In deze zaak heeft de kantonrechter op 9 december 2014 uitspraak gedaan over de ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de besloten vennootschap Anthura B.V. en de verweerster, die sinds 6 december 2005 in dienst was als assistent onderzoeker. De ontbinding werd verzocht op grond van gewichtige redenen, omdat er een verstoorde arbeidsverhouding was ontstaan na een conflict tussen de verweerster en haar leidinggevende. De kantonrechter oordeelde dat de werkgever, Anthura, onvoldoende inspanningen had geleverd om het conflict op te lossen, wat leidde tot een vertrouwensbreuk. De kantonrechter concludeerde dat de verstoorde arbeidsverhouding voornamelijk aan Anthura te wijten was, omdat zij niet adequaat had gereageerd op de situatie. De rechter kende een vergoeding toe van € 10.600,00 bruto aan de verweerster, maar weigerde een hogere vergoeding toe te kennen, omdat het conflict was begonnen met een misplaatste opmerking van de verweerster. De beslissing hield ook in dat beide partijen de eigen proceskosten moesten dragen. De kantonrechter stelde Anthura in de gelegenheid om haar verzoek in te trekken, met een deadline van 29 december 2014, en bepaalde dat de arbeidsovereenkomst per 1 januari 2015 zou worden ontbonden als het verzoek niet tijdig werd ingetrokken.