ECLI:NL:RBROT:2014:10819

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 november 2014
Publicatiedatum
25 februari 2015
Zaaknummer
C/10/463098 / KG ZA 14-1059
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geldvordering onder polis van kosten Engelse procedure en uitleg van de dekking

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam werd behandeld, vorderden eisers [eiser1] en [eiser2] betaling van kosten die zij hadden gemaakt in een Engelse procedure, onder verwijzing naar een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering bij Allianz. De eisers stelden dat Allianz hen had beloofd de kosten te dekken, terwijl Allianz betwistte dat de gemaakte kosten onder de dekking van de polis vielen. De voorzieningenrechter oordeelde dat er voldoende aanwijzingen waren dat Allianz gehouden was de kosten te vergoeden, gezien de gemaakte afspraken en de relevante e-mails die door [eiser1] waren overgelegd. De rechter benadrukte dat de term 'instrumental' in de context van de gemaakte afspraken objectief moest worden geïnterpreteerd, en dat Allianz de kosten moest vergoeden voor zover deze verband hielden met de bodemprocedures waarin de eisers betrokken waren. De vorderingen van de eisers werden toegewezen, terwijl de vorderingen van Allianz in reconventie werden afgewezen. De rechter veroordeelde Allianz in de proceskosten van de eisers.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/10/463098 / KG ZA 14-1059
Vonnis in kort geding van 25 november 2014
in de zaak van

1.[eiser1],

wonende te [woonplaats], Singapore,
2.
[eiser2],
wonende te [woonplaats],
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. F.M. Peters en mr. J.A.I. Verheul,
tegen
rechtspersoon naar vreemd recht
ALLIANZ GLOBAL CORPORATE & SPECIALITY AG, gevestigd te München, Duitsland,
filiaal houdende te Rotterdam,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. C.E.E.S.M. Spierings en mr. M.H.S. Verhoeven.
Partijen zullen hierna [eiser1], [eiser2] en Allianz genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding, met 13 producties;
  • de conclusie van antwoord, tevens conclusie van eis in reconventie;
  • de mondelinge behandeling;
  • de pleitnota van [eiser1] en [eiser2];
  • de pleitnota van Allianz.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft, zoals reeds ter zitting is medegedeeld, de producties zijdens Allianz buiten beschouwing gelaten. Het betrof een groot pakket producties dat minder dan 24 uur voor de mondelinge behandeling is ingekomen. De wederpartij en de voorzieningenrechter hebben onvoldoende mogelijkheid gehad kennis te nemen van de inhoud van de producties.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser1] was van 2006 tot 16 juli 2012 bestuurder (CEO) van de beursgenoteerde onderneming Fairstar Heavy Transport N.V. (hierna: Fairstar).
2.2.
[eiser2] was van 2010 tot 16 juli 2012 bestuurder (CEO) van Fairstar.
2.3.
Fairstar heeft ten behoeve van [eiser1] en [eiser2] een bestuurdersaansprakelijkheids-verzekering gesloten bij Allianz. De Polis luidt – voor zover van belang – als volgt:
(…)
1.1
Director & Officers
The insurer will pay to or on behalf of an insured person any loss arising from any claim first made against them during the policy period.
(…)
3.2
Claim
- written demands, civil or criminal proceedings, extradition proceedings, regulatory or administrative proceedings against an insured for a wrongful act.
- Any official investigation into the conduct of an insured solely in his capacity as an insured.
- Regulatory or administrative investigations into the conduct of the company in which an insured’s participation is legally required.
- Securities claims
(…)
3.5
Defence costs
- All fees and legal expenses including disbursements, reasonably and necessarily incurred by or on behalf of an insured in the investigation, defence and settlement of claims and appeals thereof: including in respect of extradition proceedings proactive costs incurred for an appeal and separate proceeding tot overturn an extradition order; and
- Costs reasonably incurred by the company for the services of the advisor to avert or minimise the risk of a claim in accordance with extension 2.1.
- Defence costs shall not include overhead or benefit expenses associated with salaries, wages and fees of insured.
