Rechtbank Rotterdam
Parketnummers: 10/755000-12 en 10/775500-13
Datum uitspraak: 11 december 2014
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres verdachte]
raadsvrouw mr. T. Arkesteijn, advocaat te Rotterdam.
ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING
Gelet is op het onderzoek op de terechtzittingen van 13 november 2014 en 11 december 2014.
TENLASTELEGGING
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen, zoals de dagvaarding met parketnummer 10/755000-12 op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht. Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis.
EIS OFFICIER VAN JUSTITIE
De officier van justitie mr. J.M. Bonnes heeft gerekwireerd tot:
- vrijspraak van het onder 2 primair en 3 ten laste gelegde op de dagvaarding met parketnummer 10/755000-12;
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 subsidiair, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10 primair ten laste gelegde op de dagvaarding met parketnummer 10/755000-12 en het ten laste gelegde op de dagvaarding met parketnummer 10/775500-13;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van voorarrest.
MOTIVERING VRIJSPRAKEN
Feit 1 op de dagvaarding met parketnummer 10/755000-12.
De verdachte heeft dit feit ontkend en de raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit aangezien er geen enkel bewijs is dat de verdachte daadwerkelijk de website van [bedrijf 1] is binnengedrongen en/of gegevens daarvan heeft gekopieerd.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Vaststaat dat de verdachte de website van [bedrijf 1] op verschillende momenten, op verschillende dagen, heeft gescand op kwetsbaarheden. Dit betekent echter nog niet dat hij het systeem is binnengedrongen. Uit de ter terechtzitting gegeven toelichting van deskundige [naam] blijkt dat niet iedere vorm van scannen ook meteen meebrengt dat het gescande computersysteem wordt binnengedrongen. Dat kan, maar hangt af van het soort scan, zo blijkt uit zijn toelichting. Nu niet duidelijk is welke scans de verdachte heeft uitgevoerd, is de omstandigheid dat de verdachte heeft gescand, niet voldoende voor een bewezenverklaring.
De vraag is of dit anders wordt doordat op de computers van de verdachte een excel-bestand is gevonden met gebruikersnamen en wachtwoorden toebehorende aan klanten van [bedrijf 1] en een logbestand d.d. 30 augustus 2011 van het programma WebCruiser. Uit dat logbestand blijkt dat op 30 augustus 2011 een aanval is uitgevoerd op de website www.[bedrijf 1].nl en dat toen gebruikersgegevens zijn opgeslagen die volledig overeenstemmen met de gegevens uit het excel-bestand (zie p. 17-18 van het zaaksdossier). De naam van het logbestand en het path waarop deze is opgeslagen, komen overeen met de wijze waarop WebCruiser logbestanden opslaat, zo leidt de rechtbank af uit het aanvullende proces-verbaal met documentnummer 14102915170lG.
De verdachte heeft bij de rechter-commissaris en ter terechtzitting verklaard dat hij het excel-bestand en het logbestand van Pastebin.com heeft gehaald. Voorts heeft de verdachte verklaard dat hij gekeken heeft of de gegevens van Pastebin.com klopten met die van de website van [bedrijf 1], waarna hij weer heeft uitgelogd. De verdachte ontkent dat hij misbruik heeft gemaakt van deze gegevens, door bijvoorbeeld een bestelling te plaatsen.
Over dit verweer wordt als volgt overwogen. Uit het rapport van [naam] blijkt dat pastebin.com – hoewel volgens het reglement niet toegestaan – mede wordt gebruikt door hackers om informatie te delen. Er ontbreekt technisch onderzoek waaruit de rechtbank met voldoende zekerheid kan oordelen dat het excel-bestand en het log-bestand niet inderdaad van Pastebin.com zouden kunnen komen. Zo past de bestandsnaam en het path wel binnen het door de officier van justitie geschetste scenario, maar de verdachte verklaarde op zitting dat hij de bestanden als rar-bestand heeft gedownload van Pastebin.com. Gelet op de uitleg die over het uitpakken en opslaan van dit soort bestanden is gegeven in voornoemd aanvullend proces-verbaal, kan de rechtbank niet vaststellen dat het scenario van de verdachte op dit punt niet juist kan zijn.
Al met al kan niet met voldoende zekerheid vastgesteld worden dat de verdachte de website van [bedrijf 1] is binnengedrongen en daar gebruikersgegevens heeft gedownload. Hij wordt daarom van feit 1 vrijgesproken.
