ECLI:NL:RBROT:2014:10263
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake alcoholslotprogramma en ongeldigverklaring rijbewijs
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 19 december 2014 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een bezwaar tegen de ongeldigverklaring van het rijbewijs van verzoeker en de oplegging van een alcoholslotprogramma (ASP). Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) van 21 augustus 2014, waarin zijn rijbewijs ongeldig werd verklaard na het vaststellen van een hoog ademalcoholgehalte van 685 µg/l. Verzoeker vreesde voor het verlies van zijn baan als matroos, waarvoor hij zijn rijbewijs nodig had, en vroeg de voorzieningenrechter om het besluit te schorsen.
De voorzieningenrechter overwoog dat de brief van de minister van Infrastructuur en Milieu van 10 oktober 2014, waarin onduidelijkheid bestond over de behandeling van lopende ASP-zaken, niet voldoende steun bood voor de schorsing van het besluit. De voorzieningenrechter voerde een belangenafweging uit en concludeerde dat het belang van verkeersveiligheid zwaarder woog dan het ongemak dat verzoeker zou ondervinden door het ongeldig verklaren van zijn rijbewijs. De voorzieningenrechter merkte op dat verzoeker geen auto bezat en dat de kosten voor het ASP nog niet waren gemaakt, waardoor er geen onomkeerbare stappen waren gezet.
Uiteindelijk werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, en werd er geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.