vinden de strekking van de overeenkomst te breed. Het is niet in
aststellingsovereenkomst door bindend advies”(verder: het bindend advies)
.In het bindend advies komt de volgende overweging voor:
3.Het geschil
in conventie
(www.waterarchitect.nl)uitsluitend de navolgende tekst te publiceren en gepubliceerd te houden, duidelijk zichtbaar op de gehele pagina, met lettertype Arial, lettergrootte 14, vetgedrukt, zwart omrand en tegen een witte achtergrond:
4.De beoordeling in conventie en in reconventie
A. Inleiding
[gedaagden] betwist niet dat de goedkeuring voor het sluiten van de vaststellings-overeenkomst door de algemene vergadering van aandeelhouders van DeltaSync ontbreekt. Hij wijst er echter op dat in voormeld artikel van de statuten ook staat dat het ontbreken van goedkeuring van de algemene vergadering van aandeelhouders de vertegenwoordigings-bevoegdheid van de bestuurders niet aantast.
Vooraf wordt het volgende opgemerkt. DeltaSync maakt in haar vordering onderscheid tussen het deel van het bindend advies dat betrekking heeft op de naam ‘Delta-life’ en het deel dat betrekking heeft op andere geschilpunten. Zij voert echter geen feiten aan – anders dan haar hierboven verworpen stellingen met betrekking tot het ontbreken van goedkeuring van de algemene vergadering van aandeelhouders – die tot de conclusie kunnen leiden dat het bindend advies wat betreft de naam moet worden vernietigd. De vordering kan daarom niet worden toegewezen voor zover deze ziet op het deel van het bindend advies dat gaat over de naam ‘Delta-Life’.
aanvullendeopdracht hebben gegeven op 16 januari 2009 om ook een oordeel te geven over het auteursrecht. Indien deze stelling juist is, is van overschrijding van de bevoegdheid geen sprake. Dat dit juist is, staat - gelet op de gemotiveerde betwisting van DeltaSync - echter niet vast. Wel staat vast dat partijen ook een geschil hadden over het auteursrecht, maar dat betekent op zichzelf niet dat zij ook dat geschil aan bindend advies wilden onderwerpen. De enkele omstandigheid dat DeltaSync de in geschil zijnde auteursrechten tijdens de bijeenkomst zelf in het geding zou hebben gebracht en dat daarover uitvoerig gesproken zou zijn - zoals door de bindend adviseur is opgemerkt in zijn notitie van 26 januari 2009 - acht de rechtbank onvoldoende om aan te nemen dat DeltaSync alsnog akkoord ging met een aanvullende opdracht aan de bindend adviseur, nu zij in de hiervoor aangehaalde geschriften alsook in haar reactie op de e-mail van 7 januari 2009, waarin door de bindend adviseur ter voorbereiding op de mondelinge behandeling aan partijen vragen waren gesteld die mede zagen op andere rechten dan het gebruik van de naam, telkens heeft benadrukt dat partijen in dit geschil slechts de naamgeving van het nieuwe bedrijf van [gedaagde 2] behandeld wilden zien.
nietlevert, staat vast dat de bindend adviseur buiten zijn opdracht is getreden. Naar het oordeel van de rechtbank is dit een dermate ernstig gebrek dat gebondenheid (voor zover buiten de opdracht) naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Daarvoor is niet vereist dat DeltaSync ander nadeel heeft geleden dan dat haar de toegang tot de rechter is onthouden. Het gaat hier immers niet om procedurele gebreken bij de totstandkoming van een op zichzelf door partijen gewild bindend advies maar om het ontbreken van wilsovereenstemming over de omvang van het bindend advies als gevolg waarvan het recht op toegang tot de gewone rechter met betrekking tot auteursrechten aan een partij wordt ontnomen. Alsdan zullen de vorderingen II en III van DeltaSync in conventie worden toegewezen respectievelijk zal de vordering van [gedaagden] in reconventie met betrekking tot de verklaring voor recht worden afgewezen.
wellevert, staat vast dat de vaststellings-overeenkomst is uitgebreid en aanvullend opdracht is gegeven aan de bindend adviseur om eveneens te beslissen over de andere punten. In dat geval zal de rechtbank het subsidiaire beroep op dwaling beoordelen.