(…)
3.16
Loss
Any amounts which an insured is legally liable to pay for settlements, awards for damages, punitive and exemplary damages, awards of costs, statutory interest, defence costs and bail and civil bond expenses.
Loss shall not include punitive or exemplary damages awardes for employment practice liability, fines, penalties, the multiplied portion of multiple damages, taxes or other liabilities which are uninsurable.
(…)
3.33
Wrongful act
(i) Any actual or alleged act, error or omission, by an insured person acting in its capacity as such or any matter imputed to an assured person according tot the law or generally accepted standards, solely because of such capacity. Wrongful act includes actual of alleged employment practice liability and with respect to shareholder derivative actions any proposed act.
(ii) Any actual or alleged act, error or emission, by the company, but solely with respect tot a securities claim.
(…)
2.4.
Dockwise White Marlin B.V. (hierna: Dockwise) heeft Fairstar overgenomen. Het overnameproces is op 16 juli 2012 afgerond en Dockwise is thans 100% aandeelhouder van Fairstar.
2.5.
Tussen Fairstar en Dockwise enerzijds en [eiser1] en [eiser2] anderzijds zijn geschillen ontstaan. Bij de rechtbank Amsterdam zijn thans twee bodemprocedures aanhangig, met de nummers C/13/ 434453 en C/13/53536 (hierna: de bodemprocedures).
In de bodemprocedures vorderen Fairstar en Dockwise onder meer verklaringen voor recht dat [eiser1] en [eiser2] Fairstar onbehoorlijk hebben bestuurd en dat [eiser1] en [eiser2] als bestuurders van Fairstar onrechtmatig hebben gehandeld jegens Dockwise.
2.6.
In Groot Brittannië heeft Fairstar een procedure jegens [eiser1] aanhangig gemaakt teneinde door [eiser1] verstuurde e-mails in haar bezit te krijgen (hierna: de Engelse procedure). Het belang van Fairstar bij deze procedure is gelegen in haar stel- en bewijspositie in de bodemprocedures. [eiser1] wordt in deze procedure bijgestaan door het Engelse advocatenkantoor[kantoor] (hierna:[kantoor])
2.7.
Allianz en [eiser1] hebben op 14 augustus 2013 met elkaar gesproken over dekking van de kosten terzake de Engelse procedure. Allianz heeft de gemaakte afspraak bevestigd in een mail van 15 augustus 2013 (16:00 uur). De mail luidt voor zover van belang:
(…)
It appeared that we had a difference in opinion on the question whether the UK Litigation qualifies as a claim under the D&O Policy. Thereupon, we informed you that we were willing tot provide coverage under the D&O policy if it was clear to us that the e-mails are instrumental to covered claims under the D&O policy against you in you capacity as director.
You then guaranteed us that the e-mails are instrumental tot the covered claims under the P&O policy against you in the so-called Dutch main proceedings despite the fact that Fairstar already had Mr. [eiser2]’s e-mails in its possession. It is simply Fairstar’s and/or Dockwise’s strategy to “destroy” you.
Based on this guarantee, and after consultation with our colleagues in Munich, and further tot previous correspondence, we are willing to provide 100% coverage for you under the terms of the D&O Policy for your defense costs and any loss suffered by you in connection with the UK Email litigation, since in that event your costs qualify as so-called necessary defence costs to avert any loss in connection with covered claims under D&O policy.
(…)
2.8.
[eiser1] heeft de ontvangst van voornoemde mail van Allianz op 15 augustus 2013 om 17:17 uur per mail bevestigd.

3.Het geschil in conventie

3.1.
