ECLI:NL:RBROT:2014:10889

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 mei 2014
Publicatiedatum
17 juni 2015
Zaaknummer
10/7000138-13 en 10/996508-13
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van moord en oplichting met valse aangiften en belastingfraude

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 28 mei 2014 uitspraak gedaan in een complexe strafzaak waarin de verdachte, samen met een mededader, is veroordeeld voor het medeplegen van moord op het slachtoffer, alsook voor meerdere oplichtingen en belastingfraudes. De verdachte had samen met zijn mededader een levensverzekering afgesloten op het leven van het slachtoffer, met de bedoeling om deze uitkering te verkrijgen door het slachtoffer om het leven te brengen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn mededader het slachtoffer in een machteloze positie hebben gebracht, onder het voorwendsel dat hij slechts zou worden mishandeld. Het slachtoffer werd vervolgens op gruwelijke wijze om het leven gebracht. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de verdachte op grote schaal heeft geprobeerd verzekeringsmaatschappijen en de belastingdienst op te lichten door valse aangiften en documenten in te dienen. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 25 jaar, met aftrek van voorarrest. De rechtbank heeft in haar overwegingen de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte meegewogen. De verdachte heeft blijk gegeven van een totaal gebrek aan moreel besef en heeft eerder al strafbare feiten gepleegd, wat de rechtbank heeft doen besluiten tot een lange gevangenisstraf.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: [parketnummer 1] en [parketnummer 2] (ttz. gevoegd)
Datum uitspraak: 28 mei 2014
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboortedatum] op [geboorteplaats],
ten tijde van de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Haaglanden, locatie Zoetermeer,
raadsman mr. J.H.L.C.M. Kuijpers, advocaat te Amsterdam.
ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING
Gelet is op het onderzoek op de terechtzittingen van 13 en 14 mei 2014.
TENLASTELEGGINGEN
Aan de verdachte is in de zaak met parketnummer [parketnummer 1] ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de vordering nadere omschrijving tenlastelegging, waarbij de oorspronkelijke opgave van de feiten als bedoeld in artikel 261, derde lid van het Wetboek van Strafvordering op vordering van de officier van justitie is gewijzigd. Daarnaast is in die zaak aan de verdachte ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de aanvullende dagvaarding. Verder is aan de verdachte ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding met parketnummer [parketnummer 2]. De tekst van de (nader omschreven) tenlasteleggingen is als bijlage I aan dit vonnis gehecht. Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis.
De rechtbank heeft de feiten die in deze (nader omschreven) tenlasteleggingen zijn opgenomen van een doorlopende nummering voorzien. De rechtbank zal die nummering in dit vonnis en in bijlage I en II aanhouden.
De beschuldigingen aan de verdachte kunnen als volgt worden samengevat:
- feit 1:
poging tot oplichting van [verzekeringsmaatschappij 1] ter zake van een verzekering op het leven van [slachtoffer];
- feit 2:
moord dan wel (gekwalificeerde) doodslag op [slachtoffer];
- feit 3:
zware mishandeling, de dood ten gevolge hebbende, van [slachtoffer];
- feit 4, 5, 6:
(poging tot) oplichting van [verzekeringsmaatschappij 2] ter zake van aanrijdingen c.q. diefstallen van auto’s;
- feit 7 en 8:
valsheid in geschrifte en oplichting van [verzekeringsmaatschappij 1] ter zake van een ziekengeldverzekering;
- feit 9, 10:
oplichting van [verzekeringsmaatschappij 1] ter zake van een geënsceneerde beroving en een valse aangifte;
- feit 11:
oplichting van [verzekeringsmaatschappij 3] ter zake van een geënsceneerde aanrijding;
- feit 12 en 13:
valsheid in geschrifte en verstrekking van vervalste stuken aan de belastingdienst;
- feit 14:
fraude met omzetbelasting;
- feit 15:
fraude met inkomstenbelasting en premievolksverzekering;
- feit 16:
fraude met voorlopige teruggaven IB/premieheffing;
- feit 17:
fraude met kinderopvangtoeslagen.
EIS VAN DE OFFICIEREN VAN JUSTITIE
De officieren van justitie mrs. [officier van justitie] en [officier van justitie] hebben gerekwireerd:
- vrijspraak van het onder 3, 4, 5 en 6 tenlastegelegde;
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 (primair), 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16 en 17 tenlastegelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 25 jaren met aftrek van voorarrest.
MOTIVERING VRIJSPRAKEN
Het onder 3, 4, 5 en 6 tenlastegelegde is niet wettig en overtuigend bewezen, zodat de verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken. Nu de officieren van justitie daartoe hebben gerekwireerd en de raadsman eveneens vrijspraak heeft bepleit, zal deze beslissing niet nader worden gemotiveerd.
BEWEZENVERKLARING
Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij in de periode van 2 januari 2013 tot en met 25 februari 2013 te Rotterdam, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door een of meer listige kunstgrepen [verzekeringsmaatschappij 1] te bewegen tot de afgifte van geld, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- een overlijdensrisicoverzekering met ongevallendekking heeft afgesloten op het leven van [slachtoffer] en
- heeft geregeld dat de begunstigde van die overlijdensrisicoverzekering met ongevallendekking het bedrijf [bedrijf 1] werd en
- ( vervolgens) heeft voorgewend dat die [slachtoffer] is overleden door een overval met gebruikmaking van geweld, de dood ten gevolge hebbend, op die [slachtoffer] door onbekende daders, terwijl hij, verdachte, en zijn mededader die [slachtoffer] om het leven hebben gebracht en
- ( vervolgens) een melding heeft gedaan aan [verzekeringsmaatschappij 1], dat die [slachtoffer] was overleden en verzocht om de uitkering die hij zou krijgen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2. primair
hij in de periode van 24 februari 2013 tot en met 25 februari 2013 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk en met voorbedachten rade een persoon genaamd [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers hebben verdachte en/of zijn mededader opzettelijk en na kalm beraad en rustig overleg,
- een kussensloop over het hoofd van die [slachtoffer] gedaan en die kussensloop dichtgetaped om het hoofd van die [slachtoffer] en
- die [slachtoffer] aan zijn enkels en ellebogen en handen getaped en
- ( meermalen) met het (dichtgetapede) hoofd van die [slachtoffer] op de grond gebonkt en
- handeling(en) van uitwendig mechanisch geweld op die [slachtoffer] uitgeoefend,
ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden;
7.
hij op of omstreeks 28 november 2012 te Capelle aan den IJssel, tezamen en in vereniging met één ander een opgaveformulier ziekengeld 2012/2013, welke geschrift bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt, immers heeft verdachte en/of zijn mededader valselijk en in strijd met de waarheid in voornoemd geschrift vermeld en doen voorkomen dat [betrokkene 1] als werknemer in dienst was bij [bedrijf 1] en (daarmee) een netto maandsalaris van 1.700,-- euro per maand verdiende, terwijl voornoemde [betrokkene 2] in werkelijkheid niet bij [bedrijf 1] in dienst was en niet voor [bedrijf 1] heeft gewerkt, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken te doen gebruiken;
8.
hij in de periode van 1 december 2012 tot en met 21 februari 2013 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met één ander met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een of meer listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [verzekeringsmaatschappij 1] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 2.747,76 euro,
hebbende verdachte en/of zijn mededader toen aldaar met vorenomschreven oogmerk zakelijk weergegeven valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
:
- verklaard dat [betrokkene 2] in loondienst werkte bij het bedrijf [bedrijf 1] en
- een ziekengeldverzekering voor voornoemde [betrokkene 2] in haar valse hoedanigheid van werkneemster bij het bedrijf [bedrijf 1] afgesloten en
- voor voornoemde [betrokkene 2] ingaande 17 december 2012 een ziekmelding heeft/hebben gedaan en
- voor voornoemde [betrokkene 2] een claim op basis van voornoemde ziekengeldverzekering hebben gedaan,
waardoor [verzekeringsmaatschappij 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
9.
hij in de periode van 2 januari 2013 tot en met 2 maart 2013 te Rotterdam, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door een of meer listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [verzekeringsmaatschappij 1] heeft bewogen tot de afgifte van drie geldbedragen, te weten van 2.451,99 euro (op 17 januari 2013) en van 3.834,16 euro (op 2 februari 2013) en van 3.820,11 euro (op 2 maart 2013), hebbende verdachte toen aldaar met vorenomschreven oogmerk zakelijk weergegeven valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid:
- verklaard dat hij, verdachte, op 2 januari 2013 in zijn, verdachte’s, woning is overvallen door drie grote mannen en
- verklaard dat hij door de mannen op zijn hoofd is geslagen en dat hij door hen met ducktape aan handen en benen is vastgebonden en
- op 9 januari 2013 schadeaangifte gedaan bij [verzekeringsmaatschappij 1] wegens arbeidsongeschiktheid tegen gevolge van een zware hersenschudding en uitval geheugen,
waardoor [verzekeringsmaatschappij 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
10.
hij op 7 januari 2013 te Rotterdam aangifte heeft gedaan dat een strafbaar feit was gepleegd, wetende dat dat feit niet was gepleegd, immers heeft verdachte toen aldaar ten overstaan van [verbalisant], hoofdagent van politie te Rotterdam Rijnmond, bureau Zuidplein, opzettelijk in strijd met de waarheid aangifte gedaan van diefstal met geweld en/of afpersing (van welk feit hij, verdachte, op 2 januari 2013 het slachtoffer geweest zou zijn);
11.
hij in de periode van 24 februari 2013 tot en met 4 maart 2013 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door een of meer listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [verzekeringsmaatschappij 3] heeft bewogen tot de afgifte
van4.718,40 euro, hebbende verdachte en zijn mededaders toen aldaar met vorenomschreven oogmerk zakelijk weergegeven - listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- verklaard dat zijn mededaders op 24 februari 2013 betrokken zijn geweest bij een aanrijding tussen de personenauto Opel Astra gekentekend [kenteken 1] ten name gesteld van [medeverdachte] en de personenauto Volkswagen gekentekend [kenteken 2] ten name gesteld van [betrokkene 3] en
- verklaard dat de auto van [betrokkene 3] stond geparkeerd en
- verklaard dat de auto van [medeverdachte] de geparkeerd staande auto van [betrokkene 3] aan de bestuurderszijde zijkant heeft geraakt en
- een of meer aanrijdingsformulieren conform deze verklaring ingevuld en
- ( vervolgens) een schademelding gedaan bij [verzekeringsmaatschappij 3] waarin verklaard werd dat voornoemde [medeverdachte] schuldig was aan voornoemde aanrijding en aan de geclaimde schade aan de auto van voornoemde [betrokkene 3],
waardoor [verzekeringsmaatschappij 3] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
12.
hij op tijdstippen gelegen in de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012 te Rotterdam en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen geschriften:
A) een factuur van [bedrijf 2] d.d. 2 maart 2012 met factuurnr. 1089 en met als omschrijving Holland-Suriname lijn incl 5 containerschepen en gericht aan [slachtoffer], [bedrijf 3] en met totaalbedrag 11.900.000 euro en;
B) een factuur van [bedrijf 2] d.d. 2 februari 2012 met factuurnr 2012-4610-12-4997 SH en met als omschrijving Holland-Suriname scheepslijn (incl 5 containerschepen) en gericht aan [slachtoffer], [bedrijf 3] en met totaalbedrag 11.900.000 euro en;
C) een factuur van [bedrijf 4] d.d. 2 maart 2012 met factuurnr 2012-4997 SH en met als omschrijving Holland-Suriname lijn incl 5 containerschepen en gericht aan [bedrijf 2] en met totaalbedrag 11.900.000 euro en
D) een factuur van [bedrijf 3] d.d. 30 maart 2012 met factuurnr 30928-1248 en met als werkzaamheden Koeriersdiensten periode van 16-01-2012 t/m 30-03-2012 en met als omschrijving Scheepsbevoorrading en/of 'Paketten ophaaldienst' en/of 'Paketten bezorgen' en/of Nacht en Weekend Toeslag en/of Overige kosten zoals overeengekomen en gericht aan [bedrijf 4] en met totaalbedrag 115.721 euro en
E) een factuur van [bedrijf 5] d.d. 22 juni 2012 met factuurnr 015 en met als omschrijving 5-Jarig contract gebruik/huur scheepslijn NL-SU en gericht aan [betrokkene 4], [bedrijf 6] en met totaalbedrag 1.056.095 euro en
F) een factuur van [bedrijf 2] d.d. 6 juni 2012 met factuurnr 5010 en met als beschrijving (onder meer) overname 6 vrachtwagens en gericht aan [betrokkene 5], [bedrijf 7] en met totaalbedrag 169.011 euro en
G) een factuur van [bedrijf 2] d.d. 18 mei 2012 met factuurnr 5011 en met als beschrijving (onder meer) Overname 12 Vrachtauto's en gericht aan [betrokkene 6], [bedrijf 8] en/met totaalbedrag 1.190.000 euro en
H) een koopovereenkomst d.d. 2 februari 2012 tussen [bedrijf 2] als verkoper en [bedrijf 3] als koper waarbij (onder andere) de Holland-Suriname lijn zal worden overgedragen aan koper voor de somma van 10.000.000 euro (exclusief BTW) en
I) een koopovereenkomst d.d. 2 maart 2012 tussen [bedrijf 4] als verkoper en [bedrijf 2] als koper waarbij (onder andere) de Holland-Suriname lijn zal worden overgedragen aan koper voor de somma van 10.000.000 euro (exclusief BTW) en
J) een huurovereenkomst d.d. 22 juni 2012 tussen [bedrijf 5] als verhuurder en [bedrijf 6] als huurder en waarin de Holland-Suriname lijn zal worden verhuurd aan huurder voor de somma van 1.056.095 (inclusief BTW) en welke overeenkomst geldt van 22 juni 2012 tot 22 juni 2017 en
K) een mutatieblad met opschrift ING terzake een overschrijving/overboeking op 2 februari 2012 van een bedrag ad 11.900.000 euro van bankrekeningnummer [bankrekening 1] naar bankrekeningnummer [bankrekening 2] en met als omschrijving/mededelingen [bedrijf 2], betaling factuurnummer 2012-4610 12-4997 SH en
L) een bankafschrift d.d. 14 augustus 2012 van betaalrekening [bankrekening 3] bij de ING en op naam van [bedrijf 6] en over de periode 8 juni 2012 tot en met 14 augustus 2012 en waarop is vermeld een saldo op 8 juni 2012 van 1.057.118 euro en een saldo op 14 augustus 2012 van 0 euro en dat het totale bij- en afgeschreven bedrag 1,057.118 euro bedraagt
elk zijnde een geschift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt, immers hebben verdachte en/of zijn mededaders (telkens) opzettelijk in strijd met de waarheid in de geschriften vermeld en opgenomen dat:
- ( A en B en C en D en E en F en G) er sprake was van leveringen en/of goederen en/of verrichte diensten en/of gebruik en/of verhuur (van een scheepslijn) en bedragen (terzake deze leveringen en goederen en verrichte diensten en gebruik en/of verhuur (van een scheepslijn)) en dat deze bedrage voldaan en betaald zijn en
- ( H en/of I) de Holland-Suriname lijn zal worden overgedragen van (respectievelijk) [bedrijf 4] aan [bedrijf 2] en van [bedrijf 2] aan [bedrijf 3] (voor het bedrag van 10.000.000 euro (exclusief BTW)) en dat de (5) schepen in het bezit van (respectievelijk) [bedrijf 4] en/of [bedrijf 2] blijven en ter beschikking zullen staan aan (respectievelijk) [bedrijf 2] en [bedrijf 3] en
- ( J) de Holland-Suriname lijn van 22 juni 2012 dan wel 2 juli 2012 tot 22 juni 2017 wordt verhuurd door [bedrijf 5] aan [bedrijf 6] voor een bedrag ad 1.056.095 euro en
- ( K) op 2 februari 2012 een bedrag ad 11.900.000 euro is overgeschreven/overgeboekt van bankrekeningnummer [bankrekening 1] naar bankrekeningnummer [bankrekening 2] en dat dit ter betaling was van factuurnummer 2012-4610 12-4997 SH en
- ( L) op 25 juni 2012 en op 26 juni 2012 en op 27 juni 2012 en op 28 juni 2012 vanaf bankrekeningnummer [bankrekening 3] (steeds) een bedrag ad 250.000 euro (in totaal 1.000.000 euro) is overgeschreven en/of overgeboekt aan [bedrijf 5] en op 29 juni 2012 een bedrag ad 56.095 euro is overgeschreven en/of overgeboekt aan [bedrijf 5] en het totaal bij- en afgeschreven bedrag (over de periode 8 juni 2012 tot en met 14 augustus 2012) op bankrekeningnummer [bankrekening 3], 1.057.118 euro bedraagt en het saldo op 8 juni 2012 1.057.118 euro bedraagt
Zulks telkens met het oogmerk om voornoemde geschriften als echt en onvervalst te gebruiken.