Feit 2 primair en feit 3 op de dagvaarding met parketnummer 10/755000-12.
Het onder 2 primair en 3 ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen, zodat de verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken.
De officier van justitie heeft hiertoe gerekwireerd, terwijl het eveneens is bepleit door de raadsvrouw. De rechtbank zal deze vrijspraken dan ook niet nader motiveren.
Feit 10 op de dagvaarding met parketnummer 10/755000-12.
De verdachte heeft dit feit ontkend en de raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit.
Anders dan de officier van justitie heeft betoogd acht de rechtbank in het dossier te weinig wettige bewijsmiddelen voorhanden om tot bewezenverklaring van dit feit te kunnen komen, zodat de verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken.
Het onder 10 primair, 10 subsidiair en 10 meer subsidiair ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen, zodat de verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken.
BEWEZENVERKLARING
Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het onder 2 subsidiair, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 op de dagvaarding met parketnummer 10/755000-12 en het op de dagvaarding met parketnummer 10/755000-13 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
De dagvaarding met parketnummer 10/755000-12
2 subsidiair
hij op één of meer tijdstippen in de periode van 12 december 2011 tot en met 14 december 2011 te in Nederland,
ter uitvoering van het door hem verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk en wederrechtelijk in een of meer geautomatiseerde werken voor opslag of verwerking van gegevens, te weten de webserver en/of website en/of netwerk van het bedrijf [bedrijf 2] (met de naam www.[bedrijf 2].nl), althans in een deel daarvan,
- binnen te dringen,
(onder meer) gebruik heeft gemaakt van een software programma, te weten het software programma Acunetix danwel een ander software programma, welk programma gebruikt wordt om kwetsbaarheden in websites op te sporen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij in de periode van 27 september 2011 tot en met 07 oktober 2011 te Rotterdam met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een of meer listige kunstgrepen, [bedrijf 3] heeft bewogen tot de afgifte van zesduizend (6000) kilo Chinees Hardsteen Romaans verband (tegels, ter waarde van 2073,25 euro),
hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven – valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- aan een medewerker van die [bedrijf 3] een betalingsbewijs gemaild, te weten een printscreen van een overschrijving van een bedrag van 2073,25 euro, op naam van [bedrijf], welke betaling nooit daadwerkelijk is uitgevoerd, waardoor (een medewerker van) [bedrijf 3] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
5.
hij in de periode van 30 oktober 2010 tot en met 18 februari 2011, te Rotterdam, althans in Nederland, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse
hoedanigheid en door een of meer listige kunstgrepen en
/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels, kredietverstrekker [bedrijf 4] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag,
hebbende hij, verdachte, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- op naam van een ander, te weten [benadeelde 1], een kredietaanvraag ingediend bij [bedrijf 4] en
- van [benadeelde 1] een kopie legitimatiebewijs en
/ofeen kopie bankpas verkregen en
- deze kredietovereenkomst ondertekend met de naam van die [benadeelde 1] en ten behoeve van de kredietaanvraag een kopie van dit identiteitsbewijs van die [benadeelde 1] geretourneerd waardoor die [bedrijf 4] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
6.
hij in de periode van 28 mei 2011 tot en met 8 juli 2011, te Rotterdam, althans elders in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een of meer listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels,
kredietverstrekker [bedrijf 4] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag,
hebbende hij, verdachte, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- op naam van een ander, te weten [benadeelde 2], een kredietaanvraag ingediend bij [bedrijf 4]
- van voornoemde [benadeelde 2] een kopie legitimatiebewijs en een kopie bankpas verkregen en
- deze kredietovereenkomst ondertekend met de naam van die voornoemde [benadeelde 2] en ten behoeve van de kredietaanvraag een kopie van dit identiteitsbewijs van die [benadeelde 2] geretourneerd waardoor die [bedrijf 4] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
7.