[eiser1] vordert – na vermindering van eis ten aanzien van het gevorderde onder 2 en 3 ([eiser1]) en 1 ([eiser2]) (punt VI5 pleitaantekeningen) – bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad (kort gezegd) veroordeling van Allianz tot:
betaling van de facturen van[kantoor] met nummers [nummer1] en [nummer2], in totaal GBP 102.273,26, aan[kantoor];
betaling van de factuur van Words at Work met nummer [nummer3] en de factuur van Drenth Legal & Tax met nummer [nummer4], tot het bedrag van
€ 12.289,18 aan Words at Work en Drenth Legal & Tax, waarbij € 771,56 op de factuur van Drenth Legal & Tax in mindering moet worden gebracht);
betaling van de facturen van [kantoor] en [kantoor] met nummers [nummer5], [nummer6], [nummer7], [nummer8] tot het bedrag van € 91.780,59, aan [kantoor] en [kantoor];
met veroordeling van Allianz in de proceskosten, de nakosten daaronder begrepen, en met veroordeling van Allianz in de buitengerechtelijke kosten ad € 6.034,00.
[eiser2] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad – kort gezegd – veroordeling van Allianz tot:
betaling van de facturen van [kantoor] en [kantoor] met nummers [nummer5], [nummer6], [nummer7], [nummer8], tot het bedrag van € 91.780,59 aan [kantoor] en [kantoor];
met veroordeling van Allianz in de proceskosten, de nakosten daaronder begrepen, en met veroordeling van Allianz in de buitengerechtelijke kosten ad € 6.034,00.
3.2.
[eiser1] en [eiser2] hebben aan de vorderingen de toepasselijke polis ten grondslag gelegd. Ten aanzien van het gevorderde onder 1 heeft [eiser1] subsidiair de op 14/15 augustus 2013 gemaakte afspraak ten grondslag gelegd.
[eiser1] stelt hiertoe als volgt:
De vordering sub 1 ziet op de gemaakte kosten voor de Engelse procedure. Allianz is primair op grond van de polis gehouden de kosten te vergoeden, omdat het kosten betreft die te kwalificeren zijn als ‘loss arising from any claim’, waarbij claim volgens de polis inhoudt ‘civil proceedings against an Insured for a wrongful act’.
Subsidiair geldt dat Allianz op 14 augustus 2013 onvoorwaardelijk 100% dekking voor de kosten heeft toegezegd.
Het gevorderde onder 2) betreft vertaalkosten van processtukken ten behoeve van de bodemprocedures. [eiser1] is de Nederlandse taal niet machtig. Het was voor hem van belang op de hoogte te zijn van de inhoud van de conclusie van dupliek. Uitsluitend de relevante delen zijn vertaald. Het betreft kosten die te kwalificeren zijn als ‘reasonably and necessarily incurred costs’ in de zin van de polis, zodat Allianz deze dient te betalen.
Ten aanzien van vordering sub 3 ([eiser1]) en 1 ([eiser2]) stellen [eiser1] en [eiser2] als volgt:
De vordering betreft de betaling van facturen van de Nederlandse advocaten van [eiser1] en [eiser2]. Allianz betaalde eerder 75% van de facturen van de Nederlandse advocaten van [eiser1], zoals was overeengekomen. Toen [eiser1] in gesprek wilde gaan om een hoger percentage af te spreken, is Allianz gestopt met betalen. Dit mocht zij niet doen.
3.3.
Allianz heeft de stellingen van [eiser1] en [eiser2] betwist en voorts een opschortings- en verrekeningsverweer gevoerd. Zij stelt hiertoe dat zij jegens [eiser1] niet is gehouden tot betaling over te gaan, omdat zij de vordering kan verrekenen met een te verwachten toekomstige vordering van Allianz op [eiser1]. Voorts mag zij de betaling van de kosten inzake de procedure in Groot Brittannië opschorten, zolang zij ten aanzien van die procedure van [eiser1] niet de informatie krijgt, die zij wenst. Allianz moet ‘in control’ zijn en is dat door toedoen van [eiser1] niet.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.Het geschil in reconventie en in voorwaardelijke reconventie

4.1.
Allianz vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [eiser1] te veroordelen tot overlegging van alle e-mails die onderwerp zijn van de procedure in Groot Brittannië, alsmede een gemotiveerde opgave van [eiser1] waarin hij uitlegt welke mails naar zijn oordeel instrumenteel zijn voor welke ‘claim’ in de zin van de polis, op straffe van een dwangsom van € 50.000,00 voor iedere dag dat hij in gebreke blijft daaraan te voldoen, met veroordeling van [eiser1] in de kosten van dit geding, de nakosten daaronder begrepen.