13.
hij, al dan niet handelend onder de naam [bedrijf 9] op of omstreeks 19 juni 2012 en op of omstreeks 9 juli 2012 en op of omstreeks 13 juli 2012 en op of omstreeks 17 juli 2012 te Rotterdam in elk geval (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen telkens
zijnde die anderdegene die ingevolge de Belastingwet verplicht was tot het voor raadpleging beschikbaar stellen van boeken, bescheiden en/of (andere) gegevensdragers en/of de inhoud daarvan, opzettelijk deze in valse vorm voor dit doel ter beschikking heeft gesteld, terwijl dat feit ertoe strekte dat te weinig belasting werd geheven, immers heeft hij, toen en daar, (in het kader van een boekenonderzoek) telkens (een kopie van) geschriften, te weten:
A) een factuur van [bedrijf 2] d.d. 2 maart 2012 met factuurnr 1089 en met als omschrijving Holland-Suriname lijn incl 5 containerschepen en gericht aan [slachtoffer] [bedrijf 3]' en met totaalbedrag 11.900.000 euro en;
B) een factuur van [bedrijf 2] d.d. 2 februari 2012 met factuurnr 2012-4610-12-4997 SH en met als omschrijving Holland-Suriname scheepslijn (incl 5 containerschepen) en gericht aan [slachtoffer] [bedrijf 3]' en met totaalbedrag 11.900.000 euro en;
C) een factuur van [bedrijf 4] d.d. 2 maart 2012 met factuurnr 2012-4997 SH en met als omschrijving Holland-Suriname lijn incl 5 containerschepen en gericht aan [bedrijf 2] en met totaalbedrag 11.900.000 euro en
D) een factuur van [bedrijf 3] d.d. 30 maart 2012 met factuurnr 30928-1248 en met als werkzaamheden Koeriersdiensten periode van 16-01-2012 t/m 30-03-2012 en met als omschrijving) Scheepsbevoorrading en/of Paketten ophaaldienst en/of Paketten bezorgen en/of Nacht en Weekend Toeslag en/of Overige kosten zoals overeengekomen en gericht aan [bedrijf 4] en met totaalbedrag 115.721 euro en
E) een factuur van [bedrijf 5] d.d. 22 juni 2012 met factuurnr 015 en met als omschrijving 5-jarig contract gebruik/huur scheepslijn NL-SU en gericht aan [betrokkene 4] [bedrijf 6] en met totaalbedrag 1.056.095 euro en
G) een factuur van [bedrijf 2] d.d. 18 mei 2012 met factuurnr 5011 en met als beschrijving (onder meer) Overname 12 Vrachtauto's en gericht aan [betrokkene 6], [bedrijf 8] en met totaalbedrag 1.190.000 euro en
H) een koopovereenkomst d.d. 2 februari 2012 tussen [bedrijf 2] als verkoper en [bedrijf 3] als koper waarbij (onder andere) de Holland-Suriname lijn zal worden overgedragen aan koper voor de somma van 10.000.000 euro (exclusief BTW) en
I) een koopovereenkomst d.d. 2 maart 2012 tussen [bedrijf 4] als verkoper en [bedrijf 2] als koper waarbij (onder andere) de Holland-Suriname lijn zal worden overgedragen aan koper voor de somma van 10.000.000 euro (exclusief BTW) en
J) een huurovereenkomst d.d. 22 juni 2012 tussen [bedrijf 5] als verhuurder en [bedrijf 6] als huurder en/ waarin de Holland-Suriname lijn zal worden verhuurd aan huurder voor de somma van 1.056.095 (inclusief BTW) en welke overeenkomst geldt van 22 juni 2012 tot 22 juni 2017 en
K) een mutatieblad met opschrift ING terzake een overschrijving/overboeking op 2 februari 2012 van een bedrag ad 11.900.000 euro van bankrekeningnummer [bankrekening 1] naar bankrekeningnummer [bankrekening 2] en met als omschrijving/mededelingen [bedrijf 2], betaling factuurnummer 2012-4610 12-4997 SH en
L) een bankafschrift d.d. 14 augustus 2012 van betaalrekening [bankrekening 3] bij de ING en op naam van [bedrijf 6] en over de periode 8 juni 2012 tot en met 14 augustus 2012 en waarop is vermeld een saldo op 8 juni 2012 van 1.057.118 euro en een saldo op 14 augustus 2012 van 0 euro en dat het totale bij- en afgeschreven bedrag 1.057.118 euro bedraagt
toegezonden aan (een medewerker van) de Belastingdienst te Rotterdam en/of Haaglanden en/of (elders) in Nederland, in welke geschriften telkens valselijk - in strijd met de waarheid is vermeld en opgenomen dat:
- ( A en B en C en D en E en G) er sprake was van leveringen en/of goederen en/of verrichte diensten en/of gebruik en/of verhuur van een scheepslijn en bedragen (terzake deze leveringen en goederen en verrichte diensten en gebruik en/of verhuur (van een scheepslijn en dat deze bedragen voldaan en betaald zijn en
- ( H en/of I) de Holland-Suriname lijn zal worden overgedragen van (respectievelijk) [bedrijf 4] aan [bedrijf 2] en/of van [bedrijf 2] aan [bedrijf 3] (voor het bedrag van 10.000.000 euro (exclusief BTW)) en dat de (5) schepen in het bezit van (respectievelijk) [bedrijf 4] en/of [bedrijf 2] blijven en ter beschikking zullen staan aan (respectievelijk) [bedrijf 2] en/of [bedrijf 3] en
- ( J) de Holland-Suriname lijn van 22 juni 2012 dan wel 2 juli 2012 tot 22 juni 2017 wordt verhuurd door [bedrijf 5] aan [bedrijf 6] voor een bedrag ad 1.056.095 euro en
- ( K) op 2 februari 2012 een bedrag ad 11.900.000 euro is overgeschreven/overgeboekt van bankrekeningnummer [bankrekening 1] naar bankrekeningnummer [bankrekening 2] en dat dit ter betaling was van factuurnummer 2012-4610 12-4997 SH en
- ( L) op 25 juni 2012 en op 26 juni 2012 en op 27 juni 2012 en op 28 juni 2012 vanaf bankrekeningnummer [bankrekening 3] steeds (een) bedrag ad 250.000 euro (in totaal 1.000.000 euro) is overgeschreven en/of overgeboekt aan [bedrijf 5] en op 29 juni 2012 een bedrag ad 56.095 euro is overgeschreven en/of overgeboekt aan [bedrijf 5] en het totaal bij- en afgeschreven bedrag (over de periode 8 juni 2012 tot en met 14 augustus 2012) op bankrekeningnummer [bankrekening 3], 1.057.118 euro bedraagt en het saldo op 8 juni 2012 1.057.118 euro bedraagt;
14.
hij, al dan niet handelend onder de naam [bedrijf 9], op tijdstippen in de periode van 1 januari 2012 tot en met 30 september 2012, te Rotterdam in elk geval (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, telkens opzettelijk bij de Belastingwet voorziende aangiften, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten een aangiften voor de omzetbelasting ten name van:
A) [betrokkene 7] (handelend onder [bedrijf 2]) over het tijdvak 1e kwartaal 2012 en
B) [slachtoffer] (handelend onder [bedrijf 3]) over het tijdvak 1e kwartaal 2012 en
C) [betrokkene 6] (handelend onder [bedrijf 8]) over het tijdvak 2e kwartaal 2012 en
D) [betrokkene 5] (handelend onder [bedrijf 7]) over het tijdvak 2e kwartaal 2012 en
E) [betrokkene 4] (handelend onder [bedrijf 6]) over het tijdvak 2e kwartaal 2012 en
F) [bedrijf 1] over het tijdvak maand juli 2012 en
G) [bedrijf 1] over het tijdvak maand augustus 2012 en
H) [bedrijf 1] over het tijdvak maand september 2012 en
I) [verdachte] over het tijdvak maand mei 2012 en
J) [verdachte] over het tijdvak maand juni 2012 en
K) [verdachte] over het tijdvak maand juli 2012 en
L) [verdachte] over het tijdvak maand augustus 2012
onjuist heeft gedaan immers hebben hij, verdachte, en/of zijn mededaders telkens opzettelijk in de naar de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst te Rotterdam en/of Apeldoorn gezonden (digitale) aangiften voor de omzetbelasting een te hoog bedrag aan voorbelasting opgegeven, terwijl die feiten telkens ertoe strekten dat te weinig belasting werd geheven;
15.
hij, al dan niet handelend onder de naam [bedrijf 9], op tijdstippen in de periode van 1 januari 2008 tot en met 25 juli 2012, te Rotterdam, in elk geval (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen opzettelijk bij de Belastingwet voorziende aangiften, al bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten digitale aangiften voor de inkomstenbelasting/premie volksverzekering ten name van:
A) [slachtoffer] over het tijdvak jaar 2011 en
B) [betrokkene 7] over het tijdvak 2011 en
C) [betrokkene 5] over de tijdvakken 2008 tot en met 2011 en
D) [verdachte] over de tijdvakken 2009 tot en met 2011
telkens onjuist heeft gedaan, immers hebben verdachte en/of zijn mededaders (telkens) opzettelijk in strijd met de waarheid op die bij/naar de/een Inspecteur der Belastingen en/of Ambtenaar Belastingdienst /Centrale administratie te Rotterdam en/of Apeldoorn en/of elders in Nederland (digitaal) ingeleverde/gezonden aangiften voor de inkomstenbelasting en/of Premie volksverzekeringen (over genoemde aangiftetijdvakken (telkens) fictieve bedragen aan loon en ingehouden loonheffing en/of reisaftrek en/of (kosten terzake) persoonsgebonden aftrek opgegeven
,terwijl die feiten telkens ertoe strekten dat te weinig belasting werd geheven;
16.
hij, al dan niet handelend onder de naam [bedrijf 9], op tijdstippen gelegen in de periode van 1 juli 2012 tot en met 1 augustus 2012, te Rotterdam en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen digitale verzoeken voorlopige aanslag inkomstenbelasting/premieheffing ten name van:
A) [betrokkene 7] over het tijdvak 2012 en
B) [slachtoffer] over het tijdvak 2012 en
C) [betrokkene 8] over het tijdvak 2012 en
D) [verdachte] over het tijdvak 2012
elk zijnde een geschift(en) dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt immers hebben verdachte en/of zijn mededaders telkens opzettelijk in strijd met de waarheid in
diegeschriften fictieve bedragen aan loon en/of reisaftrek en/of kosten terzake persoonsgebonden aftrek opgegeven zulks telkens met het oogmerk om voornoemde geschriften als echt en onvervalst te gebruiken
17. primair
hij, al dan niet handelend onder de naam [bedrijf 9], op tijdstip(pen) gelegen in de periode van 1 december 2011 tot en met 5 juli 2012, te Rotterdam en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen geschriften:
A) een contract tussen [familie] als vraagouder en [betrokkene 9]' als gastouder en met [bedrijf 10] als bemiddelaar en gedateerd 14 december 2011 en
B) een maandoverzicht periode 02-01-2012 t/m 31-01-2012 van [bedrijf 10] en terzake oppassen op '[betrokkene 10]' en/of [betrokkene 11]' en met de tekst Door u te betalen 2500 euro en
C) een maandoverzicht periode 01-02-2012 t/m 29-02-2012 van [bedrijf 10] en terzake oppassen op '[betrokkene 10]' en/of '[betrokkene 11' en met de tekst Door u te betalen 2500 euro en
D) een maandoverzicht periode 01-03-2012 t/m 30-03-2012 van [bedrijf 10] en terzake oppassen op '[betrokkene 10]' en/of '[betrokkene 11' en met de tekst Door u te betalen 2500 euro en
E) een maandoverzicht periode 02-04-2012 t/m 27-04-2012 van [bedrijf 10] en terzake oppassen op '[betrokkene 10]' en/of '[betrokkene 11' en met de tekst Door u te betalen 2500 euro en
F) een proef plaatsing arbeidsovereenkomst bepaalde tijd tussen [bedrijf 2] als werkgever en [betrokkene 8] als werknemer en gedateerd 2 januari 2012 elk zijnde een geschift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt immers hebben verdachte en/of zijn mededaders telkens opzettelijk in strijd met de waarheid in één of meer van de/het geschrift(en) opgenomen en/of vermeld, en/althans door die/een ander(en) doen of laten opgeven en/of vermelden dat
- ( A) er een contract bestaat tussen de [familie] en [betrokkene 9] en de opvang van [betrokkene 10] en [betrokkene 11] (de kinderen van verdachte) plaats vindt door [betrokkene 9] in haar woning en dat [bedrijf 10] bemiddelaar is (in dit contract) en dit contract is ondertekend door [betrokkene 12] van [bedrijf 10] en door [familie] en door [betrokkene 9] en
- ( B t/m E) de maandoverzichten afkomstig zijn van [bedrijf 10] en/of [betrokkene 9] gastouder is en zij steeds 500 uren op [betrokkene 10] en [betrokkene 11] heeft opgepast en het te betalen bedrag steeds 2500 euro bedraagt en
- ( F) [betrokkene 8] op 2 januari 2012 in dienst treedt bij werkgever [bedrijf 2] voor de duur van 12 maanden en een ondertekening/handtekening van [betrokkene 13]
zulks telkens met het oogmerk om voornoemde geschriften als echt en onvervalst te gebruiken.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet (ook) daarvan worden vrijgesproken.
BEWIJSMOTIVERING
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, is gegrond op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende daartoe redengevende feiten en omstandigheden. Een opgave van de bewijsmiddelen (voor de feiten die de verdachte heeft bekend) en van de inhoud van de bewijsmiddelen (voor de feiten die hij heeft ontkend of waarover hij zwijgt) zijn als bijlage II aan dit vonnis gehecht. Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis.
