Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 28 augustus 2013 en de daarin genoemde stukken;
- het proces-verbaal van comparitie van 13 januari 2014 en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
- de chalets waren voorzien van wielen;
- de chalets waren door [gedaagde] op percelen grond van Braakman geplaatst op door haar ([gedaagde]) neergelegde stelconplaten waarop zij een stalen fundering had aangebracht;
- de chalets waren door of in opdracht van Braakman aan de onderzijde tot aan de grond afgewerkt zodat de wielen niet meer zichtbaar waren;
- de chalets stonden op vaste standplaatsen;
- door of in opdracht van Braakman zijn rondom de chalets tuinen en terrassen aangelegd;
- door of in opdracht van Braakman zijn bij de chalets schuren geplaatst;
- de chalets waren aangesloten op gas, water, licht en riolering;
- de chalets waren bedoeld voor verkoop of verhuur door Braakman.
“de op haar rustende verplichtingen uit hoofde van de financieringsovereenkomst met Rabobank”(conclusie van antwoord onder 42), maakt dat het handelen van [gedaagde] jegens Rabobank nog niet rechtmatig.
€ 4.000,00(2,0 punten × tarief VI € 2.000,00)