Drijvend paviljoen, Shanghai pavillion, Rotterdam drijvend paviljoen en Floating City IJmeer”. Naar de rechtbank begrijpt bedoelt de bindend adviseur daarmee in ieder geval (ook) Drijvende Stad en Drijvend Paviljoen. De rechtbank kan daarom de vraag wie auteursrechthebbende ten aanzien van deze ontwerpen is niet beantwoorden. Of dat later alsnog moet gebeuren is afhankelijk van de uitkomst van de bewijslevering.
voor het geval[gedaagde 2] en/of DA als auteursrechthebbende van Drijvend Paviljoen moet worden aangemerkt. Dan weten partijen vast waar ze aan toe zijn, áls de uiteindelijke uitkomst van deze procedure mocht zijn dat [gedaagde 2] en/of DA als auteursrechthebbende moet worden aangemerkt. Het gaat dan dus om beantwoording van de vraag of het Rotterdam Paviljoen inbreuk maakt op
eventueelaan [gedaagde 2] en/of DA toekomende auteursrechten.
Auteursrechten op de ontwerpen (…) Rotterdam drijvend paviljoen en (…), onder welke omschrijving deze dan ook worden vermeld berusten bij [gedaagde 2] .“ Als de bindend adviseur hiermee heeft bedoeld dat [gedaagde 2] auteursrechthebbende is van hetgeen de rechtbank aanduidt met Rotterdam Paviljoen, staat dat in de weg aan beoordeling (nu) door de rechtbank van de vraag of dit paviljoen inbreuk maakt op een eventueel aan [gedaagde 2] of DA toekomend auteursrecht met betrekking tot Drijvend Paviljoen. Daarom moet eerst worden nagegaan of de bindend adviseur met de aanduiding “
Rotterdam drijvend paviljoen” in het bindend advies het (ontwerp van het) gerealiseerde Rotterdam Paviljoen heeft bedoeld.
Hierbij bevestigen wij de ontvangst van uw aanbieding, d.d. 18 december 2008, voor het naar behoefte en op afroep leveren van ontwerp- en adviesdiensten gedurende de periode vanaf 14 januari 2009 tot en met 30 juni 2010.” (productie 85)
niethet oog had op het (ontwerp van) Rotterdam Paviljoen?
bestrijdt dat DP5 voldoet aan de voorwaarden voor auteursrechtelijke bescherming van oorspronkelijkheid en persoonlijk stempel van de maker”, maar naar de rechtbank begrijpt heeft zij daarmee niet bedoeld dat er geen sprake is van een werk. Dat zou immers in strijd zijn met haar eigen, uitvoerig beargumenteerde, standpunt dat zij het auteursrecht met betrekking tot dat werk voor zichzelf claimt en in strijd met haar standpunt dat rov. 4.4 van het in kort geding gewezen vonnis juist is. Daarin heeft de voorzieningenrechter immers overwogen dat (onder meer) Drijvend Paviljoen een werk is. Dat Drijvend Paviljoen een auteursrechtelijk beschermd werk is kan in deze procedure daarom als uitgangspunt worden genomen.
tenzijuit de uitlatingen van partijen blijkt dat de bindend adviseur ook heeft beslist dat het auteursrecht met betrekking tot het Rotterdam Paviljoen toekomt aan [gedaagde 2].
a) De ontwerpen zijn onder leiding en toezicht van [persoon 1] tot stand gebracht. [persoon 1] moet worden aangemerkt als de ‘materiële maker’. Hij was op dat moment in dienst van de TUD. Op grond van artikel 5 en/of 6 en 7 Auteurswet (verder: Aw) komt het auteursrecht daarom toe aan TUD;
c) TUD heeft zich geprofileerd als maker en zij heeft de ontwerpen, althans het Drijvend Paviljoen, openbaar gemaakt als van haar afkomstig. Op grond van artikel 8 Aw komt het auteursrecht aan haar toe;
Indien de arbeid, in dienst van een ander verricht, bestaat in het vervaardigen van bepaalde werken van letterkunde, wetenschap of kunst, dan wordt, tenzij tusschen partijen anders is overeengekomen, als de maker van die werken aangemerkt degene, in wiens dienst de werken zijn vervaardigd.”
in het vervaardigen van bepaalde” werken. Als dat het geval is wordt de werkgever als maker van “
die“ werken aangemerkt. Of dat het geval is zal uit de taakomschrijving van de werknemer moeten blijken en uit de mate van zeggenschap die de werkgever heeft over de vorm waarin het concrete werk tot stand komt TUD heeft echter niets meegedeeld over de inhoud van de taakomschrijving van [persoon 1], noch over de vraag òf en in hoeverre TUD zeggenschap heeft gehad over de vorm van Drijvende Stad en Drijvend Paviljoen. Het is aan TUD om voldoende feiten te stellen om tot toepasselijkheid van artikel 7 Aw te kunnen concluderen. Dat heeft zij niet gedaan. Zij is dus tekort geschoten in haar stelplicht.