NADERE BEWIJSMOTIVERING AANGAANDE DE FEITEN 1, 2 EN 3
A. Inleiding: het overlijden van [slachtoffer]
Op maandag 25 februari 2013 om 18:47 uur werd de alarmcentrale van112 gebeld door [getuige 3]. Hij meldde dat hij net thuisgekomen was en dat hij zijn huisgenoot in elkaar geslagen en vastgebonden had aangetroffen. De politie vond kort daarna in de woning aan de [adres 1] (hierna: de woning) het stoffelijke overschot van [slachtoffer]. Hij werd aangetroffen in de woonkamer, liggend op zijn buik op de grond, armen, handen en benen gekneveld met duct-tape en uit de rechterkant van zijn heup stak het heft van een mes. Om zijn hoofd zat een kussensloop dat met tape was omwonden. Het lichaam van [slachtoffer] was al koud en stijf toen de politie ter plaatse kwam.
Uit pathologisch onderzoek blijkt dat het intreden van de dood goed kan worden verklaard door zuurstoftekort door belemmering van de luchtwegen door kneveling met tape, met mogelijke bijdragen door geweld aan de hals, door mechanische belemmering van de borstkas en ademhaling en door bloed in de luchtwegen door breuken in het aangezicht. Verder had [slachtoffer] bij leven letsel opgelopen dat op zich niet heeft geleid tot de dood. Dit betrof – kort gezegd en onder meer – letsel aan nek en hals en een steekwond in/aan de rechterheup / -bil en enkele huidbeschadigingen aldaar.
De woning maakte een doorzochte indruk.
[slachtoffer] is evident door een misdrijf om het leven gekomen. Op basis van de hierna nader te bespreken verklaringen van getuigen/medeverdachten en van de verdachte, in combinatie met technisch bewijs (het bloedsporenbeeld in de woning, telefoongegevens en het gebruik van een laptop), kan vastgesteld worden dat dit misdrijf heeft plaatsgevonden in de woning gedurende de nacht van zondag 24 februari 2013 op maandag 25 februari 2013, tussen ongeveer 23:16 en 00:12 uur.
B. DNA van [medeverdachte]; [medeverdachte] bekent [slachtoffer] gedood te hebben
Op de broek van [slachtoffer] en op het mes dat uit het lichaam van het slachtoffer stak, is DNA aangetroffen van medeverdachte [medeverdachte]. [medeverdachte] heeft later bekend dat hij [slachtoffer] heeft gedood, zowel tegenover zijn ouders, de politie als de rechter-commissaris. Dit zou zijn gebeurd op 24 februari 2013, kort voor middernacht. [medeverdachte] verklaarde voorts dat hij dit heeft gedaan in opdracht van en samen met de verdachte.
In meer detail heeft [medeverdachte] het volgende verklaard.
Van half januari tot 24 februari 2013 zijn er verschillende gesprekken geweest in de woning tussen [slachtoffer] en de verdachte die er over gingen dat [slachtoffer] zou worden mishandeld om een verzekeringsuitkering te krijgen. Op de avond van 24 februari 2013 is [medeverdachte] naar de verdachte gegaan en zij zijn die hele avond bij elkaar geweest. Die avond is een aanrijding in scene gezet met de auto van [medeverdachte]; de verdachte en [medeverdachte] waren daar niet bij en ze hebben wat rondgereden. Ze zijn naar een avondwinkel gegaan waar ze bier voor [slachtoffer] hadden gekocht; de verdachte zei daarbij: dat laatste biertje gun ik hem wel.
Ze zijn die avond twee keer in de woning van [slachtoffer] geweest. Bij het eerste bezoek bleek dat de woning nog niet overhoop gehaald was en dat moest wel omdat het op een overval moest lijken. Rondom 23.00 uur zijn de verdachte en [medeverdachte] teruggegaan naar de woning van [slachtoffer]. De woning was door [slachtoffer] inmiddels overhoop gehaald. Om 23:30 uur is ‘het’ gebeurd. Ze hebben [slachtoffer] een kussensloop om zijn hoofd gedaan en [medeverdachte] heeft met duct-tape de sloop dichtgetapt om het hoofd van [slachtoffer] en hem vastgebonden aan zijn voeten, zijn enkels, handen en ellebogen. De verdachte heeft een aantal keren met het hoofd van [slachtoffer] tegen de grond gebonkt en [medeverdachte] heeft [slachtoffer] een ketting om de nek gedaan en deze strakgetrokken zodat [slachtoffer] geen adem meer kreeg. [slachtoffer] probeerde nog los te komen en toen heeft de verdachte geholpen door mee te trekken aan de ketting. Ze hebben met drie verschillende messen of mesjes geprobeerd [slachtoffer] te steken; dat lukte eerst niet en later wel. De verdachte en [medeverdachte] hebben voor de zekerheid gekeken of [slachtoffer] dood was en hadden het idee dat hij niet meer ademde. Toen zijn ze weggegaan, de laptop en enkele telefoons meenemend. Ze zijn naar Rijswijk gegaan om de laptop, telefoons en enkele andere zaken bij [betrokkene 2] neer te zetten en daarna zijn ze teruggegaan naar Rotterdam.
[medeverdachte] verklaarde dat hij naar de woning toeging met de idee dat [slachtoffer] mishandeld zou worden. De verdachte heeft, zo verklaarde [medeverdachte], hem in de woning gezegd dat [slachtoffer] gedood moest worden. Daarvoor had de verdachte al tegen [medeverdachte] gezegd dat hij moest kiezen ‘steken of wurgen’.
C. Standpunt van de verdachte
De verdachte ontkent iedere betrokkenheid bij de dood van [slachtoffer]. Hij erkent dat hij een verzekering bij [verzekeringsmaatschappij 1] op het leven van [slachtoffer] had afgesloten en ook dat dit gedaan is om [verzekeringsmaatschappij 1] op te lichten. [slachtoffer] en hij hadden dit samen opgezet. De bedoeling was dat [slachtoffer] naar Suriname zou gaan, dat hij daar zijn dood in scene zou zetten en dat hij dan onder een andere naam in Suriname zou blijven wonen. De uitkering van € 500.000,00 zou worden gedeeld tussen [slachtoffer] (€ 200.000,00) en de verdachte (€ 300.000,00). Dit plan is echter nooit uitgevoerd. De verdachte had zelf onder een andere verzekering bij [verzekeringsmaatschappij 1] een uitkering geclaimd en gekregen nadat [slachtoffer], [medeverdachte] en hij op 2 januari 2013 een overval op de verdachte in scene hadden gezet. De verdachte vermoedt dat dit [slachtoffer] heeft geïnspireerd, dat [slachtoffer] en [medeverdachte] in de avond van 24 februari 2013 een overval in scene hebben willen zetten en dat [medeverdachte] daarbij [slachtoffer] heeft gedood. Hijzelf had [slachtoffer] nog afgeraden om een dergelijke fraude te proberen, omdat het bij [verzekeringsmaatschappij 1] zou opvallen dat er kort na elkaar twee keer een vergelijkbare schade zou worden geclaimd.
Over de avond van 24 februari 2013 verklaart de verdachte dat hij [medeverdachte] pas later in de avond heeft ontmoet, namelijk rondom het tijdstip waarop de aanrijding met de auto van [medeverdachte] in scene was gezet. Dat gebeurde rondom 22:00 uur. Er was met [betrokkene 3] afgesproken bij het Zuidplein. [betrokkene 16] zou na een uur terug zijn en hij zou bellen als het eerder was. [medeverdachte] en de verdachte zijn toen weggereden in de [auto] van de verdachte. [slachtoffer] belde de verdachte rond dat tijdstip, hij wist van de afspraak over de aanrijding en vroeg aan de verdachte of deze interesse had in de laptop. De verdachte is toen met [medeverdachte] naar de avondwinkel aan de [adres 5] gegaan, waar hij sigaretten en bier heeft gehaald voor [slachtoffer]. Ze zijn naar de woning van [slachtoffer] gegaan, maar niet naar binnen. [slachtoffer] kwam naar buiten en hij had de laptop bij zich. De verdachte heeft er € 200,00 voor betaald. [slachtoffer] zou de laptop nog resetten en later aan [medeverdachte] meegegeven zodat [medeverdachte] deze aan de verdachte kon geven. Nadat [betrokkene 16] belde, is de verdachte naar het Ikazia ziekenhuis gegaan. De schade aan de auto van [betrokkene 16] bleek groot te zijn, die aan de auto van [medeverdachte] minimaal. Daarna is de verdachte naar huis gegaan en [medeverdachte] volgens hem naar [slachtoffer]. Zelf is de verdachte rond 23:45 uur – na een ruzie met zijn vrouw – naar het huis van zijn moeder gelopen, waar hij rond 24:00 uur arriveerde. [medeverdachte] is de laptop aan hem komen afgeven en de verdachte is weer naar huis gegaan. Hij heeft [betrokkene 2] al lopend nog gebeld. De verdachte zegt tussen 00:45 en 01:00 uur thuis te zijn gekomen en naar bed te zijn gegaan. Maandagochtend is hij naar [betrokkene 2] gegaan en hij heeft de laptop, die hij als verrassing voor haar had bedoeld, onder haar bed neergelegd.
D. Overwegingen over de betrouwbaarheid van de verklaringen van [medeverdachte] en van de verdachte, hun onderlinge verhouding en de verklaringen van alibi-getuigen van de verdachte
Centraal in deze strafzaak staan de hiervoor weergegeven, tegenovergestelde lezingen van [medeverdachte] en de verdachte. Over de betrouwbaarheid van deze verklaringen, en die van twee alibi-getuigen, is op de terechtzitting veel gezegd en de rechtbank stelt daarom eerst dit punt aan de orde alvorens nader in te gaan op de gebeurtenissen van de nacht van 24 op 25 februari 2013 en op de overige van belang zijnde feiten en omstandigheden.
D.1. Over de verklaringen van [medeverdachte]
De raadsman heeft betoogd dat aan de verklaringen van [medeverdachte] geen enkele waarde toekomt. Enerzijds betoogt hij dat [medeverdachte], een zwakbegaafde en zeer volgzame man, door de politie en door zijn ouders is beïnvloed. Daardoor heeft hij verklaard wat de politie wilde horen, te weten dat de verdachte het kwade brein achter de dood van [slachtoffer] was en dat [medeverdachte] slechts is gebruikt door de verdachte. Anderzijds betoogt hij dat de verklaringen van [medeverdachte] zeer inconsistent en op punten aantoonbaar onjuist zijn en ook daarom niet bruikbaar voor het bewijs zijn.
De rechtbank oordeelt hierover als volgt.
Uit het dossier blijkt dat [medeverdachte] een zwakbegaafde man is die bijzonder gevoelig is voor beïnvloeding. Verder blijkt uit het dossier dat de politie [medeverdachte] veelvuldig en indringend heeft ondervraagd. [medeverdachte] beriep zich daarbij in eerste instantie op zijn zwijgrecht. De politie heeft op 2 april 2013 en op 2 mei 2013 de ouders van [medeverdachte] bezocht. Tijdens het bezoek van 2 mei 2013 heeft de politie, ondanks het feit dat [medeverdachte] in beperkingen zat en met instemming van de officier van justitie, aan de ouders verteld dat hun zoon was aangehouden voor de moord/doodslag op [slachtoffer] en dat ook de verdachte als medeverdachte was aangehouden. Verder werd hun verteld dat [medeverdachte] zich op zijn zwijgrecht beriep, dat de politie zich hierover zorgen maakte omdat op deze wijze de rol van [medeverdachte] in het misdrijf niet duidelijk werd en is hun verteld dat er op 25 februari 2013 een aanrijding in scene is gezet waarbij de auto van [medeverdachte] was betrokken. Verdere inhoudelijke informatie werd niet verstrekt.
Op 7 mei 2013 heeft [medeverdachte] in een gesprek in De Schie aan zijn ouders verteld dat hij ‘het’ had gedaan, dat hij ‘daar’ was met ‘hem alleen en die tyfuslijer’ en dat dat hij ‘die man had doodgemaakt’ ‘omdat die klootzak zei dat hij daar geld voor zou krijgen’. Op 15 mei 2013 heeft de moeder van [medeverdachte] zich gemeld bij de politie en gezegd dat haar zoon een verklaring wilde afleggen. Bij het daarop volgende verhoor op 16 mei 2013 beriep [medeverdachte] zich op zijn zwijgrecht en de moeder van [medeverdachte] is vervolgens op verzoek van de politie naar het bureau gekomen, waar zij – buiten aanwezigheid van opnameapparatuur of politieagenten – met hem heeft gesproken. Daarna heeft [medeverdachte] in aanwezigheid van zijn moeder telefonisch en later in persoon overleg gehad met zijn advocaat. Daarna vond een verhoor plaats waarin de verdachte – kort gezegd – de dood van [slachtoffer] bekende en de verdachte aanwees als zijn mededader.
Dat deze gang van zaken ongebruikelijk is, behoeft geen toelichting. Verboden is zij echter niet. Naar het oordeel van de rechtbank getuigt het naar de verstandelijk beperkte [medeverdachte] toe van zorgvuldigheid dat de politie getracht heeft om zijn rol duidelijk te krijgen, omdat hij anders het risico liep op basis van het aantroffen DNA te worden veroordeeld als enige dader. Gelijktijdig moet echter wel vastgesteld worden dat de benadering van de politie, juist vanwege de volgzaamheid van [medeverdachte], het risico in zich draagt dat [medeverdachte] zou vertellen wat de politie destijds vermoedde. De politie had expliciet de verdachte genoemd als potentiële mededader, gaf duidelijk aan dat de rol van [medeverdachte] niet duidelijk werd en dat zij zich om hem zorgen maakte en gaf daarmee impliciet aan dat de verdachte vermoedelijk een grotere rol had gespeeld dan [medeverdachte] zelf. Deze wijze van totstandkoming dient meegenomen te worden bij de waardering van de verklaringen van [medeverdachte].
Inhoudelijk blijkt uit de processen-verbaal van verhoor dat [medeverdachte] tijdens zijn verhoren wisselende verklaringen heeft afgelegd. Zo spreekt hij zichzelf tegen als het gaat over de vraag wie er heeft gestoken met een mes en haalt hij auto’s door elkaar. Hij stelt zijn verklaring op punten bij wanneer hij wordt geconfronteerd met onderzoeksresultaten die zijn verklaring weerleggen. Verder bevatten de verklaringen van [medeverdachte] elementen waarbij vraagtekens gesteld moeten worden. Zo kan hij niet gezien hebben dat er bloed uit de mond en/of neus van [slachtoffer] spoot. Diens hoofd was immers ingepakt in een kussensloop met duct-tape eroverheen. Wel kan hij enig bloed hebben gezien, nu er bloedspetters zijn aangetroffen rondom het lichaam van [slachtoffer]. Verder acht de rechtbank niet buiten gerede twijfel verheven dat [slachtoffer] met een metalen ketting gedurende circa 20 minuten zou zijn gewurgd, zoals [medeverdachte] verklaart. De hals en nek van het slachtoffer waren weliswaar enigszins beschermd door een kussensloop en mogelijk ook door een of meerdere lagen duct-tape, maar de rechtbank acht het niet waarschijnlijk dat 20 minuten wurgen met een metalen ketting door een of meerdere volwassen, stevig gebouwde mannen geen significante sporen van die ketting op hals, nek, kussensloop en (mogelijk) tape zou hebben achtergelaten. In de rapportage van de patholoog wordt wel letsel beschreven aan hals en nek en verwurging wordt als mogelijk doodsoorzaak genoemd, maar het wurgen met een ketting gedurende langere tijd wordt niet als zodanig genoemd. Ook in het forensisch onderzoek naar het kussensloop en de duct-tape blijkt niet van beschadigingen die hierop zouden wijzen. Nader onderzoek naar de ketting, zoals de raadsman als mogelijkheid heeft geopperd, acht de rechtbank niet noodzakelijk. Op deze twee hier aangehaalde punten zal de verklaring van [medeverdachte] niet voor het bewijs gebruikt worden.