4.2.
Allianz heeft aan haar vordering de toepasselijke polis ten grondslag gelegd. Zij stelt hiertoe als volgt. Allianz is op grond van de polis gehouden de ‘reasonably and necessarily incurred costs’ in de zin van de polis te vergoeden. Om te kunnen beoordelen of de kosten redelijkerwijs moesten worden gemaakt, heeft zij er belang bij zelf de e-mails waarop de procedure in Groot Brittanië ziet te beoordelen.
4.3.
Allianz vordert voorts in voorwaardelijke reconventie, voor het geval de vordering van [eiser1] tot betaling aan[kantoor] (deels) zal worden toegewezen, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [eiser1] te verplichten tot het stellen van zekerheid, met veroordeling van [eiser1] in de kosten van dit geding, de nakosten daaronder begrepen.
4.4.
Allianz heeft aan haar vordering het bestaan van een restitutierisico ten grondslag gelegd. Zij stelt hiertoe als volgt:
Indien blijkt dat de e-mails, tegen de afgifte waarvan [eiser1] zich wenste te verweren, niet instrumenteel blijken te zijn voor een ‘claim’ in de zin van de polis, zal een terugbetalingsplicht bestaan voor [eiser1]. Er ontstaat dan een restitutierisico. Allianz heeft er belang bij dat [eiser1] deugdelijke zekerheid stelt voor het geval vast komt te staan dat [eiser1] dat wat Allianz heeft betaald ter zake de procedure in Groot Brittannië aan Allianz dient terug te betalen.
4.5.
[eiser1] heeft de vorderingen betwist.
4.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling

In conventie

5.1.
Met betrekking tot een voorziening in kort geding, bestaande in veroordeling tot betaling van een geldsom, is terughoudendheid op zijn plaats. De rechter zal daarbij niet alleen hebben te onderzoeken of het bestaan van een vordering van de eiser op de gedaagde voldoende aannemelijk is, maar ook of daarnaast sprake is van feiten en omstandigheden die meebrengen dat uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist, terwijl de rechter in de afweging van de belangen van partijen mede zal hebben te betrekken de vraag naar - kort gezegd - het risico van onmogelijkheid van terugbetaling, welk risico kan bijdragen tot weigering van de voorziening.
5.2.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat tussen partijen niet in geschil is dat met betrekking tot de bodemprocedures sprake is van een ‘claim’ waarvoor de polis dekking biedt, omdat sprake is van ‘civil proceedings against an Insured for a wrongful act’.
5.3.
De vraag die allereerst beantwoord moet worden is of ook de door [eiser1] gemaakte (advocaat)kosten voor de Engelse procedure onder die dekking vallen.
De Engelse procedure betreft een exhibitie-procedure vergelijkbaar met de procedure van artikel 843a Rv. De voorzieningenrechter acht voorshands niet aannemelijk dat een dergelijke procedure op zichzelf zich kwalificeert als een “claim” of “loss” zoals bedoeld in artikel 3.2 en 3.16 van de polis. Daar staat echter tegenover dat de exhibitie van stukken onder omstandigheden een zodanig nauwe samenhang met een bodemprocedure waarin wel sprake is van een “claim” en/of “loss” kan hebben dat een redelijke uitleg van de polis ook tot vergoeding van kosten samenhangend met die exhibitie kan nopen.
Wat hiervan echter ook zij, tussen partijen staat vast dat Allianz en [eiser1] ter zake de kosten van de Engelse procedure een (nadere) afspraak hebben gemaakt op 14/15 augustus 2013, zodat getoetst zal worden of aannemelijk is dat Allianz op grond daarvan gehouden kan worden tot betaling over te gaan.
5.4.
Partijen twisten over de betekenis van de zin
‘You (rechtbank, lees: [eiser1]) then guaranteed us that the e-mails are instrumental to the covered claims (…)’in de mail van Allianz.
