In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 19 december 2014, betreft het een geschil tussen eiseres, een werkloze vrouw uit Leerdam, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres had een WW-uitkering ontvangen, maar deze werd herzien en een bedrag aan teveel ontvangen uitkering werd teruggevorderd. De rechtbank behandelt meerdere besluiten van het UWV, waaronder de herziening van de uitkering over verschillende periodes en de oplegging van boetes wegens het niet correct doorgeven van gewerkte uren. Eiseres had in de periode van 9 januari 2012 tot en met 27 mei 2012 en van 7 januari 2013 tot en met 10 maart 2013 niet alle gewerkte uren correct doorgegeven, wat leidde tot de herziening van haar uitkering en de terugvordering van bedragen. Eiseres stelde dat zij zich had ingespannen om alle informatie door te geven en dat er sprake was van een computerstoring die haar benadeelde. De rechtbank oordeelt dat eiseres haar inlichtingenverplichting heeft geschonden en dat het UWV terecht is overgegaan tot herziening en terugvordering. De rechtbank matigt de boete die aan eiseres is opgelegd tot 50% van het oorspronkelijke bedrag, omdat er geen sprake was van opzet of grove schuld. De rechtbank verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond, vernietigt het bestreden besluit voor zover het de boete betreft, en stelt de boete vast op € 301,15. Tevens wordt het griffierecht vergoed en worden de proceskosten aan eiseres vergoed.