Om redenen die hierna nader zullen blijken, acht de rechtbank de verklaring van [medeverdachte] ongeloofwaardig ten aanzien van het moment waarop de verdachte tegen [medeverdachte] gezegd zou hebben dat [slachtoffer] dood moest, namelijk in de woning, toen [slachtoffer] naar de WC was en dus vlak voordat [slachtoffer] volgens [medeverdachte] gedood zou zijn. Ook dit element van de verklaringen van [slachtoffer] zal daarom niet voor het bewijs worden gebruikt.
Het voorgaande betekent evenwel niet dat de verklaringen van [medeverdachte] zonder betekenis zijn. Wat in de verklaringen van [medeverdachte] consequent naar voren komt, is dat hij zegt de hele avond met de verdachte samen te zijn geweest en dat hij in opdracht van de verdachte [slachtoffer] heeft gedood in plaats van [slachtoffer], zoals eerder met hem was afgesproken, ‘slechts’ te mishandelen.
De verklaring van [medeverdachte] vindt ook steun in een aantal omstandigheden. Zijn verklaring tegenover de politie sluit inhoudelijk aan op hetgeen hij tegen zijn ouders in de PI heeft gezegd en zijn verklaring dat hij [slachtoffer] heeft gedood, is niet alleen belastend voor de verdachte, maar ook voor [medeverdachte] zelf.
Bovengenoemde punten bewijzen de juistheid van die verklaring niet, maar zijn hier wel een aanwijzing voor. Op belangrijke punten vindt die verklaring bovendien steun in andere bewijsmiddelen: [slachtoffer] is gekneveld aangetroffen op de wijze die [medeverdachte] beschrijft, bij [slachtoffer] is letsel bij de heup/buik aangetroffen dat past bij de wijze waarop [medeverdachte] zegt dat er is gestoken en er is in de woning een afgebroken mes en een verbogen briefopener gevonden, hetgeen eveneens past bij de verklaring van [medeverdachte]. Verder past de tijd waarop de laptop is afgesloten (00:12 uur) bij het tijdstip waarvan [medeverdachte] zegt dat [slachtoffer] niet meer ademde. DNA van [medeverdachte] is op het slachtoffer en het mes aangetroffen en drie getuigen hebben verklaard dat [slachtoffer] hun had gezegd dat het de bedoeling was dat hij in het weekeinde van 23/24 februari 2013 zou worden mishandeld om een verzekeringsuitkering te krijgen. Verder wordt de uitleg van [medeverdachte] over de geënsceneerde aanrijding van 24 februari 2013 door de verdachte bevestigd; de verklaring van [medeverdachte] dat hij en de verdachte naar een avondwinkel zijn gegaan om daar bier te kopen voor [slachtoffer], wordt eveneens door de verdachte bevestigd.
Al met al concludeert de rechtbank dat de verklaringen van [medeverdachte] tot het bewijs kunnen bijdragen, maar alleen met grote terughoudendheid en alleen in aanvulling op andere bewijsmiddelen.
D.2 Over de verklaringen van de verdachte
Over de verklaringen van de verdachte is in algemene zin het volgende te zeggen.
De verdachte heeft zich lange tijd op zijn zwijgrecht beroepen. Hij heeft in eerste instantie slechts incidenteel antwoorden gegeven op vragen en pas een volledige verklaring afgelegd toen hij beschikte over het (bijna) volledige dossier. Een verdachte mag dat doen en dit heeft op zich geen significante betekenis voor de waarde van zijn verklaring. Gebleken is echter dat de verdachte op verschillende momenten in zijn verhoren tegenover de politie heeft gelogen, zoals hij ook op de zitting heeft erkend. Dit betreft het tijdstip dat hij [slachtoffer] voor het laatst had gezien, zijn initiële uitleg over de bij zijn vriendin [betrokkene 2] aangetroffen laptop, zijn initiële verklaring dat hij [betrokkene 2] vaag kende en zijn initiële verklaring dat hij op zondag 24 februari 2013 tot 21:00 of 22:00 uur in de avond bij zijn moeder is geweest en dat hij thuis is gebleven tot de maandagochtend. Het liegen tegenover de politie doet wel afbreuk aan de geloofwaardigheid van de verklaring van de verdachte.
Gelijktijdig moet echter worden opgemerkt dat de lezing van de verdachte over de gebeurtenissen van 24 en 25 februari 2013 niet wordt weersproken door het beschikbare technisch bewijs, zoals de telefoongegevens en de camerabeelden van [bedrijf 12]. Evenmin is er forensisch materiaal dat zijn aanwezigheid of betrokkenheid bij het overlijden van [slachtoffer] aantoont. Weliswaar is een DNA mengprofiel aangetroffen op de broek van het slachtoffer met DNA materiaal dat afkomstig kan zijn van de verdachte, maar de kans dat dit materiaal van hem afkomstig is, wordt door het NFI – onder diverse aannames – ongeveer even groot geschat als de kans dat dit niet van hem is. Bewijswaarde heeft dit DNA mengprofiel dus niet.
D.3 Over de verhouding tussen [medeverdachte] en de verdachte
Uit het dossier blijkt dat tussen [medeverdachte] en de verdachte een ongelijkwaardige, aan de zijde van [medeverdachte] door sadomasochistische fantasieën ingekleurde relatie bestond. De verdachte en [medeverdachte] zijn in 2007 beiden veroordeeld voor de afpersing van de ouders van [medeverdachte] en enkele overvallen. In die periode heeft de verdachte onder meer een schuldbekentenis op naam van [medeverdachte] opgesteld. Dat betrof een bedrag van € 150.000,00 waartegenover de verdachte SM-artikelen aan [medeverdachte] zou hebben geleverd. Deze overeenkomst is, zoals de verdachte heeft toegegeven, een schijnovereenkomst.
Op enig moment zijn de verdachte en [medeverdachte] weer met elkaar in contact gekomen op initiatief van [medeverdachte] die zich er volgens zijn eigen zeggen schuldig over voelde hoe de strafzaak uit 2007 was afgelopen. Er vonden chatgesprekken plaats waarin [medeverdachte] zich onderdanig opstelde naar de verdachte. De gesprekken hadden ontegenzeggelijk een seksuele c.q. sadomasochistische lading, waarbij de verdachte vroeg om zaken van waarde – goud – en [medeverdachte] zocht naar spanning.
[medeverdachte] verrichte ook klusjes voor de verdachte: zo heeft hij geholpen om de tuin van de verdachte op te knappen. Door [betrokkene 8], de (ex)vrouw van de verdachte, is [medeverdachte] aangeduid als ‘de slaaf’ van de verdachte. In dit verband is opvallend te noemen wat er op 24 februari 2013 is gebeurd met de auto van [medeverdachte]: de verdachte regelde dat [betrokkene 3] die auto gebruikte om een aanrijding in scene te zetten – ‘schade te maken’ – en [betrokkene 3] betaalde de verdachte daarvoor € 250,00. Dit geld was bedoeld voor [medeverdachte] maar de verdachte hield het zelf. Hiernaar door de rechtbank gevraagd verklaarde de verdachte dat hij zou regelen dat [medeverdachte] een keer naar de hoeren zou gaan en dat hij daarom het geld had gehouden. Dit bevestigt het beeld dat bij lezing uit het dossier ontstaat, namelijk dat de verdachte [medeverdachte] aan het lijntje hield en misbruikte.
D.4 Over de alibi-verklaringen van [betrokkene 8] en [betrokkene 14]
Er zijn sterke aanwijzingen dat de verdachte gedurende het strafproces en na kennisneming van het (vrijwel) gehele dossier getracht heeft zichzelf van een alibi te voorzien.
[betrokkene 8] – de echtgenote van de verdachte, met wie hij inmiddels in echtscheiding ligt – heeft op 3 december 2013 tegenover de politie verklaard dat zij bij de rechter-commissaris niet de waarheid heeft verklaard en dat zij bij een bezoek aan de verdachte in de PI van deze (tot twee keer toe) een brief had meegekregen die zij uit haar hoofd moest leren. In die brief stond wat zij moest verklaren. De verdachte heeft op de terechtzitting bevestigd dat hij de getuige twee brieven had meegegeven; deze dienden volgens hem echter vooral als geheugensteuntje.
Omtrent de verklaring van [betrokkene 14], de moeder van de verdachte, wordt als volgt overwogen. Zij heeft op de terechtzitting van 13 mei 2014 als getuige verklaard dat haar zoon in de nacht van 24 op 25 februari 2013 tussen 24.00 en 00:30 uur bij haar was. Hij vertelde haar toen dat hij een relatie met een andere vrouw had en dat deze van hem zwanger was. Bij deze verklaring kunnen kanttekeningen worden geplaatst. De moeder van de verdachte heeft zich pas in een zeer laat stadium van het onderzoek als getuige gemeld, op 23 april 2014, en nadat [betrokkene 8] haar verklaring had ingetrokken. In de periode daarvoor had zij aangegeven dat haar zoon meestal op zondagavond bij haar is, tot circa 20:00 a 20:30 uur en dat zij zich niet kon herinneren dat dit op 25 februari 2013 anders was. Nu zegt zij dat haar zoon in die nacht van 24.00 tot 00:30 uur bij haar was. Desgevraagd verklaarde de getuige deze ommezwaai (deels) doordat zij eerder niet wilde dat [betrokkene 8] zou horen dat zij – de getuige – wist dat de verdachte een relatie met een andere vrouw had en dat die van hem zwanger was. Uit het dossier blijkt echter dat [betrokkene 8] al geruime tijd wist dat de verdachte een relatie met [betrokkene 2] had. Zeker nu duidelijk is dat de verdachte al geruime tijd bezig was met zijn alibi en hij, ook al gelet op zijn voorarrest, er ook alle belang bij had dat ontlastend materiaal boven tafel kwam, bevreemdt het dat de verdachte niet in een eerder stadium aan zijn moeder heeft gevraagd om te getuigen. Daarbij komt dat deze getuige - op zich al opmerkelijk – zegt, zich bijna tot op de minuut nauwkeurig te herinneren wanneer de verdachte in voornoemde nacht is gekomen en vertrokken. Al met al is de bewijskracht van deze verklaring zeer gering.
E. Het verloop van de nacht van 24 op 25 februari 2013
De rechtbank komt thans in meer detail bij de gebeurtenissen van de nacht van zondag 24 februari 2013 op maandag 25 februari 2013.
E.1 [slachtoffer] zelf
Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat [slachtoffer] van vrijdag 22 tot zondag 24 februari 2013 met hem heeft opgetrokken, dat zijn zoon hem die zondag 24 februari 2013 om circa 18.00 op de bus heeft gezet en dat [slachtoffer] – voor zover hij weet – toen naar huis ging.
[getuige 2] heeft bevestigd dat hij [slachtoffer] die zondagavond bij de bus heeft afgezet, zij het dat hij verklaarde dat [slachtoffer] om circa 19:20 uur de bus nam naar de Slinge, waar hij woonde. Vanaf 20:40 uur straalt de mobiele telefoon van [slachtoffer] een zendmast aan in de directe omgeving van de woning aan de [adres 1]. [getuige 1] heeft verder verklaard dat hij die avond om 21.00 uur nog telefonisch met [slachtoffer] heeft gesproken. Ook [medeverdachte] en de verdachte verklaren dat zij [slachtoffer] die avond nog hebben gezien en – in het geval van de verdachte – telefonisch hebben gesproken. Uit de historische gegevens van de mobiele telefoon van de verdachte is gebleken dat [slachtoffer] hem die bewuste zondag om 16.41 uur en om 20.58 uur heeft gebeld en dat de verdachte om 21.57 uur [slachtoffer] heeft gebeld. Van telefonische contacten tussen [medeverdachte] en [slachtoffer] is niet gebleken.
E.2 Gezamenlijk optrekken van [medeverdachte] en de verdachte
[medeverdachte] was op 24 februari 2013 tot circa 19.00 uur thuis bij zijn ouders. De auto van [medeverdachte] is om 19:08 uur waargenomen op de ’s-Gravendijkwal ter hoogte van de Maastunnel, rijdend in de richting van Rotterdam-Zuid. De rechtbank acht het aannemelijk dat [medeverdachte] vanaf het begin van de avond (19.30 uur) in het gezelschap van de verdachte is geweest. De verklaring van [medeverdachte] dat hij en de verdachte aan het begin van de avond naar [betrokkene 2] in Rijswijk zijn gegaan, vindt steun in de voertuigbewegingen van de [auto 2] van de verdachte en het feit dat de mobiele telefoon van de verdachte om 20:03 uur een zendmast aan de Tulpstraat te Rijswijk aanstraalde. Duidelijk is verder dat zij bij elkaar waren in de periode waarin de aanrijding in scene werd gezet (van circa 21:20 tot 22:58 uur) en dat ze toen samen in de [auto] hebben rondgereden. Ze zijn gezamenlijk – ook in de lezing van de verdachte – in ieder geval één keer naar de woning van [slachtoffer] gegaan. [medeverdachte] en de verdachte hebben verder beiden verklaard dat zij naar een avondwinkel zijn gegaan waar zij bier en sigaretten voor [slachtoffer] hebben gekocht.
Vast staat dat de verdachte op die avond in een (blauwe) [auto 2] en een (grijze) [auto] heeft gereden; hij zegt dat zelf ook. Hoewel [medeverdachte] tijdens zijn verhoren het gebruik door de verdachte van de [auto 2] en de [auto] meerdere malen door elkaar heeft gehaald, is voor de rechtbank wel duidelijk dat [medeverdachte] de bewuste avond in de twee verschillende auto’s van de verdachte heeft gezeten.
E.3 Na de in scene gezette aanrijding (21:20 uur tot 22:58 uur)
Nadat de aanrijding in scene was gezet, is de auto van [medeverdachte] door camera’s van [bedrijf 12] geregistreerd om 23:16 uur op de [adres 6] bij de kruising met de [adres 7] en om 00:32 uur bij de Waalhaven bij de kruising met de [adres 8]. Er zijn geen cameraregistraties voor deze auto in de tussenliggende periode. De beide locaties liggen in de directe omgeving van de woning aan de [adres 1].
E.4 Internetgebruik op de laptop tot 23.25 uur
Uit onderzoek is gebleken dat de laptop die onder meer door [slachtoffer] werd gebruikt voor het laatst in gebruik is geweest om 23:25 uur. De laptop is om 00:12 uur onverwacht afgesloten. De laptop is later tijdens een doorzoeking aangetroffen in de woning van [betrokkene 2], onder haar bed. De verdachte heeft verklaard dat hij die laptop daar had neergelegd.
E.5 De telefoon en auto van [medeverdachte] en de telefoon van de verdachte om iets na half één en daarna.