Indien eene openbare instelling, eene vereeniging, stichting of vennootschap, een werk als van haar afkomstig openbaar maakt, zonder daarbij eenig natuurlijk persoon als maker er van te vermelden, wordt zij, tenzij bewezen wordt, dat de openbaarmaking onder de bedoelde omstandigheden onrechtmatig was, als de maker van dat werk aangemerkt.“
als van haar afkomstig” is openbaar gemaakt en “
zonder daarbij eenig natuurlijk persoon als maker er van te vermelden“. Het moet gaan om de eerste openbaarmaking. Als daaraan voorafgaand een rechtmatige openbaarmaking door een derde heeft plaatsgevonden, is artikel 8 Aw niet van toepassing op de latere openbaarmaking. Het arrest HvJEG 9 februari 2012 (ECLI:NL:XX:2012:BV6223) geeft aanleiding tot enige terughoudendheid bij de toepassing van deze nationale wettelijke bepaling.
het project” in Shanghai is aangeprezen en gepromoot “
namens DeltaSync” en dat de vader van een van de teamleden het project op 16 december 2006 in Shanghai als eerste heeft aangeprezen “
in naam van DeltaSync, verbonden aan TUD”. Daargelaten dat niet is verduidelijkt wat hier met het project wordt bedoeld, rechtvaardigt een en ander niet de conclusie dat TUD als van haar afkomstig heeft openbaar gemaakt.
The concept of the Floating City is developed by the group TU Delft Delta sync 04
“Floating City”hebben ontwikkeld. Het beroep op deze productie slaagt dus niet.
deltasync” staat met daarnaast een gestileerde versie van de Erasmusbrug met daaronder het woord ROTTERDAM. Daarom is ook hier geen sprake van een openbaarmaking als specifiek van TUD afkomstig, nog daargelaten of het om de eerste openbaarmaking gaat.
TUD is graag bereid om mee te werken en wil met Deltasync BV i.o. tot overeenstemming betreffende de overdracht van TUD aan Deltasync BV van de IP-rechten, bestaande uit octrooien, octrooiaanvragen, modellen, know how en auteursrechten, in afwachting waarvan Deltasync die in licentie krijgt voor haar bedrijfsvoering”.
- op welke wijze wil [gedaagden] het bewijs leveren?
- is het de bedoeling van [gedaagden] dat de onder 2 door hen gevorderde verklaring van recht dat “[gedaagde 2]” auteursrechthebbende is op de ontwerpen Drijvende Stad, Drijvend Paviljoen en Sjanghai Drijvend Paviljoen, gelet op alinea 2 van de conclusie van antwoord in conventie, betrekking heeft op zowel Delta Archineering als [gedaagde 2]?
- geldt dat ook voor de andere door hen ingestelde vorderingen?
- de vordering onder VIII laatste zinsnede van DeltaSync; de rechtbank heeft behoefte aan een nadere toelichting op deze kennelijke subsidiaire grondslag, nu de discussie tussen partijen, behalve over de vraag wie auteursrechthebbende is, voornamelijk ziet op eventuele overdracht van het auteursrecht en niet of nauwelijks gaat over het verlenen van een exploitatierecht;
- is het juist dat de bindend adviseur met zijn de aanduiding “
- de verdere procesvolgorde: met name, voor zover relevant, de vraag op welk moment de rechtbank zich zal buigen over de vraag of het Rotterdam Paviljoen als verveelvoudiging heeft te gelden van Drijvend Paviljoen, zoals hiervoor onder E. besproken.
5.De beslissing in conventie en in reconventie
12 maart 2014voor het opgeven van de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden mei tot en met juli 2014, waarna dag en uur van de meervoudig te houden comparitie zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk twee weken voor de comparitie eventueel nog over te leggen stukken aan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen, dit geldt ook voor het geval dat [gedaagden] zich nog bij akte wil uitlaten over producties 107 t/m 122 van DeltaSync,
getuigenwil laten horen, op een nader te bepalen moment de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,