[eiser1] stelt dat de afspraak werd gemaakt dat 100% dekking zou worden verleend, omdat hij had aangegeven dat de mails belangrijk waren gelet op de bodemprocedures. Hij meent de schriftelijke weergave van de afspraak in de mail van Allianz te hebben mogen begrijpen als bevestiging dat sprake was van dekking. Hij stelt dat hij, gelet op het gesprek van 14 augustus, niet beducht was op een op hem rustende garantieverplichting voortvloeiende uit de mail van Allianz, die inhield dat op enig moment nog vast zou moeten komen te staan dat inderdaad sprake was van relevantie van de betreffende e-mails en hij betwist dat van een door hem gegeven garantie met die betekenis sprake is geweest.
Allianz meent dat uit de mail volgt dat uitdrukkelijk de voorwaarde is overeengekomen dat uitsluitend sprake zou zijn van dekking als de mails ‘instrumental’ zouden zijn. Zij stelt dat zij er twijfels bij heeft of wel sprake is van relevante e-mails voor de bodemprocedures. In het geval de e-mails niet relevant blijken te zijn, zou Allianz – aldus Allianz – blijkens de bepaling in de mail van 15 augustus 2013 niet gehouden zijn de kosten die verband houden met de procedure in Groot Brittannië te voldoen.
5.5.
De voorzieningenrechter acht de uitleg die [eiser1] aan de afspraak geeft voorshands het meest aannemelijk en gaat uit van de juistheid van die uitleg.
Uit de afspraak is af te leiden dat de dekking is toegezegd, omdat [eiser1] aangaf dat de e-mails ‘instrumental’, oftewel mogelijk relevant en/of belangrijk, waren. Kennelijk is thans tussen partijen sprake van een verschil van mening over de betekenis van de term ‘instrumental’. Allianz stelt dat daarvan alleen sprake is indien en voor zover de e-mails voor [eiser1] belastend zijn in de bodemprocedures, terwijl [eiser1] meent dat e-mails reeds ‘instrumental’ zijn indien deze door de wederpartij kunnen worden gebruikt voor het formuleren en onderbouwen van stellingen in die bodemprocedures.
Bij gebrek aan informatie omtrent de bedoeling van partijen bij het gebruik van de term ‘instrumental’ in hun nadere afspraak zal de taalkundige uitleg doorslaggevend dienen te zijn. Volgens gezaghebbende woordenboeken is deze taalkundige betekenis ‘Serving as a means of pursuing an aim’ of ‘very important in helping or causing something to happen or be done’. De voorzieningenrechter begrijpt hieruit dat het begrip ‘instrumental’ objectief uitgelegd dient te worden, in die zin dat Allianz zich heeft verplicht de kosten van [eiser1] te vergoeden indien en voor zover sprake is van e-mails die voor de Fairstar en/of Dockwise relevant kunnen zijn voor het formuleren en/of onderbouwen van hun stellingen in de bodemprocedures. Het kan daarbij in redelijkheid niet van [eiser1] worden verlangd dat hij zelf beoordeelt of en in hoeverre die e-mails inderdaad een onderbouwing van die stellingen vormen, laat staan of die stellingen kunnen, laat staan zullen, leiden tot toewijzing van enige vordering jegens hem in de bodemprocedures.
Dat [eiser1]’ stelling dat sprake was van mogelijk relevante e-mails juist was, volgt eruit dat in de conclusie van repliek in de bodemprocedures uitvoerig is geciteerd uit de e-mails die [eiser1] aan Fairstar heeft moeten overleggen van de Britse rechter. Dit is in het kader van het hiervoor overwogene voldoende om aan te nemen dat sprake was van e-mails die (voor Fairstar en Dockwise) ‘instrumental’ zijn.
Duidelijk is dat [eiser1] zelf van mening is dat hij als bestuurder van Fairstar juist heeft gehandeld. Het is echter voor hem niet mogelijk om zeker te weten dat de eisende partijen en de rechters in de bodemprocedures er ook zo over denken. Daarom is begrijpelijk dat [eiser1], al dan niet op advies van zijn advocaten, als strategie voert dat hij niet alle e-mails zomaar wenst over te leggen. Dit bijt niet met [eiser1] eigen stellingen, zoals Allianz wel heeft betoogd.