Om 00:32 uur is de auto van [medeverdachte] geregistreerd door camera’s van [bedrijf 12] bij de Waalhaven bij de kruising met de [adres 8]. Vlak daarna, 00:34 uur, heeft zijn telefoon verbinding gemaakt met een zendmast aan de [adres 9], eveneens nabij de Waalhaven. Hij belde toen zijn moeder om te zeggen dat hij later thuis zou zijn, zo blijkt uit de verklaringen van [medeverdachte] en die van zijn moeder. De telefoon van de verdachte maakte vrijwel gelijktijdig (circa 00:36 uur), verbinding met een zendmast aan de [adres 10] te Rotterdam. Dit is gelegen op korte afstand van de Waalhaven. De verdachte belde toen met het nummer van [betrokkene 2]. Uit de voertuigbewegingen kan worden opgemaakt dat de Opel Astra vervolgens richting Den Haag reed en om 01.13 uur weer richting Rotterdam. Dat de verdachte en [medeverdachte] inderdaad rond dat tijdstip bij [betrokkene 2] zijn geweest – zoals [medeverdachte] verklaart en de verdachte ontkent – kan bovendien worden afgeleid uit het feit dat [betrokkene 2] om 01:12 uur haar huisgenoot heeft gebeld. Deze huisgenoot heeft verklaard dat hij als de verdachte bij [betrokkene 2] kwam, zorgde dat hij weg was om hen niet te storen. Als de verdachte weg ging – aldus de huisgenoot – werd hij gebeld dat hij naar huis kon komen.
F. Andere relevante feiten en omstandigheden
F.1 De levensverzekering
Er zijn enkele opmerkingen te maken over de levensverzekering:
  • de verdachte heeft samen met [slachtoffer] op 6 februari 2013 een verzekering afgesloten op het leven van [slachtoffer], waarbij (na een wijziging) [bedrijf 1] – het bedrijf van de verdachte – is aangewezen als de begunstigde;
  • de verdachte heeft op 3 februari 2013 via Google op internet gezocht met de zoektermen ‘moord + om + levensverzekering’;
  • de verdachte heeft een week voor de dood van [slachtoffer] aan de verzekeringstussenpersoon gevraagd wat de dekking was als [slachtoffer] zou komen te overlijden;
  • na het overlijden van [slachtoffer] heeft de verdachte de verzekeringstussenpersoon gevraagd om uitbetaling;
  • [verzekeringsmaatschappij 1] heeft vooralsnog niet uitgekeerd.
F.2 De ziekteverzuimverzekering van [bedrijf 1]
Tijdens een bespreking op 6 februari 2013 heeft de verdachte aan [betrokkene 15] – werkzaam bij de verzekeringstussenpersoon van [bedrijf 1] – gemeld dat [slachtoffer] sinds 1 januari 2013 werknemer van [bedrijf 1] was. [betrokkene 15] heeft vervolgens aan een medewerker gevraagd [slachtoffer] aan te melden voor de ziekteverzuimverzekering van [bedrijf 1]. Uit de verklaring van [betrokkene 15] maakt de rechtbank op dat deze verzekering dekking biedt voor de verplichting van de werkgever om bij ziekte het loon van de werknemer twee jaar door te betalen. Dit past op zich bij de verklaring van [medeverdachte] dat [slachtoffer] dacht mishandeld te worden om een uitkering te krijgen en bij de hierna te noemen verklaringen van [getuige 3], [getuige 4] en [getuige 5].
F.3 De verklaringen van [getuige 3], [getuige 4] en [getuige 5]
[getuige 3], [getuige 4] en [getuige 5] hebben ieder voor zich verklaard dat [slachtoffer] hun had verteld dat hij door [verdachte] en [betrokkene 16] zou worden mishandeld om daardoor aan een verzekeringsuitkering te komen.
[getuige 3] heeft hierover verklaard dat [slachtoffer] hem in februari 2013 had verteld dat hij geen zin meer had om te werken en dat hij van een verzekering € 12.000,00 per maand zou kregen als hij afgekeurd zou worden. Het plan was, zo vertelde [slachtoffer] aan [getuige 3], dat hij zou worden gemarteld / in elkaar geslagen door [betrokkene 16] en [verdachte]. De rol van [getuige 3] was hierbij dat hij [slachtoffer] in hun gezamenlijke woning zou aantreffen en dat hij dan 112 zou moeten bellen. Dit zou gebeuren in het weekeind van 23 en 24 februari 2013.
[getuige 4] bevestigt dat [slachtoffer] haar heeft verteld dat hij in elkaar geslagen zou worden om € 12.000,00 per maand uit een verzekering te krijgen. [verdachte], [betrokkene 16] en een derde man (door haar aangeduid als de kleine man) zouden [slachtoffer] slaan en dit zou gebeuren op 24 februari 2013.
Ook [getuige 5] verklaart dat [slachtoffer] het plan om mishandeld te worden om aan verzekeringsgeld te komen aan haar heeft verteld. Haar verklaring komt er op neer dat zij [verdachte] noemt als degene die [slachtoffer] zou slaan, dat [betrokkene 16] er wat mee te maken had (maar ze weet niet wat) en dat zij dacht dat het op de 24ste zou gebeuren, dat had zij in februari 2013 van [slachtoffer] gehoord.
F.4. Leugenachtige verklaring over de laptop
In eerste instantie heeft de verdachte verklaard dat hij de laptop van [slachtoffer] in onderpand had gekregen, een week voor de dood van [slachtoffer], en dat hij deze toen naar [betrokkene 2] had gebracht. Later is echter gebleken dat deze laptop tot 23 februari 2013 bij [bedrijf 11], een pandjeshuis, lag. In een later stadium verklaarde de verdachte dat hij de laptop op 24 februari 2013 van [slachtoffer] heeft gekocht en in de ochtend van 25 februari de laptop onder het bed van [betrokkene 2] had gelegd en zodanig was afgeleid, dat hij de hele laptop was vergeten.
G. Conclusies
De rechtbank komt tot het volgende vaststellingen en oordelen.
1.
[slachtoffer] verwachtte in de avond van zondag 24 februari 2013 mishandeld te zullen worden teneinde een verzekeringsuitkering te kunnen krijgen. Dit zou gebeuren in zijn woning en hij zou door [getuige 3] gevonden worden, die dan 112 moest bellen. Hij is om het leven gekomen toen hij (in ieder geval initieel) meewerkte aan deze (in ieder geval in zijn ogen beoogde) geënsceneerde mishandeling. Dit blijkt uit de verklaringen van [medeverdachte], [getuige 3], [getuige 4] en [getuige 5] en de staat waarin de woning en het lichaam zijn aangetroffen.
2.
[medeverdachte] was één van de daders. Dit blijkt uit zijn eigen verklaring en uit zijn DNA op de broek van het slachtoffer en op het mes dat uit de heup van het slachtoffer stak. Zijn verklaringen over de gebeurtenissen in de woning vinden in belangrijke mate steun in de staat van de woning en het lichaam, behoudens ten aanzien van het spuiten van bloed en het gebruik van de ketting.
3.
[medeverdachte] handelde niet alleen, maar tezamen met de verdachte. Dit blijkt uit de verklaring van [medeverdachte], welke ten aanzien van de rol van de verdachte als mededader belangrijke steun vindt in de verklaringen van [getuige 3], [getuige 4] en [getuige 5]. Zij wijzen immers de verdachte aan als een van degenen die [slachtoffer] zou mishandelen. De verklaring van [medeverdachte] dat hij en de verdachte na de dood van [slachtoffer] naar de woning van [betrokkene 2] zijn gegaan om daar de laptop en enkele andere zaken neer te leggen, vindt steun in de bij [betrokkene 2] aangetroffen laptop, de voertuigbewegingen alsmede in het telefoontje dat de huisgenoot van [betrokkene 2] om 01:12 uur van haar kreeg (zie hiervoor onder E.5).
4.
Al met al is er voldoende wettig en overtuigend bewijs dat [medeverdachte] en de verdachte tezamen [slachtoffer] hebben gedood. Aan de overtuiging draagt verder nog bij (i) dat er geen telefonische contacten zijn vastgesteld op 24 februari 2013 tussen [medeverdachte] en [slachtoffer], maar wel tussen [slachtoffer] en de verdachte en (ii) dat in de verhouding tussen [medeverdachte] en de verdachte, het de verdachte was die [medeverdachte] manipuleerde en zijn wil oplegde. Dit sterkt de rechtbank in de overtuiging dat het niet [medeverdachte] alleen was die [slachtoffer] van het leven beroofde.
5.
De rechtbank hecht geen geloof aan de verklaring van de verdachte dat hij een heel andere fraude beoogde en dat hij niet betrokken was bij de dood van [slachtoffer]. Over de alibi-verklaring van de moeder van de verdachte is hiervoor reeds overwogen dat de bewijswaarde daarvan zeer gering is en deze verklaring weegt voor de rechtbank dan ook niet op tegen de andere, hiervoor genoemde bewijsmiddelen.
6.
Geoordeeld moet worden dat zowel de verdachte als zijn mededader [medeverdachte] het vooropgezette plan had om [slachtoffer] van het leven te beroven. De levensverzekering is enkele weken eerder door de verdachte samen met [slachtoffer] afgesloten, nadat de verdachte op 3 februari 2013 op internet had gezocht naar informatie over levensverzekeringen en moord en de verdachte heeft een week voor de dood van [slachtoffer] aan de verzekeringstussenpersoon gevraagd wat de dekking was bij [slachtoffer]’s overlijden. [medeverdachte] en de verdachte hebben op 24 februari 2013 bij de avondwinkel nog bier en sigaretten voor [slachtoffer] gekocht en de rechtbank hecht geloof aan de verklaring van [medeverdachte] dat de verdachte toen tegen hem heeft gezegd dat hij [slachtoffer] dat laatste biertje nog wel gunde. De rechtbank hecht in het verlengde van het voorgaande ook geloof aan de verklaring van [medeverdachte] dat de verdachte hem had gezegd dat [slachtoffer] dood moest omwille van een verzekeringsuitkering.
Nu duidelijk is dat de verdachte al sinds begin februari 2013 bezig was met de levensverzekering, acht de rechtbank het, nog afgezien van de hierboven gerelateerde volgens [medeverdachte] in de avondwinkel door de verdachte gedane uitspraak over het laatste biertje van [slachtoffer], onaannemelijk dat hij [medeverdachte] pas in de woning op 24 februari 2013 zou hebben aangezet om mee te werken aan het doden van [slachtoffer], met alle risico’s dat [medeverdachte] die medewerking dan zou weigeren van dien. Het kan niet anders zijn dan dat de verdachte van te voren zijn mededader ([medeverdachte]) in kennis had gesteld van zijn voornemen om [slachtoffer] van het leven te beroven en zich van de medewerking daarbij van die mededader had vergewist. De rechtbank verwijst in dit verband naar de verklaring van [medeverdachte] van 16 mei 2012, waarin hij aangaf dat de verdachte al van te voren – blijkens die verklaring: buiten de woning van [slachtoffer] – de keuze gaf tussen wurgen of steken.
7.
Het geheel van de hiervoor onder 6 weergegeven omstandigheden maakt dat het – overigens door de verdachte niet aangevoerde – scenario dat het ‘slechts’ ging om een uit de hand gelopen mishandeling door de verdachte en [medeverdachte], uitgesloten moet worden geacht.
8.
De slotsom is dat wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan moord op [slachtoffer] met het oogmerk om tot een verzekeringsuitkering te komen. De feiten 1 en 2 (primair) zijn daarom bewezen. In het verlengde hiervan dient de verdachte van feit 3 – zware mishandeling de dood ten gevolge hebbende – te worden vrijgesproken.
STRAFBAARHEID FEITEN
De bewezen feiten leveren op:
1.
poging tot oplichting;
2. primair

medeplegen van moord;

7.
medeplegen van valsheid in geschrift;
8.
medeplegen van oplichting;
9.
medeplegen van oplichting;
10.
aangifte doen dat een strafbaar feit gepleegd is, wetende dat het niet gepleegd is;
11.
medeplegen van oplichting;
12.
medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
13.
medeplegen van opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven;
14.
medeplegen van opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven;
15. primair

medeplegen van opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven;

16.
medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
17. primair

valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.
STRAFBAARHEID VERDACHTE
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.
STRAFMOTIVERING
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft samen met een ander [slachtoffer] om het leven gebracht. [slachtoffer] is door de verdachte en diens mededader in een machteloze positie gebracht, nadat [slachtoffer] in de waan was gebracht dat deze (slechts) zou worden mishandeld om een verzekeringsuitkering te krijgen. [slachtoffer] is vervolgens op een vreselijke manier overleden. Van het vertrouwen dat [slachtoffer] in de verdachte, een vriend, had gesteld, is door de verdachte grof misbruik gemaakt. Het behoeft geen toelichting dat dit een zeer ernstig strafbaar feit is.
Daarnaast heeft de verdachte op grootschalige wijze verzekeringsmaatschappijen en de belastingdienst opgelicht of geprobeerd op te lichten. Documenten werden vervalst, aangiftes bewust verkeerd ingevuld en verzekeringsadviseurs en controleurs voorgelogen.
Daarbij heeft hij misbruik gemaakt van het vertrouwen dat verzekeringsmaatschappijen en de belastingdienst moeten kunnen hebben in hun klanten c.q. belastingplichtigen en hun adviseurs. Het ogenschijnlijke gemak waarmee de verdachte op de terechtzitting sprak over de fraudezaken die hij bekent, is stuitend.
Op dergelijke feiten past slechts een langdurige gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur daarvan weegt de dood van [slachtoffer] uiteraard het zwaarste. Duidelijk is echter dat de dood van [slachtoffer] niet op zich kan worden gezien. De verdachte is reeds eerder, in 2007, veroordeeld voor een aantal vermogensdelicten, waaronder de afpersing van de ouders van [medeverdachte]. Aan hem is toen een gevangenisstraf van 42 maanden opgelegd, waarvan twaalf maanden voorwaardelijk. Dat heeft hem er echter niet van weerhouden om daarna wederom strafbare feiten te plegen. Een veelheid aan fraudezaken volgde elkaar op en uiteindelijk werd een fraudezaak [slachtoffer] fataal.
Ieder moreel besef lijkt bij de verdachte afwezig. Het financieel gewin van de verdachte en niets anders, is wat hem drijft. Uit het dossier rijst het beeld op dat de verdachte in zijn hele leven nog nooit legale werkzaamheden heeft verricht, behalve mogelijk bijbaantjes voor zijn 18e jaar en enkele maanden die hij heeft gewerkt voor een uitzendbureau.
Omdat de verdachte niet heeft willen meewerken aan een onderzoek door een psycholoog en psychiater, is over de persoon van de verdachte niet door hen gerapporteerd. Wel is een reclasseringsadvies uitgebracht. Daarin is onder meer vermeld dat de kans op recidive als hoog wordt ingeschat. Uit het voorgaande mag blijken dat de rechtbank die inschatting deelt.
Bij de bepaling van een passende straf is rekening gehouden met straffen die voor levensdelicten en voor fraude in Nederland in het algemeen plegen te worden opgelegd. De straf valt lager uit dan door de officieren van justitie is gevorderd, omdat deze hoger is dan voor levensdelicten in Nederland pleegt te worden opgelegd.
Alles afwegend wordt een gevangenisstraf van lange duur, zoals hierna te noemen, passend en geboden geacht.
VORDERINGEN BENADEELDE PARTIJ / SCHADEVERGOEDINGSMAATREGEL
Als benadeelde partijen hebben zich in het geding gevoegd:
  • [verzekeringsmaatschappij 1], [adres2], ter zake van de onder 7, 8 en 9 tenlastegelegde feiten;
  • [slachtoffer] (de dochter van het slachtoffer [slachtoffer]), [adres 3], ter zake van het onder 2 primair tenlastegelegde feit.
