Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de meervoudige kamer van 27 februari 2014 in de zaak tussen
[a 1], gevestigd te [b], eiseres,
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 27 februari 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM) en een beleggingsonderneming. De AFM had de eiseres, een beleggingsonderneming, een bestuurlijke boete van € 50.000,- opgelegd wegens het niet nakomen van de verplichting tot transactierapportage, zoals vastgelegd in artikel 4:90e, derde lid, van de Wet op het financieel toezicht (Wft). De eiseres had in de periode van 28 juni 2011 tot 12 september 2011 geen transacties gerapporteerd aan de AFM, wat een overtreding van de wet inhoudt.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiseres, ondanks eerdere waarschuwingen van de AFM, niet de nodige maatregelen had getroffen om te voldoen aan de rapportageverplichtingen. De rechtbank oordeelde dat de AFM terecht een boete had opgelegd en dat er geen aanleiding was om deze te matigen. De eiseres had onvoldoende zorgvuldigheid betracht in haar interne procedures, wat leidde tot de overtreding. De rechtbank benadrukte dat de verantwoordelijkheid voor het tijdig rapporteren van transacties bij de eiseres ligt en dat de omstandigheden, zoals ziekte van personeel, niet als rechtvaardiging kunnen dienen voor het niet naleven van de wet.
De rechtbank verklaarde het beroep van de eiseres ongegrond en bevestigde de boete. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep aan te tekenen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.