Gelet op de onzekerheid ten aanzien van de conclusies die de wederpartijen en rechters zouden trekken uit de inhoud van de mails, is niet aannemelijk dat in de afspraak tussen [eiser1] en Allianz een garantie ligt besloten dat (achteraf) sprake zou moeten blijken te zijn geweest van belastende e-mails.
In het geval Allianz heeft bedoeld een garantieverplichting van [eiser1], zoals door haar betoogd, overeen te komen, mocht overigens van haar verwacht worden dat zij nader zou omschrijven op welke wijze, op welk moment en door wie beoordeeld zou worden of sprake was van ‘instrumental’ e-mails. Dat hieraan geen woorden zijn gewijd, duidt erop dat niet bedoeld werd een garantie overeen te komen, maar aan te sluiten bij het gesprek met [eiser1] waarin hij, zoals hij ter zitting heeft aangegeven, heeft benoemd dat de e-mails belangrijk en mogelijk relevant waren gelet op de bodemprocedures.
5.6.
Het voorgaande brengt met zich mee dat voldoende aannemelijk is dat Allianz gehouden kan worden de kosten die [eiser1] heeft moeten maken voor de Engelse procedure te vergoeden. Zij heeft de eerder gemaakte kosten vergoed, en zal ook de latere kosten moeten vergoeden voor zover in overeenstemming met de overige polisvoorwaarden.
5.7.
Allianz heeft nog gesteld dat de Engelse procedure thans uitsluitend ziet op mails van[betrokkene], die niet zien op dezelfde zaak. Dit standpunt volgt de voorzieningenrechter niet. Het is voldoende aannemelijk dat alle mails waarvan de afgifte wordt geëist in de Engelse procedure worden geëist gelet op de bodemprocedures. Dat het mails betreft die betrekking hebben op de ‘normal course of business by the Fairstar IT Team’ doet hier niet aan af. Allianz heeft onvoldoende aangevoerd om van een andere bedoeling van Fairstar uit te gaan. Dit betekent dat ook dit verweer niet afdoet aan de verplichting van Allianz de kosten te voldoen.
5.8.
Voor zover Allianz heeft aangevoerd dat zij niet gehouden zou zijn de facturen van[kantoor] te betalen, zolang [eiser1] niet concreet zou uitleggen welke e-mails instrumenteel zouden zijn voor claims onder de polis, geldt dat deze plicht niet uit de gemaakte afspraak is af te leiden, zodat ook geen sprake kan zijn van een opschortingsrecht op grond hiervan.
5.9.
De vordering onder sub 1 zal derhalve worden toegewezen.
De voorzieningenrechter heeft bij zijn beslissing meegewogen dat ter zake van deze vordering, net als voor de andere vorderingen, gemotiveerd is gesteld dat een onmiddellijke voorziening is vereist, terwijl door Allianz haar stelling dat sprake is van een restitutierisico niet is onderbouwd en van aanknopingspunten daarvoor ook niet is gebleken.
5.10.
Voor zover Allianz heeft aangevoerd dat zij ‘in control’ dient te zijn ter zake de Engelse procedure, maar dit door toedoen van de Britse advocaten van [eiser1] niet is, geldt dat dit geen verweer is dat in het kader van de betaling van de facturen kan worden gevoerd. Dit aspect speelde met name aan het begin van de procedure in Groot Brittannië een rol toen een strategie werd gekozen, en kan niet nadat een afspraak is gemaakt over het percentage dekking alsnog worden aangevoerd als reden om niet te betalen. Dit laat onverlet de contractuele verplichtingen van [eiser1] ter zake voor de toekomst.
5.11.
De vordering onder sub 2 is niet gemotiveerd weersproken, zodat deze wordt toegewezen. Het betreft kosten gemaakt in de bodemprocedures, ten aanzien waarvan geldt dat de gemaakte kosten vallen onder de dekking op grond van de toepasselijke polis. [eiser1] en [eiser2] hebben ter zitting voldoende duidelijk toegelicht waarom twee vertaalbureau’s zijn ingezet en dat vertaalkosten dienen te worden gemaakt, omdat [eiser1] de Nederlandse taal niet machtig is, ligt voor de hand en de noodzaak hiertoe is op zichzelf niet weersproken.
