In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Rotterdam, heeft de eiseres, Offshore Specialty Fabricators Inc. (OSFI), een vordering ingesteld tegen O.C.C. Offshore Services B.V. en andere gedaagden, met als doel betaling van een bedrag van € 1.170.301,87, vermeerderd met rente en kosten. De zaak betreft een geschil over onrechtmatig handelen en de vereenzelviging van rechtspersonen. OSFI stelt dat de gedaagden, door hun oprichting en structuur, hebben geprobeerd om verhaal van een vordering te frustreren die OSFI op [Y] heeft. De rechtbank heeft vastgesteld dat [Y] zijn eenmanszaak heeft ingebracht in de gedaagden met het doel om zijn vermogen aan verhaal door OSFI te onttrekken. De rechtbank oordeelt dat Offshore c.s. onrechtmatig heeft gehandeld jegens OSFI, omdat de oprichting van de vennootschappen is geschied met het oogmerk om verhaal te verijdelen. De rechtbank heeft de gedaagden hoofdelijk veroordeeld tot vergoeding van de schade die OSFI heeft geleden als gevolg van dit onrechtmatig handelen. De rechtbank heeft echter ook geoordeeld dat OSFI niet kan worden gevolgd in haar betoog dat Offshore c.s. en [Y] volledig vereenzelvigd moeten worden, omdat de omstandigheden niet uitzonderlijk genoeg zijn om dit te rechtvaardigen. De zaak is verwezen naar de rol voor verdere conclusies en de rechtbank heeft iedere verdere beslissing aangehouden.