Vordering benadeelde partij [verzekeringsmaatschappij 1]
[verzekeringsmaatschappij 1] vordert een bedrag van € 12.854,02, het totaal bedrag van de ten onterechte gedane verzekeringsuitkeringen.
Nu is komen vast te staan dat aan deze benadeelde partij door de onder 7, 8 en 9 bewezen verklaarde strafbare feiten rechtstreeks schade is toegebracht en de verdachte de gegrondheid van de vordering van de benadeelde partij heeft erkend, zal deze worden toegewezen.
Omdat de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Vordering benadeelde partij [betrokkene 18]
[betrokkene 18] vordert een bedrag van € 36.881,53 aan materiële schade, bestaande uit de kosten van de crematie, de kosten van de priester, gederfde kinderalimentatie en de kosten voor rechtsbijstand.
Nu is komen vast te staan dat aan deze benadeelde partij door het onder 2 primair bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks schade voor een bedrag van € 7.110,60 is toegebracht, te weten de kosten van de crematie en de kosten van de priester, zal de vordering gedeeltelijk – namelijk voor deze posten – worden toegewezen.
De behandeling van het deel van de vordering van de benadeelde partij dat betrekking heeft op de gederfde kinderalimentatie levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De benadeelde partij zal om die reden in zoverre niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Nu de verdachte het strafbare feit onder 2 primair samen met een mededader heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader de benadeelde partij betaalt, is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd.
Nu de vordering van de benadeelde partij deels zal worden toegewezen, zal de verdachte op grond van artikel 592a van het Wetboek van Strafvordering worden veroordeeld in de kosten voor rechtsbijstand door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op € 500,00 (vastgesteld volgens de tarieven van de sector kanton) en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.
TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
Gelet is op de artikelen 36f, 45, 47, 57, 225, 289 en 326 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 68 en 69 van de Algemene wet inzake Rijksbelastingen.
BESLISSING
De rechtbank:
- verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 3, 4, 5 en 6 tenlastegelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
- verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2 (primair), 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15 (primair), 16 en 17 (primair) tenlastegelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
- verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte (ook) daarvan vrij;
- stelt vast dat het bewezenverklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
20 (twintig) jaar, beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
-
wijst de vordering van de benadeelde partij [verzekeringsmaatschappij 1],domicilie kiezende te [adres 2], toe tot een bedrag van
€ 12.854,02en veroordeelt de verdachte dit bedrag tegen kwijting aan deze benadeelde partij te betalen;
- veroordeelt de verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij [verzekeringsmaatschappij 1] gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
-
wijst de vordering van de benadeelde partij [betrokkene 18],wonende te [adres 3], toe tot een bedrag van
7.110,60 en veroordeelt de verdachte dit bedrag tegen kwijting aan de benadeelde partij te betalen, met dien verstande dat indien en voor zover zijn mededader betaalt de verdachte in zoverre van deze verplichting is bevrijd;
- verklaart de benadeelde partij [betrokkene 18] niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt de verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij [betrokkene 18] gemaakt voor rechtsbijstand, tot op heden begroot op € 500,00, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
- legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [betrokkene 18] te betalen
€ 7.110,60; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van
€ 7.110,60vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
65 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
- verstaat dat betaling aan de benadeelde partij [betrokkene 18], waaronder begrepen betaling door zijn mededader, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van deze benadeelde partij en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A.A. Kalk, voorzitter,
en mrs. J.J. van den Berg en N. Doorduijn, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. E. van Hoof, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 28 mei 2014.

Bijlage I bij vonnis van 28 mei 2014:

TEKST (NADER OMSCHREVEN) TENLASTELEGGINGEN
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 2 januari 2013 tot en met 25 februari 2013 te Rotterdam, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [verzekeringsmaatschappij 1] te bewegen tot de afgifte van geld, in elk geval van enig goed, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen,
- een overlijdensrisicoverzekering met ongevallendekking heeft afgesloten op het leven van [slachtoffer] en/of
- heeft geregeld dat de begunstigde van die overlijdensrisicoverzekering met ongevallendekking het bedrijf [bedrijf 1] werd en/of
- ( vervolgens) heeft voorgewend dat die [slachtoffer] is overleden door een overval met gebruikmaking van geweld, de dood ten gevolge hebbend, op die [slachtoffer] door onbekende daders, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) die [slachtoffer] om het leven heeft/hebben gebracht, althans de dood van die [slachtoffer] zelf heeft/hebben veroorzaakt, en/of
- ( vervolgens) een melding heeft gedaan aan [verzekeringsmaatschappij 1], dat die [slachtoffer] was overleden en/of verzocht om de uitkering die hij zou krijgen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij in of omstreeks de periode van 24 februari 2013 tot en met 25 februari 2013 te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade een persoon genaamd [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) opzettelijk en na kalm beraad en rustig overleg,
- een kussensloop over het hoofd van die [slachtoffer] gedaan en/of die kussensloop dichtgetaped om het hoofd van die [slachtoffer] en/of
- die [slachtoffer] aan zijn enkels en/of ellebogen en/of handen getaped en/of
- ( meermalen) met het (dichtgetapede) hoofd van die [slachtoffer] op de grond gebonkt en/of
- een ketting om de nek van die [slachtoffer] gedaan en/of (meermalen) aan die ketting getrokken en/of
- drie, althans een of meer, mes(sen) in de zij, althans het lichaam, van die [slachtoffer] gestoken en/of
- ( althans) een of meer handeling(en) van uitwendig mechanisch geweld op die [slachtoffer] uitgeoefend,
tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden;
subsidiair,
hij in of omstreeks de periode van 24 februari 2013 tot en met 25 februari 2013 te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een persoon genaamd [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) opzettelijk
- een kussensloop over het hoofd van die [slachtoffer] gedaan en/of die kussensloop dichtgetaped om het hoofd van die [slachtoffer] en/of
- die [slachtoffer] aan zijn enkels en/of ellebogen en/of handen getaped en/of
- ( meermalen) met het (dichtgetapede) hoofd van die [slachtoffer] op de grond gebonkt en/of
- een ketting om de nek van die [slachtoffer] gedaan en/of (meermalen) aan die ketting getrokken en/of
- drie, althans een of meer, mes(sen) in de zij, althans het lichaam, van die [slachtoffer] gestoken en/of
- ( althans) een of meer handeling(en) van uitwendig mechanisch geweld op die [slachtoffer] uitgeoefend,
tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden, welke vorenomschreven doodslag werd gevolgd, vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten een poging tot oplichting in vereniging, en welke doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of aan de andere deelnemer(s) straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren;
meer subsidiair,
hij in of omstreeks de periode van 24 februari 2013 tot en met 25 februari 2013 te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een persoon genaamd [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) opzettelijk
- een kussensloop over het hoofd van die [slachtoffer] gedaan en/of die kussensloop dichtgetaped om het hoofd van die [slachtoffer] en/of
- die [slachtoffer] aan zijn enkels en/of ellebogen en/of handen getaped en/of
- ( meermalen) met het (dichtgetapede) hoofd van die [slachtoffer] op de grond gebonkt en/of
- een ketting om de nek van die [slachtoffer] gedaan en/of (meermalen) aan die ketting getrokken en/of
- drie, althans een of meer, mes(sen) in de zij, althans het lichaam, van die [slachtoffer] gestoken en/of
- ( althans) een of meer handeling(en) van uitwendig mechanisch geweld op die [slachtoffer] uitgeoefend,
tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden;
3.
hij in of omstreeks de periode van 24 februari 2013 tot en met 25 februari 2013 te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, aan een persoon genaamd [slachtoffer], opzettelijk en met voorbedachte rade zwaar lichamelijk letsel, heeft toegebracht, door opzettelijk
- een kussensloop over het hoofd van die [slachtoffer] gedaan en/of die kussensloop dichtgetaped om het hoofd van die [slachtoffer] en/of
- die [slachtoffer] aan zijn enkels en/of ellebogen en/of handen getaped en/of
- ( meermalen) met het (dichtgetapede) hoofd van die [slachtoffer] op de grond gebonkt en/of
- een ketting om de nek van die [slachtoffer] gedaan en/of (meermalen) aan die ketting getrokken en/of
- drie, althans een of meer, mes(sen) in de zij, althans het lichaam, van die [slachtoffer] gestoken en/of
- ( althans) een of meer handeling(en) van uitwendig mechanisch geweld op die [slachtoffer] uitgeoefend,
terwijl dat feit de dood van die [slachtoffer] ten gevolge heeft gehad;
4.
hij meermalen althans eenmaal (telkens) in of omstreeks de periode van 18 oktober 2012 tot en met 1 juli 2013 te Rotterdam, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [verzekeringsmaatschappij 2] te bewegen tot de afgifte van 29.906,07 euro en/of tweemaal een onbekend geldbedrag, althans een of meer geldbedrag(en), in elk geval van enig goed, met vorenomschreven oogmerk zakelijk weergegeven valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, (telkens) ten aanzien van de aanrijding op 21 oktober 2012 met de Skoda [kenteken 3]:
- voornoemde aanrijding in scene gezet door een in een aanrijdingsformulier er te doen voorkomen alsof voornoemde aanrijding heeft plaatsgevonden en/of
- te verklaren dat hij, verdachte, en/of zijn mededader [
rechtbank: er is kennelijk een stuk tekst in de tenlastelegging weggevallen]
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5.
[bedrijf 1]
in of omstreeks de periode van 25 oktober 2012 tot en met 8 maart 2013 te Rotterdam en/of te Berkel en Rodenrijs, althans (elders) in Nederland, (meermalen) ter uitvoering van het door [bedrijf 1] en of haar mededader(s) voorgenomen misdrijf om, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (één of meer medewerker(s) van) [verzekeringsmaatschappij 2] te bewegen tot het betalen van twee, althans één of meer, geldbedrag(en), met voren omschreven oogmerk zakelijk weergegeven valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid tezamen en in vereniging met één of meer van haar mededader(s), althans alleen,
Ten aanzien van een Skoda gekentekend [kenteken 3]:
- op 26 oktober 2012 aangifte heeft gedaan van diefstal van voornoemde auto en/of
- in voornoemde aangifte heeft verklaard dat voornoemde auto op donderdag 25 oktober 2012 geparkeerd werd voor het bedrijf [bedrijf 1] aan de [adres 4] en/of
- in voornoemde aangifte heeft verklaard dat voornoemde auto op vrijdag 27 oktober 2012 niet meer voor het bedrijf [bedrijf 1] geparkeerd stond en/of
- in voornoemde aangifte heeft verklaard dat voornoemde auto net gerepareerd was na een aanrijding en/of
- tegenover het recherchebureau van de verzekeringsmaatschappij heeft verzuimd te verklaren dat het voertuig net gerepareerd was na een aanrijding;
Ten aanzien van een Opel Insignia gekentekend [kenteken 4]
- op 8 november 2012 aangifte heeft gedaan van diefstal van voornoemde Opel en/of
- in voornoemde aangifte heeft verklaard dat voornoemde auto was ontvreemd en/of
- tegenover het recherchebureau van de verzekeringsmaatschappij heeft verklaard twee sleutels te hebben ontvangen bij het voertuig en/of
- tegenover het recherchebureau van de verzekeringsmaatschappij heeft verklaard dat het overschrijvingsbewijs van voornoemde auto in bezit van de daders van de diefstal van de auto was en/of
- tegenover het recherchebureau van de verzekeringsmaatschappij heeft verklaard dat er geen financiering berustte op voornoemde auto,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, zulks (telkens) terwijl hij, verdachte, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, tot vermeld(s) feit(en) opdracht heeft gegeven, althans terwijl hij, verdachte, tezamen en in vereniging met (een) ander(en) feitelijke leiding heeft gegeven aan de vorenstaande verboden gedraging(en);
6.
hij in of omstreeks de periode van 21 oktober 2012 tot en met 29 oktober 2012 te Rotterdam, althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [verzekeringsmaatschappij 2] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 29.906,07 euro, in elk geval van een geldbedrag, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- verklaard dat hij, verdachte tijdens een ongeval op 21 oktober 2012 in een auto heeft gezeten en/of
- verklaard dat hij, verdachte, ten gevolge van dat ongeval fysieke en geestelijke schade heeft opgelopen,
waardoor [verzekeringsmaatschappij 2] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
7.
hij op of omstreeks 28 november 2012 te Capelle aan den IJssel, althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, een offerte ziekengeldverzekering dekking daggeld en/of een opgaveformulier ziekengeld 2012/2013, welk(e) geschrift(en) bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft/hebben opgemaakt, althans heeft/hebben vervalst, immers heeft verdachte en/of zijn mededader(s) valselijk en/of in strijd met de waarheid in voornoemd(e) geschrift(en) vermeld en/of doen voorkomen dat [betrokkene 1] als werknemer in dienst was bij [bedrijf 1] en/of (daarmee) een netto maandsalaris van 1.700,-- euro per maand verdiende, terwijl voornoemde [betrokkene 2] in werkelijkheid niet bij [bedrijf 1] in dienst was en/of niet voor [bedrijf 1] heeft gewerkt, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
8.
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2012 tot en met 21 februari 2013 te Rotterdam, althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [verzekeringsmaatschappij 1] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 2.747,76 euro, in elk geval van een geldbedrag, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk zakelijk weergegeven valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- verklaard dat [betrokkene 2] in loondienst werkte bij het bedrijf [bedrijf 1] en/of
- een ziekengeldverzekering voor voornoemde [betrokkene 2] in haar valse hoedanigheid van werkneemster bij het bedrijf [bedrijf 1] afgesloten en/of
- voor voornoemde [betrokkene 2] ingaande 17 december 2012 een ziekmelding heeft/hebben gedaan en/of
- voor voornoemde [betrokkene 2] een claim op basis van voornoemde ziekengeldverzekering heeft/hebben gedaan,
waardoor [verzekeringsmaatschappij 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
9.
hij in of omstreeks de periode van 2 januari 2013 tot en met 2 maart 2013 te Rotterdam, althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [verzekeringsmaatschappij 1] heeft bewogen tot de afgifte van drie, althans één of meer, geldbedrag(en), te weten van 2.451,99 euro (op 17 januari 2013) en/of van 3.834,16 euro (op 2 februari 2013) en/of van 3.820,11 euro (op 2 maart 2013), in elk geval van een geldbedrag, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk zakelijk weergegeven valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
  • verklaard dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) op 2 januari 2013 in zijn, verdachte's, woning is overvallen door drie grote mannen en/of
  • verklaard dat hij door de mannen op zijn hoofd is geslagen en/of dat hij door hen met ducktape aan handen en benen is vastgebonden en/of
- verklaard dat hij verdachte, en/of zijn mededader(s), als gevolg van die overval ernstige psychische problemen ondervond en/of
- verklaard dat hij verdachte, en/of zijn mededader(s), als gevolg van zijn overval een vervanger heeft moeten inhuren en/of
- verklaard dat hij in [bedrijf 1] veel geld verdient en sinds het 2e half jaar van 2012 maandelijks 12.000 euro uit zijn bedrijf haalt en/of
- op 9 januari 2013 schadeaangifte gedaan bij [verzekeringsmaatschappij 1] wegens arbeidsongeschiktheid tegen gevolge van een zware hersenschudding en uitval geheugen,
waardoor [verzekeringsmaatschappij 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
10.