5.12.
Dan vorderen [eiser1] en [eiser2] betaling van de facturen van hun Nederlandse advocaten terzake de bodemprocedures.
Tussen partijen staat vast dat in beginsel sprake is van kosten die onder de dekking op grond van de toepasselijke polis vallen, en dat Allianz eerder, zoals afgesproken met [eiser1] en [eiser2] 75% van deze kosten vergoedde.
Allianz is gestopt met de betaling van de advocaatkosten, nadat [eiser1] en [eiser2] aangaven dat een hoger percentage diende te worden overeengekomen. Allianz meent dat nu de onderbouwing van dat standpunt door [eiser1] en [eiser2] lang op zich liet wachten, en een reactie vervolgens uitbleef, zij niet langer gehouden was te betalen. Dit standpunt is onjuist. Allianz heeft onvoldoende duidelijk aangegeven op grond waarvan zij haar verbintenissen voortvloeiend uit de afspraak om 75% te betalen niet meer behoefde na te komen. Het uitblijven van een onderbouwing van het verzoek om een hoger percentage te vergoeden kan bezwaarlijk als schuldeisersverzuim worden aangemerkt. Zolang geen overeenstemming bestond over een ander vergoedingspercentage, moest zij conform de oude afspraak doorgaan met betalen, andere - niet gestelde - omstandigheden daargelaten.
5.13.
Voor zover Allianz de verschuldigdheid van de betaling van de facturen betwist, overweegt de voorzieningenrechter als volgt. Allianz beroept zich op de tussen verzekeraars en advocaten ‘gebruikelijke afspraak’ dat per pagina processtuk maximaal een ‘x’ bedrag in rekening mag worden gebracht. De facturen van [bureau] zouden uitgaande van die afspraak met € 30.000,00 dienen te worden gematigd.
Tussen partijen staat vast dat in beginsel sprake is van kosten die, in elk geval ten aanzien van de 75% van de factuurbedragen zoals gevorderd, onder de dekking op grond van de toepasselijke polis vallen. Vaststaat dat over het percentage van 75% overeenstemming bestond.
Daarentegen is niet gesteld of gebleken dat voorafgaand aan het uitvoeren van de werkzaamheden is gesproken over een maximum tarief dat door de betreffende advocaten in rekening mocht worden gebracht, en staat derhalve voorshands vast dat een dergelijke afspraak niet is gemaakt.
5.14.
De voorzieningenrechter acht het gelet op het voorgaande voldoende aannemelijk dat de vordering tot betaling van de facturen van [bureau] door de rechter in een bodemprocedure zouden worden toegewezen, zodat de vordering tot betaling van de facturen van [bureau] voor toewijzing vatbaar is, tenzij het beroep op verrekening of het beroep op opschorting slaagt.
5.15.
Voor de beoordeling van het beroep op verrekening, dient de (tegen)vordering van Allianz te worden beoordeeld. Allianz heeft aan haar vordering de afspraak van 14/15 augustus 2013 ten grondslag gelegd en heeft in dit verband het volgende gesteld:
Allianz heeft de kosten voor de Engelse procedure uitsluitend vergoed op basis van de door [eiser1] verstrekte garantie. Die garantie is geschonden, zodat Allianz een vordering heeft op [eiser1].
5.16.
Zoals hiervoor is overwogen dient er vanuit te worden gegaan dat de afspraak van 14/15 augustus 2013 geen afdwingbare door [eiser1] gegeven garantie met de door Allianz gestelde inhoud inhield. Dit betekent dat geen sprake kan zijn van tekortschieten door [eiser1] in de nakoming van een dergelijke verplichting. Er is dus geen rechtsgrond voor de gestelde vordering, zodat het beroep op verrekening niet slaagt.
5.17.