in de periode van 4 januari 2011 tot en met 18 januari 2011 te Rotterdam, althans in Nederland, meermalen, telkens, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse
hoedanigheid en door een of meer listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels,
- [ bedrijf] en/of [bedrijf] en/of [bedrijf] en/of [bedrijf] heeft bewogen tot de afgifte van een telefoon/toestel (te weten een Blackberry 9800 Torch, ter waarde van 481,= euro) met daaraan gekoppelde abonnement, en
- [ bedrijf] en/of [bedrijf] en/of [bedrijf] en/of [bedrijf] heeft
bewogen tot afgifte van een telefoon/toestel (te weten een Apple Iphone 4 16GB ter waarde van 727,= euro) met daaraan gekoppelde abonnement), hebbende hij, verdachte, telkens met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven -
valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid telkens
- van [benadeelde 3] een kopie legitimatiebewijs en een kopie bankpas verkregen en
- zich voorgedaan als voornoemde [benadeelde 3] en gebruik gemaakt van deze
identificerende gegevens van voornoemde [benadeelde 3] en
- daarbij een kopie van betaalpas en identiteitsbewijs van voornoemde [benadeelde 3] overgelegd en
-een abonnement afgesloten met bijbehorende telefoon/toestel op naam van voornoemde [benadeelde 3] waardoor [bedrijf] en/of [bedrijf] en/of [bedrijf] en/of [bedrijf] en/of [bedrijf] en/of [bedrijf] werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
8.
in de periode van 27 mei 2011 tot en met 18 augustus 2011 in Nederland, meermalen, telkens, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [ bedrijf] en/of [bedrijf] en/of [bedrijf] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van een telefoon/toestel (te weten een Apple Iphone 4 16GB) met daaraan gekoppelde abonnement, in elk geval van enig goed, en
- Vodafone heeft bewogen tot afgifte van een telefoon/toestel (te weten een Apple Iphone 4 16BG) met daaraan gekoppelde abonnement), in elk geval van enig goed, hebbende hij, verdachte, telkens met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid telkens
- van [benadeelde 4] een kopie legitimatiebewijs en een kopie bankpas verkregen en
- zich voorgedaan als voornoemde [benadeelde 4] en gebruik gemaakt van deze
identificerende gegevens van voornoemde [benadeelde 4] en
- daarbij een kopie van betaalpas en
/ofidentiteitsbewijs van voornoemde [benadeelde 4] overgelegd en
- een abonnement afgesloten met bijbehorende telefoon/toestel op naam van voornoemde [benadeelde 4] waardoor [bedrijf] en/of [bedrijf] en/of [bedrijf] werd(en) bewogen tot
bovenomschreven afgifte;
9.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode of 07 juli 2011 tot en met 08 juli 2011 in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een of meer listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 5] en/of [bedrijf benadeelde 5] te bewegen tot de afgifte van vijftig (50) kazen (ter waarde van 4.478,50 euro), met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- zich voorgedaan als [bedrijf 5] en
- een bestelling van vijftig kazen geplaatst namens [bedrijf 5] en
- aan [benadeelde 5] en/of [bedrijf benadeelde 5] een betalingsbewijs gemaild, te weten een printscreen van een overschrijving van een bedrag van 4478,50 euro op rekeningnummer van [bedrijf benadeelde 5], welke betaling nooit daadwerkelijk is uitgevoerd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
De dagvaarding met parketnummer 10/775500-13
hij in de periode van 19 september 2011 tot en met 6 maart 2012 te Rotterdam, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een of meer listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [bedrijf] en/of [bedrijf], heeft/hebben bewogen tot de afgifte van een computer/laptop (te weten een laptop HP 630 notebook) met daaraan gekoppelde abonnement, hebbende hij, verdachte, met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- van [benadeelde 6] een kopie legitimatiebewijs en een kopie bankpas verkregen en
- zich voorgedaan als voornoemde [benadeelde 6] en gebruik gemaakt van deze identificerende gegevens van voornoemde [benadeelde 6] en
- daarbij een kopie van betaalpas en identiteitsbewijs van voornoemde [benadeelde 6] overgelegd en
- een abonnement afgesloten met bijbehorende computer/laptop op naam van die [benadeelde 6] waardoor [bedrijf] en/of [bedrijf] werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.
BEWIJSMOTIVERING
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan is gegrond op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende daartoe redengevende feiten en omstandigheden. De bewijsmiddelen en de voor de bewezenverklaring redengevende inhoud daarvan zijn weergegeven in de aan dit vonnis gehechte bijlage II. Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis.
NADERE BEWIJSOVERWEGINGEN
Ten aanzien van feit 2 subsidiair op de dagvaarding met parketnummer 10/755000-12.
Het standpunt van de verdediging.
De verdachte heeft verklaard dat hij in het kader van een onderzoek een honderdtal websites meermalen heeft gescand op zwakheden en dat de website van [bedrijf 2] daar kennelijk één van was. Hiervoor gebruikte hij het programma Acunetix.