hij op of omstreeks 7 januari 2013 te Rotterdam, althans in het arrondissement Rotterdam, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, aangifte heeft gedaan dat een strafbaar feit was gepleegd, wetende dat dat feit niet was gepleegd, immers heeft verdachte toen aldaar ten overstaan van [verbalisant], hoofdagent van politie te Rotterdam Rijnmond, bureau Zuidplein, opzettelijk in strijd met de waarheid aangifte gedaan van diefstal met geweld en/of afpersing (van welk(e) feit(en) hij, verdachte, op 2 januari 2013 het slachtoffer geweest zou zijn);
11.
hij in of omstreeks de periode van 24 februari 2013 tot en met 4 maart 2013 te Rotterdam, althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [verzekeringsmaatschappij 3] heeft bewogen tot de afgifte 4.718,40 euro, in elk geval van een geldbedrag, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- verklaard dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) op 24 februari 2013 betrokken is/zijn geweest bij een aanrijding tussen de personenauto Opel Astra gekentekend [kenteken 1] ten name gesteld van [medeverdachte] en de personenauto Volkswagen gekentekend [kenteken 2] ten name gesteld van [betrokkene 3] en/of
- verklaard dat de auto van [betrokkene 3] stond geparkeerd en/of
- verklaard dat de auto van [medeverdachte] de geparkeerd staande auto van [betrokkene 3] aan de bestuurderszijde zijkant heeft geraakt en/of
- een of meer aanrijdingsformulieren conform deze verklaring ingevuld en/of
- ( vervolgens) een schademelding gedaan bij [verzekeringsmaatschappij 3] waarin verklaard werd dat voornoemde [medeverdachte] schuldig was aan voornoemde aanrijding en/of aan de geclaimde schade aan de auto van voornoemde [betrokkene 3],
waardoor [verzekeringsmaatschappij 3] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
12.
hij op één of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012 te Rotterdam en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en) en/of (een) rechtsperso(o)n(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) één of meer geschrift(en), waaronder:
A) (een) factuur van [bedrijf 2] d.d. 2 maart 2012 met factuurnr. 1089 en/of met als omschrijving Holland-Suriname lijn incl 5 containerschepen en/of gericht aan [slachtoffer], [bedrijf 3] en/of met totaalbedrag 11.900.000 euro (D-001) en/of;
B) (een) factuur van [bedrijf 2] d.d. 2 februari 2012 met factuurnr 2012-4610-12-4997 SH en/of met als omschrijving Holland-Suriname scheepslijn (incl 5 containerschepen) en/of gericht aan [slachtoffer], [bedrijf 3] en/of met totaalbedrag 11.900.000 euro (D-012) en/of;
C) (een) factuur van [bedrijf 4] d.d. 2 maart 2012 met factuurnr 2012-4997 SH en/of met als omschrijving Holland-Suriname lijn incl 5 containerschepen en/of gericht aan [bedrijf 2] en/of met totaalbedrag 11.900.000 euro (D-002) en/of
D) (een) factuur van [bedrijf 3] d.d. 30 maart 2012 met factuurnr 30928-1248 en/of met als werkzaamheden Koeriersdiensten periode van 16-01-2012 t/m 30-03-2012 en/of met als omschrijving Scheepsbevoorrading en/of 'Paketten ophaaldienst' en/of 'Paketten bezorgen' en/of Nacht en Weekend Toeslag en/of Overige kosten zoals overeengekomen en/of gericht aan [bedrijf 4] en/of met totaalbedrag 115.721 euro (D-017) en/of
E) (een) factuur van [bedrijf 5] d.d. 22 juni 2012 met factuurnr 015 en/of met als omschrijving 5-Jarig contract gebruik/huur scheepslijn NL-SU en/of gericht aan [betrokkene 4], [bedrijf 6] en/of met totaalbedrag 1.056.095 euro (D-059) en/of
F) (een) factuur van [bedrijf 2] d.d. 6 juni 2012 met factuurnr 5010 en/of met als beschrijving (onder meer) overname 6 vrachtwagens en/of gericht aan [betrokkene 5], [bedrijf 7] en/of met totaalbedrag 169.011 euro (D-005) en/of
G) (een) factuur van [bedrijf 2] d.d. 18 mei 2012 met factuurnr 5011 en/of met als beschrijving (onder meer) Overname 12 Vrachtauto's en/of gericht aan [betrokkene 6], [bedrijf 8] en/of met totaalbedrag 1.190.000 euro (D-022) en/of
H) (een) koopovereenkomst d.d. 2 februari 2012 tussen [bedrijf 2] als verkoper en [bedrijf 3] als koper waarbij (onder andere) de Holland-Suriname lijn zal worden overgedragen aan koper voor de somma van 10.000.000 euro (exclusief BTW) (D-013) en/of
I) (een) koopovereenkomst d.d. 2 maart 2012 tussen [bedrijf 4] als verkoper en [bedrijf 2] als koper waarbij (onder andere) de Holland-Suriname lijn zal worden overgedragen aan koper voor de somma van 10.000.000 euro (exclusief BTW) (D-004) en/of
J) (een) huurovereenkomst d.d. 22 juni 2012 tussen [bedrijf 5] als verhuurder en [bedrijf 6] als huurder en/of waarin de Holland-Suriname lijn zal worden verhuurd aan huurder voor de somma van 1.056.095 (inclusief BTW) en/of welke overeenkomst geldt van 22 juni 2012 tot 22 juni 2017 (D-066) en/of
K) (een) mutatieblad met opschrift ING terzake een overschrijving/overboeking op 2 februari 2012 van een bedrag ad 11.900.000 euro van bankrekeningnummer [bankrekening 1] naar bankrekeningnummer [bankrekening 2] en/of met als omschrijving/mededelingen [bedrijf 2], betaling factuurnummer 2012-4610 12-4997 SH (D-014) en/of
L) (een) bankafschrift d.d. 14 augustus 2012 van betaalrekening [bankrekening 3] bij de ING en/of op naam van [bedrijf 6] en/of over de periode 8 juni 2012 tot en met 14 augustus 2012 en/of waarop is vermeld een saldo op 8 juni 2012 van 1.057.118 euro en/of een saldo op 14 augustus 2012 van 0 euro en/of dat het totale bij- en afgeschreven bedrag 1,057.118 euro bedraagt (D-067)
(elk) zijnde (een) geschift(en) die/dat bestemd waren/was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of vervalst en/of valselijk heeft doen opmaken en/of doen vervalsen, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) opzettelijk in strijd met de waarheid op/in één of meer van de/het geschrift(en) vermeld en/of opgenomen dat:
- ( A en/of B en/of C en/of D en/of E en/of F en/of G) er sprake was van (een) levering(en) en/of (een) goed(eren) en/of (een) product(en) en/of (een) verrichte dienst(en) en/of gebruik en/of (ver)huur (van een scheepslijn) en/of (een) bedrag(en) (terzake deze levering(en) en/of (een) goed(eren) en/of (een) product(en) en/of (een) verrichte dienst(en) en/of gebruik en/of (ver)huur (van een scheepslijn)) en/of dat deze/dit bedrag(en) voldaan en/of betaald is/zijn en/of
- ( H en/of I) de Holland-Suriname lijn zal worden overgedragen van (respectievelijk) [bedrijf 4] aan [bedrijf 2] en/of van [bedrijf 2] aan [bedrijf 3] (voor het bedrag van 10.000.000 euro (exclusief BTW)) en/of dat de (5) schepen in het bezit van (respectievelijk) [bedrijf 4] en/of [bedrijf 2] blijven en/of ter beschikking zullen staan tot/aan (respectievelijk) [bedrijf 2] en/of [bedrijf 3] en/of
- ( J) de Holland-Suriname lijn van 22 juni 2012 dan wel 2 juli 2012 tot 22 juni 2017 wordt verhuurd door [bedrijf 5] aan [bedrijf 6] voor een bedrag ad 1.056.095 euro en/of
- ( K) op 2 februari 2012 een bedrag ad 11.900.000 euro is overgeschreven/overgeboekt van bankrekeningnummer [bankrekening 1] naar bankrekeningnummer [bankrekening 2] en/of dat dit ter betaling was van factuurnummer 2012-4610 12-4997 SH en/of
- ( L) op 25 juni 2012 en/of op 26 juni 2012 en/of op 27 juni 2012 en/of op 28 juni 2012 vanaf bankrekeningnummer [bankrekening 3] (steeds) (een) bedrag ad 250.000 euro (in totaal 1.000.000 euro) is overgeschreven en/of overgeboekt aan [bedrijf 5] en/of op 29 juni 2012 een bedrag ad 56.095 euro is overgeschreven en/of overgeboekt aan [bedrijf 5] en/of het totaal bij- en afgeschreven bedrag (over de periode 8 juni 2012 tot en met 14 augustus 2012) op bankrekeningnummer [bankrekening 3], 1.057.118 euro bedraagt en/of het saldo op 8 juni 2012 1.057.118 euro bedraagt
,
zulks (telkens) met het oogmerk om voornoemd(e) geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door (een) ander(en) te doen gebruiken (1-OPV-1 en/of AH-007 en/of AH-009 en/of AH-011 en/of AH-016 en/of AH-030 en/of AH-031);
13.
hij, al dan niet handelend onder de naam [bedrijf 9], (als feitelijk leidinggevende van (onder meer) [bedrijf 2] en/of [bedrijf 3] en/of [bedrijf 4] en/of [bedrijf 5] en/of [bedrijf 6] en/of [bedrijf 7] en/of [bedrijf 8]) op of omstreeks 19 juni 2012 en/of op of omstreeks 9 juli 2012 en/of op of omstreeks 13 juli 2012 en/of op of omstreeks 17 juli 2012, althans op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012, te Rotterdam en/of Apeldoorn, in elk geval (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en) en/of (een) rechtsperso(o)n(en), althans alleen, (telkens) als degene die ingevolge de Belastingwet verplicht was tot het voor raadpleging beschikbaar stellen van boeken, bescheiden en/of (andere) gegevensdragers en/of de inhoud daarvan, opzettelijk deze in valse en/of vervalste vorm voor dit doel ter beschikking heeft gesteld, terwijl dat feit ertoe strekte dat te weinig belasting werd geheven, immers heeft/hebben hij/zij, toen en daar, (in het kader van een boekenonderzoek) (telkens) (een kopie van) (een) geschrift(en), te weten:
A) (een) factuur van [bedrijf 2] d.d. 2 maart 2012 met factuurnr 1089 en/of met als omschrijving Holland-Suriname lijn incl 5 containerschepen en/of gericht aan [slachtoffer] [bedrijf 3]' en/of met totaalbedrag 11.900.000 euro (D-001) en/of;
B) (een) factuur van [bedrijf 2] d.d. 2 februari 2012 met factuurnr 2012-4610-12-4997 SH en/of met als omschrijving Holland-Suriname scheepslijn (incl 5 containerschepen) en/of gericht aan [slachtoffer] [bedrijf 3]' en/of met totaalbedrag 11.900.000 euro (D-012) en/of;
C) (een) factuur van [bedrijf 4] d.d. 2 maart 2012 met factuurnr 2012-4997 SH en/of met als omschrijving Holland-Suriname lijn incl 5 containerschepen en/of gericht aan [bedrijf 2] en/of met totaalbedrag 11.900.000 euro (D-002) en/of
D) (een) factuur van [bedrijf 3] d.d. 30 maart 2012 met factuurnr 30928-1248 en/of met als werkzaamheden Koeriersdiensten periode van 16-01-2012 t/m 30-03-2012 en/of met als omschrijving) Scheepsbevoorrading en/of Paketten ophaaldienst en/of Paketten bezorgen en/of Nacht en Weekend Toeslag en/of Overige kosten zoals overeengekomen en/of gericht aan [bedrijf 4] en/of met totaalbedrag 115.721 euro (D-017) en/of
E) (een) factuur van [bedrijf 5] d.d. 22 juni 2012 met factuurnr 015 en/of met als omschrijving 5-jarig contract gebruik/huur scheepslijn NL-SU en/of gericht aan [betrokkene 4] [bedrijf 6] en/of met totaalbedrag 1.056.095 euro (0-059) en/of
F) (een) factuur van [bedrijf 2] d.d. 6 juni 2012 met factuurnr 5010 en/of met als beschrijving (onder meer) overname 6 vrachtwagens en/of gericht aan [betrokkene 5], [bedrijf 7] en/of met totaalbedrag 169.011 euro (0-005) en/of
G) (een) factuur van [bedrijf 2] d.d. 18 mei 2012 met factuurnr 5011 en/of met als beschrijving (onder meer) Overname 12 Vrachtauto's en/of gericht aan [betrokkene 6], [bedrijf 8] en/of met totaalbedrag 1.190.000 euro (0-022) en/of
H) (een) koopovereenkomst d.d. 2 februari 2012 tussen [bedrijf 2] als verkoper en [bedrijf 3] als koper waarbij (onder andere) de Holland-Suriname lijn zal worden overgedragen aan koper voor de somma van 10.000.000 euro (exclusief BTW) (0-013) en/of
I) (een) koopovereenkomst d.d. 2 maart 2012 tussen [bedrijf 4] als verkoper en [bedrijf 2] als koper waarbij (onder andere) de Holland-Suriname lijn zal worden overgedragen aan koper voor de somma van 10.000.000 euro (exclusief BTW) (D-004) en/of
J) (een) huurovereenkomst d.d. 22 juni 2012 tussen [bedrijf 5] als verhuurder en [bedrijf 6] als huurder en/of waarin de Holland-Suriname lijn zal worden verhuurd aan huurder voor de somma van 1.056.095 (inclusief BTW) en/of welke overeenkomst geldt van 22 juni 2012 tot 22 juni 2017 (0-066) en/of
K) (een) mutatieblad met opschrift ING terzake een overschrijving/overboeking op 2 februari 2012 van een bedrag ad 11.900.000 euro van bankrekeningnummer [bankrekening 1] naar bankrekeningnummer [bankrekening 2] en/of met als omschrijving/mededelingen [bedrijf 2], betaling factuurnummer 2012-4610 12-4997 SH (0-014) en/of
L) (een) bankafschrift d.d. 14 augustus 2012 van betaalrekening [bankrekening 3] bij de ING en/of op naam van [bedrijf 6] en/of over de periode 8 juni 2012 tot en met 14 augustus 2012 en/of waarop is vermeld een saldo op 8 juni 2012 van 1.057.118 euro en/of een saldo op 14 augustus 2012 van 0 euro en/of dat het totale bij- en afgeschreven bedrag 1.057.118 euro bedraagt (D-067) (AH-031 en/of AH-035)
ter beschikking gesteld en/of toegezonden aan (een medewerker van) de Belastingdienst te Rotterdam en/of Haaglanden en/of (elders) in Nederland, in/op welk(e) geschrift(en) (telkens) valselijk - in strijd met de waarheid is vermeld en/of opgenomen dat:
- ( A en/of B en/of C en/of D en/of E en/of F en/of G) er sprake was van (een) levering(en) en/of (een) goed(eren) en/of (een) product(en) en/of (een) verrichte dienst(en) en/of gebruik en/of (ver)huur (van een scheepslijn) en/of (een) bedrag(en) (terzake deze levering(en) en/of (een) goed(eren) en/of (een) product(en) en/of (een) verrichte dienst(en) en/of gebruik en/of (ver)huur (van een scheepslijn)) en/of dat deze/dit bedrag(en) voldaan en/of betaald is/zijn en/of
- ( H en/of I) de Holland-Suriname lijn zal worden overgedragen van (respectievelijk) [bedrijf 4] aan [bedrijf 2] en/of van [bedrijf 2] aan [bedrijf 3] (voor het bedrag van 10.000.000 euro (exclusief BTW)) en/of dat de (5) schepen in het bezit van (respectievelijk) [bedrijf 4] en/of [bedrijf 2] blijven en/of ter beschikking zullen staan tot/aan (respectievelijk) [bedrijf 2] en/of [bedrijf 3] en/of
- ( J) de Holland-Suriname lijn van 22 juni 2012 dan wel 2 juli 2012 tot 22 juni 2017 wordt verhuurd door [bedrijf 5] aan [bedrijf 6] voor een bedrag ad 1.056.095 euro en/of
- ( K) op 2 februari 2012 een bedrag ad 11.900.000 euro is overgeschreven/overgeboekt van bankrekeningnummer [bankrekening 1] naar bankrekeningnummer [bankrekening 2] en/of dat dit ter betaling was van factuurnummer 2012-4610 12-4997 SH en/of
- ( L) op 25 juni 2012 en/of op 26 juni 2012 en/of op 27 juni 2012 en/of op 28 juni 2012 vanaf bankrekeningnummer [bankrekening 3] (steeds) (een) bedrag ad 250.000 euro (in totaal 1.000.000 euro) is overgeschreven en/of overgeboekt aan [bedrijf 5] en/of op 29 juni 2012 een bedrag ad 56.095 euro is overgeschreven en/of overgeboekt aan [bedrijf 5] en/of het totaal bij- en afgeschreven bedrag (over de periode 8 juni 2012 tot en met 14 augustus 2012) op bankrekeningnummer [bankrekening 3], 1.057.118 euro bedraagt en/of het saldo op 8 juni 2012 1.057.118 euro bedraagt (1-OPV-1 en/of AH-007 en/of AH-009 en/of AH-011 en/of AH-016 en/of AH-030 en/of AH-031);
14.