Nu zowel [eiser1] als [eiser2] betaling van dezelfde facturen vorderen en beiden voorts een proceskostenveroordeling vorderen, zullen uitsluitend de vorderingen van [eiser1] worden toegewezen.
5.18.
De gevorderde buitengerechtelijke kosten worden afgewezen, nu ten aanzien hiervan onvoldoende spoedeisend belang aanwezig kan worden geacht.
In reconventie
5.19.
Allianz wenst van [eiser1] alle mails te krijgen die onderwerp zijn van de Engelse procedure. [eiser1] heeft ter zitting verklaard dat Allianz inmiddels alle mails die hij aan Fairstar heeft overgelegd, aan Allianz heeft toegezonden. Allianz heeft dit niet gemotiveerd betwist, zodat er in dit kort geding vanuit dient te worden gegaan dat Allianz reeds over de gevorderde e-mails beschikt.
5.20.
Allianz vordert voorts een toelichting van [eiser1], waarin hij concreet motiveert welke mails volgens hem instrumenteel zijn. Gelet op hetgeen in conventie is overwogen, is dit deel van de vordering niet toewijsbaar. Uit de overgelegde afspraak is een dergelijke plicht niet af te leiden en onduidelijk is op grond waarvan Allianz er belang bij zou hebben dat per e-mail afzonderlijk wordt vastgesteld of die (achteraf) in de door haar daaraan gegeven betekenis relevant moet worden geacht.
5.21.
De (voorwaardelijk) gevorderde veroordeling tot het stellen van zekerheid zal worden afgewezen. Gelet op de beoordeling in conventie is onvoldoende aannemelijk dat sprake zal zijn van een terugbetalingsverplichting zoals door Allianz gesteld. Dit betekent dat bij toewijzing van de vordering teveel vooruit zou worden gelopen op een onzeker en speculatief toekomstig oordeel van een rechter in een eventuele bodemzaak.
In conventie en in reconventie
5.22.
Allianz zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van [eiser1] en [eiser2] worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser1] worden begroot op:
- dagvaarding € 93,80
- griffierecht € 282,00
- salaris advocaat €
1224,00
Totaal € 1.599,80.
Vanwege de samenhang van de vorderingen in conventie en in reconventie is het salaris voor de reconventie gehalveerd.
De nakosten zullen voorwaardelijk worden toegewezen als hierna vermeld.

6.De beslissing

De voorzieningenrechter,
In conventie
6.1.
gebiedt Allianz om binnen vijf (5) werkdagen na de datum van dit vonnis de door[kantoor] verstuurde facturen met nummers [nummer1] en [nummer2] met een totaalbedrag van GBP 102.273,26 rechtstreeks aan[kantoor] te betalen (productie 6 bij dagvaarding);
6.2.
gebiedt Allianz om binnen vijf (5) werkdagen na de datum van dit vonnis de door Words at Work en Drenth Legal & Tax verzonden facturen met nummers met nummer [nummer3] en [nummer4], tot het bedrag van € 12.289,18, rechtstreeks aan Words at Work en Drenth Legal & Tax te betalen (productie 7 bij dagvaarding);
6.3.
gebiedt Allianz om binnen vijf (5) werkdagen na de datum van dit vonnis de door
[kantoor] en [kantoor] verzonden facturen met nummers [nummer5], [nummer6], [nummer7], [nummer8], tot het bedrag van € 91.780,59, aan [kantoor] en [kantoor] te betalen (productie 8 bij dagvaarding);
In reconventie
6.4.
wijst de vorderingen af
In conventie en in reconventie
6.5.
veroordeelt Allianz in de kosten van dit geding, tot op heden aan de zijde van [eiser1] en [eiser2] begroot op € 1.599,80;
6.6.
veroordeelt Allianz, indien Allianz niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de veroordeling voldoet, tot betaling van € 131,-- aan nakosten, verhoogd met € 68,-- aan betekeningskosten in het geval betekening van de executoriale titel plaatsvindt;
6.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.8.
wijst het meer of anders gevorderde af;
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. van den Hurk en in het openbaar uitgesproken op 25 november 2014.
1634/427