De verdachte heeft voorts verklaard dat hij dit onderzoek deed omdat in de krant/media verschillende percentages werden genoemd van zwakke sites, hij wilde onderzoeken om welk percentage het daadwerkelijk ging. Het was niet de bedoeling van de verdachte om in te breken. De raadsvrouw heeft aangevoerd dat alleen kan worden vastgesteld dat er sprake is geweest van een scan op zwakheden, dat uit de loggegevens blijkt dat de zwakheden Cross Site Scripting en Directory traversal zijn aangetroffen, maar niet dat zij gebruikt zijn. De raadsvrouw heeft bepleit dat de verdachte dient te worden vrijgesproken.
De rechtbank overweegt het volgende.
Gelet op de bewijsmiddelen kan bewezen worden verklaard dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot computervredebreuk bij het bedrijf [bedrijf 2]. Door meermalen het computersysteem van [bedrijf 2] te ‘scannen op zwakheden’ met de programma’s waarmee hij dit heeft gedaan, kan dit naar de uiterlijke verschijningsvormen niet anders worden gezien dan het proberen binnen te dringen in het computersysteem van de [bedrijf 2].
De verdachte zal overigens, zoals ook door de officier van justitie is gerekwireerd, worden vrijgesproken van hetgeen is weergegeven bij het tweede gedachtestreepje.
Gelet op de verklaring van de docent van de verdachte weerlegt de rechtbank de stelling van de raadsvrouw dat de verdachte dit deed in het kader of verlengde van een schoolopdracht. De rechtbank ziet derhalve geen enkele rechtvaardigings- of schulduitsluitingsgrond die de strafbaarheid van de verdachte zou wegnemen.
Ten aanzien van de feiten 4 t/m 9 en het feit op de dagvaarding met parketnummer 10/755000-12
Verdachte ontkent deze feiten te hebben gepleegd. Hij heeft aangevoerd dat hij zijn laptop uitleende aan vrienden, waaronder [vriend 1] en een persoon genaamd [vriend 2] en dat meerdere personen toegang hadden tot zijn laptop.
De verdachte heeft verklaard dat kennelijk [vriend 2] en/of [vriend 1] de oplichtingen hebben gepleegd en de telefoons en computers hebben besteld met de computer van de verdachte.
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat de verdachte de bestelling tegels niet heeft geplaatst, omdat de verdachte, op dagen dat de mails zijn verstuurd naar het bedrijf dat de tegels zou leveren, op zijn stageadres in Moordrecht was.
De rechtbank overweegt het volgende.
De verdachte heeft aangevoerd dat hij zijn laptop aan meerdere mensen uitleende, onder wie een persoon genaamd [vriend 1] en [vriend 2] en dat die personen met zijn laptop handelingen hebben verricht waardoor de aan hem ten laste gelegde feiten hebben plaatsgevonden. Dit zou derhalve kunnen verklaren dat op de laptop van de verdachte zaken zijn aangetroffen die in verband kunnen worden gebracht met de ten laste gelegde feiten.
De rechtbank merkt hieromtrent allereerst op dat verdachte alhoewel vele malen gehoord door de politie, nooit eerder heeft verklaard dat [vriend 2] of [vriend 1] zijn laptop regelmatig gebruikten. Verdachte heeft dus ook nooit verzocht om [vriend 2] als getuige te doen horen, hetgeen als van de verklaring van de verdachte zou worden uitgegaan hem aanzienlijk had kunnen ontlasten.
Ook ter zitting heeft de verdachte op geen enkele wijze kunnen concretiseren wie welke handelingen heeft verricht en ook niet nader duiden wie [vriend 2] is. Dit bevreemdt temeer nu verdachte ruim de tijd en gelegenheid heeft gehad dit te achterhalen, gezien het feiten betreft uit 2010 en 2011.
[vriend 1] blijkt op 24 juni 2011 te zijn overleden.
De verdachte heeft ter terechtzitting gezegd dat hij, nadat hij door de politie werd aangehouden voor feit 4, het telefoonnummer van deze [vriend 1] aan de politie heeft doorgegeven, maar de politie hier verder geen nader onderzoek heeft verricht. De rechtbank constateert dat de verdachte echter hierna een hele andere verklaring heeft afgelegd bij de politie waarbij bedoelde Jan geen enkele rol meer speelde, zodat niet gezegd kan worden dat de politie nalatig is geweest in het eventueel doen van nader onderzoek.
Gezien het voorgaande acht de rechtbank de verklaring van de verdachte dat anderen, meer in het bijzonder [vriend 1] en [vriend 2] zijn laptop hebben gebruikt om bedoelde oplichtingen te plegen onaannemelijk.
De rechtbank acht de feiten 4 t/m 9 op grond van de gebezigde bewijsmiddelen - in onderling verband en samenhang bezien - wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 4 overweegt de rechtbank nog het volgende.
De email naar de leverancier van de tegels met daarbij de printscreen van [bank] waaruit blijkt dat voor de partij tegels is betaald is verzonden op 7 oktober 2011, waarna de leverancier is overgegaan tot levering van de tegels op het adres in Rotterdam. Op die dag was de verdachte vrij en niet op zijn stageadres in Moordrecht. Gebleken is dat de printscreen valselijk was opgemaakt. Het bestand met de printscreen van [bank] is op 6 oktober 2011 om 23:26 uur op de computer van de verdachte aangemaakt.
Op 7 oktober 2011 zijn de tegels ook daadwerkelijk geleverd en is de verdachte aangehouden tijdens het transporteren van de tegels die door middel van oplichting verkregen zijn. De tegels waren bestemd voor de tuin van het tuinhuisje van de verdachte.
Deze omstandigheden in onderling verband en samenhang bezien, maken dat dit feit wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard. Dat de verdachte op de dagen dat eerdere e-mails aan het slachtoffer zijn verzonden blijkens een overgelegde overzicht wel op zijn stageadres zou zijn, doet hieraan niet af.
Voorwaardelijk verzoek
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat, wanneer de rechtbank niet tot vrijspraak komt van feit 4, de heer [naam] als getuige dient te worden opgeroepen teneinde te bevestigen dat de verdachte op de dagen dat de mails naar [bedrijf 3] werden gezonden op zijn stage adres aan het werk was. De rechtbank wijst dit verweer af nu ook in de lezing van de verdachte hij in ieder geval op 7 oktober 2011 – de dag van de levering en afname van de tegels en waarop de betalingsbevestiging was gezonden – niet op zijn stage adres was.
Nu ten aanzien van de bewezen verklaarde feiten voldoende bewijsmiddelen voorhanden zijn, kan de problematiek over het al dan niet inbreken in een aanpalend netwerk van [benadeelde 7] onbesproken blijven.
De raadsvrouw heeft voorts aangevoerd dat de verklaringen van [naam] en [naam] ongeloofwaardig en onbetrouwbaar zijn en derhalve niet mogen gebezigd voor het bewijs.
De rechtbank verwerpt dit verweer wegens onvoldoende feitelijke grondslag.
STRAFBAARHEID FEITEN
De bewezen feiten leveren op:
De dagvaarding met parketnummer 10/755000-12
2 subsidiair poging tot computervredebreuk;
4. oplichting;
5. oplichting;
6. oplichting;
7. oplichting, meermalen gepleegd;
8. oplichting, meermalen gepleegd;
9. poging tot oplichting.
De dagvaarding met parketnummer 10/775500-13
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.
STRAFBAARHEID VERDACHTE
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.
STRAFMOTIVERING
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig genaamd aan een poging tot computercriminaliteit, zgn. hacken. Hij heeft geprobeerd in te breken in het netwerk van [bedrijf 2]. De verdachte heeft hiermee het vertrouwen geschaad dat de maatschappij mag hebben in de veiligheid van digitale persoons- en bedrijfsgegevens. Het hacken van computernetwerken kan veel schade veroorzaken bij de getroffen organisaties en brengt aanzienlijke kosten met zich mee in de vorm van het herstellen van de geïnfecteerde systemen en preventie tegen nieuwe inbraken.
Tevens heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan meerdere oplichtingen en een poging daartoe.
De oplichtingen bestond er veelal uit dat mensen dachten online te solliciteren op een functie waarbij zij een kopie van hun rijbewijs en bankpas moesten opsturen om in aanmerking te kunnen komen voor de zogenaamde baan. In feite mailden zij de stukken naar de verdachte. Vervolgens werden er op hun naam en met hun legitimatiebewijs goederen, zoals telefoons, besteld en afgeleverd op een adres waar ze voor of door de verdachte in ontvangst werden genomen.
In één zaak ging het om een poging tot oplichting van een kaashandelaar ten aanzien van groot aantal kazen ter waarde van bijna 5.000 euro. Hier werd een bestelling gedaan en vervolgens een vals betalingsbewijs overgelegd in een (overigens mislukte) poging de handelaar te bewegen tot afgifte van die kazen. Deze werkwijze is wel gelukt ten aanzien van een partij tuintegels ter waarde van ruim 2.000 euro.
Dit zijn ernstige feiten. Voor de slachtoffers van de oplichtingen was het zeer vervelend om te constateren dat hun identiteit is misbruikt en dat met hun identiteit leningen zijn aangegaan en goederen zijn aangeschaft. Op deze manier heeft de verdachte de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers aangetast en hen veel ongemak en schade toegebracht, waarvan zij tot op de dag van vandaag nog hinder kunnen ondervinden.
Tevens heeft de verdachte het vertrouwen dat instellingen in stukken waaruit de identiteit van klanten kan blijken geschonden en hen financieel nadeel toegebracht.
Op dergelijke feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf van enige duur.
Bij het bepalen van de duur van de op te leggen straf is in het nadeel van de verdachte in aanmerking genomen dat hij, zoals blijkt uit het op zijn naam gestelde uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 22 oktober 2014, reeds eerder is veroordeeld.
Reclassering Nederland heeft op 21 mei 2012 een rapport over de verdachte opgemaakt. Dit rapport houdt in dat, nu de verdachte de ten laste gelegde feiten ontkent, het niet mogelijk is een inschatting te maken van het recidiverisico of een plan van aanpak op te stellen.
De psycholoog [naam psycholoog] heeft een rapport over de verdachte opgemaakt d.d. 31 januari 2013. Dit rapport houdt het volgende in.
Er is bij de verdachte sprake van een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens in de vorm van een antisociale persoonlijkheidsstoornis met narcistische trekken. Dit was ook zo ten tijde van het ten laste gelegde, maar niet in die mate dat de verdachte in verminderde mate in staat was zijn vrije wil te bepalen.
De onder 1 t/m 3 ten laste gelegde feiten komen op de deskundige over als weldoordachte en weloverwogen acties. De deskundige adviseert om de verdachte voor deze feiten als volledig toerekeningsvatbaar te beschouwen.
Gezien de ontkennende houding van de verdachte ten aanzien van de oplichtingen onthoudt de deskundige zich ten aanzien van deze feiten van beantwoording van de vraag over de toerekeningsvatbaarheid.
Vanwege de ontkennende, danwel bagatelliserende en externaliserende houding ten aanzien van de feiten is het voor de deskundige moeilijk een stellige uitspraken te doen over het recidiverisico. Voorts ziet de deskundige onvoldoende aanknopingspunten om een behandeling of een verplicht reclasseringstoezicht te adviseren.
Nu de conclusies van de psycholoog gedragen worden door de bevindingen en door hetgeen ook overigens op de terechtzitting is gebleken, neemt de rechtbank die conclusies over en maakt die tot de hare. De verdachte wordt toerekeningsvatbaar geacht.
De rechtbank is van oordeel dat gezien het totale tijdsverloop in deze zaak het recht van de verdachte op behandeling van zijn strafzaak binnen een redelijke termijn is geschonden. De rechtbank wil in deze zaak niet slechts volstaan met de constatering dat het recht van de verdachte op berechting binnen redelijke termijn is geschonden, maar verbindt aan deze constatering tevens gevolgen voor wat betreft de aan de verdachte op te leggen gevangenisstraf in die zin dat een korting is toegepast van twee maanden.
Alles afwegend wordt na te noemen straf passend en geboden geacht.
IN BESLAG GENOMEN VOORWERPEN
De officier van justitie heeft een beslaglijst ingediend met daarop de navolgende inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen.
Geld, euro 20
1.00 stk Computer kl: zwart, Toshiba Satellite P500 8A039841W notebook+adapter+snoer G3994477.
1.00 stk briefpost, brief van Simpel goednummer 4088086
1.00 stk simkaart kl: roze T-mobile, goednummer 4088116
1.00 stk document, factuur goednummer 4088121
1.00 stk visitekaartje, goednummer 4088130
1.00 stk papier, goednummer 4088139
1.00 stk laptop kl: zwart Hewlett Packard met voedingskabel, goednummer 4088178
1.00 stk Computer kl: zilverkl Maxtor externe harde schijf goednummer 4088231.
De officier van justitie heeft gevorderd de onder 2 en 8 vermelde in beslag genomen goederen verbeurd te verklaren en de onder 1, 3 t/m 7 en 9 vermelde in beslag genomen goederen terug te geven aan de verdachte. Die verbeurdverklaring zal worden opgelegd als bijkomende straf voor de bewezen verklaarde feiten.
De rechtbank zal de onder 2 en 8 in beslag genomen notebook en laptop verbeurd verklaren.
Deze voorwerpen behoren aan de verdachte toe en de bewezen feiten zijn met behulp van deze voorwerpen begaan.
Ten aanzien van de onder 1, 3 t/m 7 en 9 in beslag genomen voorwerpen zal een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte, zijnde degene bij wie deze voorwerpen in beslag zijn genomen en die redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.
VORDERINGEN BENADEELDE PARTIJ / SCHADEVERGOEDINGSMAATREGEL
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde bedrijf 3].
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [benadeelde bedrijf 3], wonende te [plaats], ter zake van het onder 4 tenlastegelegde feit op de dagvaarding met parketnummer 10/755000-12.
De benadeelde partij vordert een bedrag van € 1.177,20 aan materiële schade.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De raadsvrouw heeft primair bepleit de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering aangezien zij vrijspraak heeft bepleit.
Subsidiair heeft raadsvrouw bepleit dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering aangezien het bedrijf [bedrijf 3] de schade heeft geleden en de vordering is ingediend door de natuurlijke persoon [benadeelde bedrijf 3], terwijl geen machtiging is overgelegd.
De rechtbank constateert dat de vordering is ingediend door de natuurlijke persoon [benadeelde bedrijf 3], terwijl de schade is geleden door de rechtspersoon [bedrijf 3]. Nu een machtiging van [benadeelde bedrijf 3] om namens de BV te mogen optreden ontbreekt, is de rechtbank van oordeel dat de benadeelde partij thans niet ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering. De vordering kan bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
De vordering van de benadeelde partij [bedrijf 4]
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [bedrijf 4], gevestigd te [plaats], ter zake van de onder 5 ([benadeelde 1]) en 6 ([benadeelde 2]) tenlastegelegde feiten op de dagvaarding met parketnummer 10/755000-12. De benadeelde partij vraagt ook vergoeding van schade ter zake de (niet tenlastegelegde) zaak [naam].
De benadeelde partij vordert per zaak een bedrag van € 1.664,75 aan materiële schade, in totaal een bedrag van € 4.994,25.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vorderingen ten aanzien van [benadeelde 1] en [benadeelde 2], alsmede tot oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en niet-ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij in de vordering ten aanzien van [naam] aangezien dit feit niet op de dagvaarding staat.
De raadsvrouw heeft bepleit de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering aangezien zij vrijspraak heeft bepleit, terwijl het slachtoffer [naam] op de dagvaarding niet voorkomt.
De rechtbank is van oordeel dat vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door de onder 5 en 6 bewezen verklaarde strafbare feiten ten aanzien van [benadeelde 1] en [benadeelde 2] rechtstreeks schade is toegebracht. Nu de vordering genoegzaam is onderbouwd en deze de rechtbank ook overigens niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal de vordering worden toegewezen tot een bedrag van € 3.329,50.
De benadeelde partij zal ten aanzien van het deel van de vordering dat betrekking heeft op [naam] niet-ontvankelijk worden verklaard, aangezien dit slachtoffer op de dagvaarding niet voorkomt.
Nu de vordering van de benadeelde partij in overwegende mate zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2].
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [benadeelde 2], wonende te Capelle aan den IJssel, ter zake van het onder 6 tenlastegelegde feit op de dagvaarding met parketnummer 10/755000-12.
De benadeelde partij heeft geen bedrag voor schadevergoeding aangevoerd.
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partij in haar vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, nu zij geen benadelingsbedrag heeft ingevuld, zodat niet duidelijk is of zij iets vordert en zo ja, hoeveel. Zij kan haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3].
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [benadeelde 3], wonende te Deventer, ter zake van het onder 7 tenlastegelegde feit op de dagvaarding met parketnummer 10/755000-12.
De benadeelde partij heeft geen bedrag voor schadevergoeding aangevoerd.
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partij in haar vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, nu zij geen benadelingsbedrag heeft ingevuld, zodat niet duidelijk is of zij iets vordert en zo ja, hoeveel. Zij kan haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.