hij, al dan niet handelend onder de naam [bedrijf 9], (als feitelijk leidinggevende van (onder meer) [bedrijf 2] en/of [bedrijf 3] en/of [bedrijf 8] en/of [bedrijf 7] en/of [bedrijf 6]
op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2012 tot en met 30 september 2012, te Rotterdam en/of Apeldoorn, in elk geval (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk (een) bij de Belastingwet voorziende aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten (een) aangifte(n) voor de omzetbelasting ten name van:
A) [betrokkene 7] (handelend onder [bedrijf 2]) over het tijdvak 1e kwartaal 2012 (D-003) en/of
B) [slachtoffer] (handelend onder [bedrijf 3]) over het tijdvak 1e kwartaal 2012 (D-112) en/of
C) [betrokkene 6] (handelend onder [bedrijf 8]) over het tijdvak 2e kwartaal 2012 (D-023) en/of
D) [betrokkene 5] (handelend onder [bedrijf 7]) over het tijdvak 2e kwartaal 2012 (D-027) en/of
E) [betrokkene 4] (handelend onder [bedrijf 6]) over het tijdvak 2e kwartaal 2012 (D-069) en/of
F) [bedrijf 1] over het tijdvak maand juli 2012 (D-070) en/of
G) [bedrijf 1] over het tijdvak maand augustus 2012 (D-071) en/of
H) [bedrijf 1] over het tijdvak maand september 2012 (D-072) en/of
I) [verdachte] over het tijdvak maand mei 2012 (D-113) en/of
J) [verdachte] over het tijdvak maand juni 2012 (D-114) en/of
K) [verdachte] over het tijdvak maand juli 2012 (D-115) en/of
L) [verdachte] over het tijdvak maand augustus 2012 (D-116)
(telkens) onjuist en/of onvolledig heeft/hebben gedaan, althans heeft/hebben doen doen door (een) ander(en), immers heeft /hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) opzettelijk op/in het/de naar de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst te Rotterdam en/of Apeldoorn ingeleverde / gezonden (digitale) aangifte(n) voor de omzetbelasting (telkens) een (te hoog) bedrag aan voorbelasting opgegeven en/of vermeld, en/althans door die/een ander(en) doen of laten opgeven en/of vermelden, terwijl dat/die feit(en) (telkens) ertoe strekte(n) dat te weinig belasting werd geheven;
15.
hij, al dan niet handelend onder de naam [bedrijf 9], op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2008 tot en met 25 juli 2012,
te Rotterdam en/of Apeldoorn, in elk geval (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en) en/of (een) rechtsperso(o)n(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk (een) bij de Belastingwet voorziende aangifte(n), al bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten (een) (digitale) aangifte(n) voor de inkomstenbelasting/premie volksverzekering ten name van:
A) [slachtoffer] over het tijdvak jaar 2011 (D-053 en/of AH-025) en/of
B) [betrokkene 7] over het tijdvak 2011 (D-007 en/of AH-010) en/of
C) [betrokkene 5] over het/de tijdvak(ken) 2008 tot en met 2011 (D-042 en/of 0-043 en/of D-044 en/of D-079 en/of AH-024) en/of
D) [verdachte] over het/de tijdvak(ken) 2009 tot en met 2011(D-035 en/of D-036 en/of D-037 en/of D-038 en/of AH-022),
(telkens) onjuist en/of onvolledig heeft/hebben gedaan, althans heeft/hebben doen doen door (een) ander(en), immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) opzettelijk in strijd met de waarheid op die/dat bij/naar de/een Inspecteur der Belastingen en/of Ambtenaar Belastingdienst /Centrale administratie te Rotterdam en/of Apeldoorn en/of elders in Nederland (digitaal) ingeleverde/gezonden aangifte(n) voor de inkomstenbelasting en/of Premie volksverzekeringen (over genoemd(e) aangiftetijdvak(ken)) (telkens) (een) fictie(f)(ve) bedrag(en) aan loon en/of ingehouden loonheffing en/of reisaftrek en/of (kosten terzake) persoonsgebonden aftrek opgegeven en/of vermeld, en/althans door die/een ander(en) doen of laten opgeven en/of vermelden terwijl dat/die feit(en) (telkens) ertoe strekte(n) dat te weinig belasting werd geheven;
subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, al dan niet handelend onder [bedrijf 9], op één of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 januari 2008 tot en met 25 juli 2012, te Rotterdam en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en) en/of (een) rechtsperso(o)n(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) één of meer geschrift(en), waaronder: (een) (digitale) aangifte(n) voor de inkomstenbelasting als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen) ten name van:
A) [slachtoffer] over het tijdvak 2011 (D-053 en/of AH-025) en/of
B) [betrokkene 7] over het tijdvak 2011 (D-007 en/of AH-010) en/of
C) [betrokkene 5] over het/de tijdvak(ken) 2008 tot en met 2011 (D-042 en/of D-043 en/of D-044 en/of D-079 en/of AH-024) en/of
D) [verdachte] over het/de tijdvak(ken) 2009 tot en met 2011(D-035 en/of D-036 en/of D-037 en/of D-038 en/of AH-022),
(elk) zijnde (een) geschift(en) die/dat bestemd waren/was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of vervalst en/of valselijk heeft doen opmaken en/of doen vervalsen, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) opzettelijk in strijd met de waarheid op/in één of meer van de/het geschrift(en) (telkens) (een) fictie(f)(ve) bedrag(en) aan loon en/of ingehouden loonheffing en/of reisaftrek en/of (kosten terzake) persoonsgehonden aftrek opgegeven en/of vermeld, en/althans door die/een ander(en) doen of laten opgeven en/of vermelden zulks (telkens) met het oogmerk om voornoemd(e) geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door (een) ander(en) te doen gebruiken (1-OPV-1);
16.
hij, al dan niet handelend onder de naam [bedrijf 9], op één of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 juli 2012 tot en met 1 augustus 2012, te Rotterdam en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en) en/of (een) rechtsperso(o)n(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) één of meer geschrift(en), waaronder: (een) (digita(a)le) verzoek(en) voorlopige aanslag inkomstenbelasting/premieheffing ten name van:
A) [betrokkene 7] over het tijdvak 2012 (D-006 en/of AH-010) en/of
B) [slachtoffer] over het tijdvak 2012 (D-054 en/of AH-025) en/of
C) [betrokkene 8] over het tijdvak 2012 (D-040 en/of AH-022) en/of
D) [verdachte] over het tijdvak 2012 (D-039 en/of AH-022),
(elk) zijnde (een) geschift(en) die/dat bestemd waren/was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of vervalst en/of valselijk heeft doen opmaken en/of doen vervalsen, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) opzettelijk in strijd met de waarheid op/in één of meer van de/het geschrift(en):(telkens) (een) fictie(f)(ve) bedrag(en) aan loon en/of reisaftrek en/of (kosten terzake) persoonsgebonden aftrek opgegeven en/of vermeld, en/althans door die/een ander(en) doen of laten opgeven en/of vermelden, zulks (telkens) met het oogmerk om voornoemd(e) geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door (een) ander(en) te doen gebruiken (1-OPV-1);
17.
hij, al dan niet handelend onder de naam [bedrijf 9], op één of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 december 2011 tot en met 5 juli 2012, te Rotterdam en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en) en/of (een) rechtsperso(o)n(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) één of meer geschrift(en), waaronder:
A) (een) contract tussen [familie] als vraagouder en [betrokkene 9]' als gastouder en/of met [bedrijf 10] als bemiddelaar en/of gedateerd 14 december 2011 (D-090) en/of
B) (een) maandoverzicht periode 02-01-2012 t/m 31-01-2012 van [bedrijf 10]en/of terzake oppassen op '[betrokkene 10]' en/of [betrokkene 11]' en/of met de tekst Door u te betalen 2500 euro (D-091) en/of
C) (een) maandoverzicht periode 01-02-2012 t/m 29-02-2012 van [bedrijf 10]en/of terzake oppassen op '[betrokkene 10]' en/of '[betrokkene 11' en/of met de tekst Door u te betalen 2500 euro (D-092) en/of
D) (een) maandoverzicht periode 01-03-2012 t/m 30-03-2012 van [bedrijf 10]en/of terzake oppassen op '[betrokkene 10]' en/of '[betrokkene 11' en/of met de tekst Door u te betalen 2500 euro (D-093) en/of
E) (een) maandoverzicht periode 02-04-2012 t/m 27-04-2012 van [bedrijf 10]en/of terzake oppassen op '[betrokkene 10]' en/of '[betrokkene 11' en/of met de tekst Door u te betalen 2500 euro (D-094) en/of
F) (een) proef plaatsing arbeidsovereenkomst bepaalde tijd tussen [bedrijf 2] als werkgever en/of [betrokkene 8] als werknemer en/of gedateerd 2 januari 2012 (D-096)
(elk) zijnde (een) geschift(en) die/dat bestemd waren/was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of vervalst en/of valselijk heeft doen opmaken en/of doen vervalsen, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) opzettelijk in strijd met de waarheid op/in één of meer van de/het geschrift(en) opgenomen en/of vermeld, en/althans door die/een ander(en) doen of laten opgeven en/of vermelden dat
- ( A) er een contract bestaat tussen de [familie] en [betrokkene 9] en/of de opvang van [betrokkene 10] en/of [betrokkene 11] (de kinderen van verdachte) plaats vindt door [betrokkene 9] in haar woning en/of dat [bedrijf 10] bemiddelaar is (in dit contract) en/of dit contract is ondertekend door [betrokkene 12] van [bedrijf 10] en/of door [familie] en/of door [betrokkene 9] en/of
- ( B t/m E) de/een maandoverzicht(en) afkomstig zijn/is van [bedrijf 10] en/of [betrokkene 9] gastouder is en/of zij (steeds) 500 uren op [betrokkene 10] en/of [betrokkene 11] heeft opgepast en/of het te betalen bedrag (steeds) 2500 euro bedraagt en/of
- ( F) [betrokkene 8] op 2 januari 2012 in dienst treedt bij werkgever [bedrijf 2] voor de duur van 12 maanden en/of een ondertekening/handtekening van [betrokkene 13]
zulks (telkens) met het oogmerk om voornoemd(e) geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door (een) ander(en) te doen gebruiken (1-OPV-1 en/of AH-037),
subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, al dan niet handelend onder de naam [bedrijf 9], op één of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 december 2011 tot en met 5 juli 2012,
te Rotterdam en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en) en/of (een) rechtsperso(o)n(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van dan wel opzettelijk heeft afgeleverd of voorhanden heeft gehad
één of meer van de volgende (afschrift(en) van) (een) geschrift(en):
A) (een) contract tussen [familie]' als vraagouder en [betrokkene 9]' als gastouder en/of met [bedrijf 10] als bemiddelaar en/of gedateerd 14 december 2011 (D-090) en/of
B) (een) maandoverzicht periode 02-01-2012 t/m 31-01-2012 van [bedrijf 10]en/of terzake oppassen op '[betrokkene 10]' en/of '[betrokkene 11' en/of met de tekst Door u te betalen 2500 euro (D-091) en/of
C) (een) maandoverzicht periode 01-02-2012 t/m 29-02-2012 van [bedrijf 10]en/of terzake oppassen op '[betrokkene 10]' en/of '[betrokkene 11' en/of met de tekst Door u te betalen 2500 euro (D-092) en/of
D) (een) maandoverzicht periode 01-03-2012 t/m 30-03-2012 van [bedrijf 10]en/of terzake oppassen op '[betrokkene 10]' en/of '[betrokkene 11' en/of met de tekst Door u te betalen 2500 euro (D-093) en/of
E) (een) maandoverzicht periode 02-04-2012 t/m 27-04-2012 van [bedrijf 10]en/of terzake oppassen op '[betrokkene 10]' en/of '[betrokkene 11' en/of met de tekst Door u te betalen 2500 euro (0-094) en/of
F) (een) proef plaatsing arbeidsovereenkomst bepaalde tijd tussen [bedrijf 2] als werkgever en/of [betrokkene 8] als werknemer en/of gedateerd 2 januari 2012 (0-096)
zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen als ware(n) dat/die geschrift(en) echt en onvervalst, danwel terwijl hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat dit/die geschrift(en) bestemd was/waren voor zodanig gebruik, bestaande dat gebruikmaken dan wel afleveren of voorhanden hebben hierin dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s), dit/deze geschrift(en) (bij brief van 5 juli 2012) aan de Belastingdienst heeft verzonden (D-089 en/of AH-037) (als ware(n) zij echt en onvervalst) en bestaande die valshe(i)d(en) hierin dat in dat/die geschrift(en) (in strijd met de waarheid) was/is vermeld/opgenomen dat
- ( A) er een contract bestaat tussen de [familie] en [betrokkene 9] en/of de opvang van [betrokkene 10] en/of [betrokkene 11] (de kinderen van verdachte) plaats vindt door [betrokkene 9] in haar woning en/of dat [bedrijf 10] bemiddelaar is (in dit contract) en/of dit contract is ondertekend door [betrokkene 12] van [bedrijf 10] en/of door [familie] en/of door [betrokkene 9] en/of
- ( B t/m E) de/een maandoverzicht(en) afkomstig zijn/is van [bedrijf 10] en/of [betrokkene 9] gastouder is en/of zij (steeds) 500 uren op [betrokkene 10] en/of [betrokkene 11] heeft opgepast en/of het te betalen bedrag (steeds) 2500 euro bedraagt en/of
- ( F) [betrokkene 8] op 2 januari 2012 in dienst treedt bij werkgever [bedrijf 2] voor de duur van 12 maanden en/of een ondertekening/handtekening van [betrokkene 13] (1-OPV-1 en/of AH-037).
De in de tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen voor de feiten 12 tot en met 16 worden, voor zover daaraan in de Algemene wet inzake rijksbelastingen bepaalde betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd.